• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Etymologica: De hoogte van Ochten

3 februari 2025 door Olivier van Renswoude Reageer

Winter, 1789. Tegen de dijk van het dorp Ochten aan de Waal prijkt een grote berg van kruiend ijs die gauw beklommen en getekend wordt. Het is een schouwspel dat de naam van het oord betaamt, want Ochten beduidt wel iets als ‘(ter) hoogte’.

Ligging en overlevering

Ochten bevindt zich in de Neder-Betuwe aan de rechteroever van de Waal. Ter plekke is aardewerk uit de Romeinse tijd en de vroege en hoge middeleeuwen opgegraven, aanwijzingen dat dit oord net als menig ander in de omgeving sinds lang bewoond wordt. De kern van Ochten ligt op iets hogere grond, en op één plek in het bijzonder, vlak achter de dijk, is bovendien een duidelijke bult te zien. Daar staat nu een woonhuis op, ter vervanging van de dorpskerk die er in 1944 verwoest werd.

De oudste vermelding van het oord stamt vermoedelijk uit de late negende eeuw, zij het in een afschrift uit het midden van de twaalfde eeuw, in de vorm van in villa Ovtun. In 1190 is het Uothen, mogelijk een verschrijving van Ovthen, ook omdat u en v vroeger één boekstaf waren. In 1195 volgt kennelijk de vorm Huth en vijf jaar later Ofte. Nadien is de naam overgeleverd als Ochten e.d.

Ontleding van een naam

In navolging van H.J. Moerman opperen Van Berkel en Samplonius in hun herkomstkundig woordenboek dat Ochten oorspronkelijk gelijk is aan ochtend, een woord dat zijn -d later verworven heeft onder invloed van avond. In dit geval moet het dan gebruikt zijn in de zin van ‘weide waarop het vee in de ochtend gedreven wordt’. Die bijbetekenis heeft het woord nergens in onze eigen overlevering maar geldt wel voor een evenknie vlak over de grens: Westfaals uchte.

Deze duiding strookt echter niet met de overlevering van de oordnaam. We weten dat Nederlands ochtend en Westfaals uchte teruggaan op Germaans *unhtwōn en dus van oudsher een ch-achtige klank hebben. Bij Ochten tonen oude vormen als Ofte en Ovtun daarentegen een klankontwikkeling in lijn met woorden als achter en kracht uit ouder after en kraft. Dat wil zeggen, deze oordnaam is eerder afkomstig van een Germaans *uftō (verbogen met -n).

Een zelfstandig naamwoord van die gedaante blijkt niet in de woordenschat van de Germaanse talen, maar we kunnen het wel vergelijken met het eerste lid van sommige oude roepnamen. Het noemen waard is vooral *Uftaharjaz (met *harjaz ‘heerschare, krijger’), zoals voortgezet door o.a. Gotisch Uftahari, Oudhoogduits Oftheri en Oudengels Ofthere. Ook van belang is het bijwoord *uftō en diens nevenvormen, vanwaar zulks als Gotisch ufta, Oudsaksisch ofto, Duits oft en Engels oft en often, alle in de betekenis ‘vaak, dikwijls’.

Oplossing

In het Indo-Europees, de voorloper van het Germaans en dus onze taal, bestond de wortel *h1eup-/*h1oup-/*h1up- ‘omhoog gaan’, die werkwoordelijk overgeleverd is als Hettitisch ūpp- ‘opkomen, verrijzen, van de zon’. Tussen klinkers werd de Indo-Europese *p een Germaanse *f of *b, afhankelijk van de oorspronkelijke plek van de klemtoon. Vandaar zien we van deze wortel onder meer Germaans *ufumistaz ‘hoogst’ (Oudengels yfemist) en *uber (Duits über, Nederlands over). De klankreeks *pn werd echter een lange *pp, mits de klemtoon erna kwam. Vandaar komt van deze wortel ook Germaans *uppai ‘omhoog’ (Nederlands op).

