
Wat is ontkoeid polderland? Wanneer je Nederlands goed genoeg is, weet je het: polderland waarvan de koeien op de een of andere manier zijn verwijderd. Je hebt het woord ontkoeid waarschijnlijk nooit eerder gehoord, maar toch kun je er een betekenis aan geven. Daarover gaat een artikel van de Nederlands-Berlijnse hoogleraar Muriel Norde en haar Schotse collega Graeme Trousdale in het tijdschrift Linguistics.
Het is een vreemde vorm. Dat het met ont- begint, suggereert dat het van een werkwoord komt, want ont– maakt meestal van een zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord een werkwoord: ontdijken, ontharen, ontgrijzen, enzovoort. De betekenis van die werkwoorden is dan altijd ‘ontdoen van’. (Er is in het Nederlands ook nog een ander ont met een andere betekenis, zoals in ontvlammen en ontbijt en ontginnen, maar dat schuif ik maar even terzijde.)
Alleen: dat werkwoord ontkoeien bestaat niet, en klinkt eigenlijk misschien zelfs wel wat gekker dan ontkoeid. Die laatste vorm is ook nog in veel opzichten meer een bijvoeglijk naamwoord. Je kunt het bijvoorbeeld verbuigen, in ontkoeide polderlanden komt er een –e bij.
Het is Norde en Trousdale te doen om grip te krijgen op deze creativiteit. Er zijn er, zeggen zij, twee in het spel. De eerste is een nogal alledaagse vorm van creativiteit, die eigen is aan taalgebruik. Waarschijnlijk heb je geen van de zinnen in deze post ooit gelezen, ik denk dat niemand ze ooit eerder heeft getypt. En in die zin ben ik creatief, in die zin is iedere taalgebruiker de hele dag creatief: we rijgen voortdurend woorden als kralen aan elkaar tot zinnen die nooit eerder zo zijn gemaakt.
Het maken van sommige nieuwe woorden is dan weer eerder als het maken van nieuwe kralen, creativiteit op een hoger plan. Norde en Trousdale vonden dat er verschillende categorieën van nieuwe bijvoeglijknaamworden zijn met ont– of het tegenovergestelde be (bedraad, besneeuwd) (de voorbeelden zijn allemaal ‘in het wild’ door de onderzoekers aangetroffen):
- dieren: De houten kapconstructie is ontkeverd…
- lichaam: een mix van verschillende clichés, zoals hippies, amish en ‘bedreadlockte’ punkers.
- kleding: Hij heeft kledingstukken met het hoofd van de bezonnebrilde Kanye West erop.
- concept: […] terwijl die dialectkenmerken in het ontdialekte westelijk half (AntwerpenLier-Mechelen) bij de jongeren just wel totaal verdwenen zijn.
- object: Het oppervlak van deze maan bestaat uit oude flink bekraterde delen en jonge gladde delen.
- persoon: Vlakbij ons hotel ligt een druk beklante biertuin.
- substantie: Eens je je haar ontzeept hebt is de geur weer verdwenen.
Wat hier ‘concept’ heet, kwam het vaakst voor, misschien omdat het ook een wel wat algemene categorie is.
Norde en Trousdale vonden ook wel wat verschillen met échte bijvoeglijk naamwoorden. Zo kun je vaak van een bijvoeglijk naamwoorden een tegenovergestelde maken met het voorvoegsel on-: diep wordt ondiep, gezellig wordt ongezellig. Bij ont- woorden vonden de onderzoekers zulke vormen helemaal niet: onontkoeid is echt geen woord. Bij be- zijn er mondjesmaat wel wat vormen te vinden (onbehaard, onbedacht).
Ook trappen van vergelijking zijn goede tests om te zien of een woord een bijvoeglijk naamwoord is. Hiervoor geldt hetzelfde: er is wel een handjevol woorden met be- (befaamder, bezweter, befaamdst, begaafdst) maar met ont- kom je de trap niet zo goed op: ‘Antwerpen is ontdialekter dan West-Vlaanderen’ is een rare zin, al kun je best begrijpen wat er is bedoeld.
Wat het verschil tussen be– en ont-verklaard is niet helemaal duidelijk, en ook gaan Norde en Trousdale helaas niet in op een ander intrigerend aspect van het woord ontkoeid: wat doet die i daar? Waarom weet iedere spreker van het Nederlands meteen dat ontkoed polderland veel minder goed klinkt?
Toevoeging: Op BlueSky had Dennis Smit een briljante reactie: ‘Zo wordt de veehouderij immers bestierd dan wel gerund’.
‘ontkoeid’ – mijn eerste gedachte: met i omdat het om koeien (dus meervoud) gaat (?)
Ik leerde vanochtend tijdens het lezen van Het Parool het woord ‘ontspullen’.
Ontdaan van deze ontzinde exercitie …
Hé wat leuk dat ons artikel hier behandeld wordt! We waren al ver over de woordgrens, maar de vorm van het zn is inderdaad interessant. Ik denk ook dat de i hier uit het meervoud komt, omdat je in algemene zin eerder “er staan geen koeien meer in de wei” dan “er staat geen koe meer in de wei” zegt, omdat het meestal om een groep koeien gaat. De uitgang zelf wordt weggelaten (bij “ontkeverd” gaat het waarschijnlijk ook om meerdere kevers, maar “ontkeverst” klinkt vreemd).
Het is op zich niet ongebruikelijk dat in afleidingen en samenstellingen de vorm van de stam wordt gebruikt die je ook in het meervoud vindt, zonder dat er per se sprake is van meervoudige betekenis (eiERschaal, kindERachtig, stEdelijk in plaats van eischaal, kindachtig, stadelijk). Ik had eigenlijk nog nooit gezien dat koei ook in dat rijtje stond.