Nu, het bijbehorende voltooid deelwoord *h1uptos ‘verrezen, verheven, hoog’ zou zich klankwettig ontwikkeld hebben tot Germaans *uftaz. Zo is de naam *Uftaharjaz te vatten als ‘verrezen krijger’. Verder, bijvoeglijke naamwoorden werden vaak zelfstandig gemaakt met het vrouwelijke achtervoegsel *-ō. Dat zou in dit geval leiden tot *uftō ‘verhevenheid, hoogte’, net een woord waartoe we de oordnaam Ofte, nu Ochten, herleiden kunnen. Zoals gezegd wordt dat dorp vanouds door hogere grond en een bult gekenmerkt.

Te meer, in het dagelijkse boerenleven was een hoogte vaak een hoop, van mest of wat dan ook, dus het is denkbaar dat het voornoemde bijwoord een verbuiging van hetzelfde woord in de betekenis ‘hoop’ is. Zeer vergelijkbaar dan is hoe Duits häufig ‘vaak’ een afleiding is van Haufe ‘hoop’, nu Haufen.

Vernoeming van een oord naar een bult of andere verhevenheid is uiteraard geen zeldzaamheid. Oud is Zwolle in Overijssel, vermoedelijk een afleiding van zwellen. En zelf ligt Ochten vlakbij een dorp met de naam Druten, wel afkomstig van dezelfde Germaanse wortel als onder meer Oudnoords þrútinn ‘gezwollen’ en Engels throat ‘keel’ (eigenlijk ‘strottenhoofd, uitpuiling’).

Besluit

Toen begin 1789 een grote ijsberg tegen de dijk van Ochten verrees en de inwoners zich bij klim een keurig uitzicht veroorloofden, kon geen van hen bevroeden dat zo’n bult evengoed uit eigen erfgoed een ocht te noemen was. De beduiding van hun dorpsnaam was dan al eeuwen tevoren vergeten.

Noot

Lühr e.a. (2017) gaan bij het bijwoord *uftō eveneens uit van een grondwoord ‘hoop’ maar herleiden dit tot de Indo-Europese wortel *u̯ep- ‘strooien, werpen’ en wijzen in het bijzonder op het Oudindische deelwoord uptá- ‘gestrooid, geworpen’. Deze wortel is echter beperkt tot de Indo-Arische talen. Bovendien is het eerste lid van *Uftaharjaz en andere Germaanse namen daar zinmatig moeilijker mee te verbinden.

Verwijzingen

Berkel, G. van & K. Samplonius, Nederlandse plaatsnamen verklaard (2018)

Förstemann, E., Altdeutsches namenbuch (Bonn, 1900)

Kloekhorst, A., The Hittite Inherited Lexicon (Leiden, 2007)

Kluge, F. & E. Seebold, Etymologisches Wörterbuch der deutschen Sprache, 24., durchgesehene und erweiterte Auflage (2002)

Kroonen, G., Etymological Dictionary of Proto-Germanic (Leiden, 2013)

Lühr, R. e.a., Etymologisches Wörterbuch des Althochdeutschen. Band VI: mâda – pûzza (Göttingen, 2017)

Mayrhofer, M., Etymologisches Wörterbuch des Altindoarischen, I-III (Heidelberg 1992-2001)

Modderman, P.J.R., “Het oudheidkundig bodemonderzoek van de oude woongronden in de Over- en Neder-Betuwe”, in Oudheidkundige Mededelingen uit het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden 30 (1949), blz. 66–93

Moerman, H.J., Nederlandse plaatsnamen (Leiden, 1956)

Philippa, M., e.a., Etymologisch Woordenboek van het Nederlands (webuitgave)

Ringe, D., A Linguistic History of English, Volume 1: From Proto-Indo-European to Proto-Germanic (Oxford, 2006)

Schönfeld, M., Historische Grammatica van het Nederlands, 8e druk (Zutphen, 1970)

Searle, W.G., Onomasticon Anglo-Saxonicum (Cambridge, 1897)

Dit stuk verscheen eerder op Taaldacht

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel, Naamkunde Tags: etymologie, historische taalkunde, naamkunde, taalkunde, toponiemen

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Frans Budé • Parkscènes

Hij begroet de bomen, zwaait naar de eenden
in de vijver, de blinkende kiezels op de bodem.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

28 november 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d