
Benno Barnard (1954) is een van de dichters met verrassende bijdragen aan het nieuwe nummer van Het Liegend Konijn. Het gaat om gedichten die zonder veel traditionele middelen als rijm of metrum een klassieke toon weten uit te drukken – gedichten die gaan over het behalen van een zekere melodie. De meeste zijn melancholisch van toon, maar er staat ook een schitterend liefdesgedicht tussen:
Niks Russische trein
Avond.
Als een streng nog altijd blond haar
mij om haar vinger windend, leest ze met open mond
bladzij achthonderdzoveel –
en er is geen enkel verschil
met onze opwindende tijden van vroeger,
al is ze ook ietwat gaan lijken op een burgerlijk schilderij
van rond de eeuwwisseling, een vrouw
met een man en een roman
(hoewel wij anders
gelukkig zijn dan andere gelukkige paren).
Leesbril,
je maakt haar beeldschone definitie van blauw
een tikkeltje wazig –
doch ik blijf voor haar vallen: we zijn
wie we waren, vermeerderd met veertig jaar
hartstocht en irritatie –
en al vallend heb ik haar lief,
en ook alles aan haar wat ik nooit eerder lief
heb gehad heb ik lief.
Niks Russische trein,
opdoemend in haar ontzette leesbril,
alsjeblieft.
Wat ik weergaloos vind aan dit gedicht is het spel met de tijd: er gebeurt in dit gedicht eigenlijk niets, de enige actie die er wordt beschreven is het vallen maar dat vallen heeft ook geen echte duur, het valt helemaal samen met het gedicht dat zich afspeelt in een eindeloos heden (al begint het dan met de tijdsaanduiding ‘avond’). Er is ‘geen enkel verschil’ met vroeger, ‘we zijn wie we waren’.
De kunst, de tijdloze kunst, voegt daar nog een dimensie aan toe. De vrouw lijkt op een schilderij ‘van rond de eeuwwisseling’, maar de dichter verduidelijkt niet welke eeuwwisseling. Als iemand dat niet nodig vindt, bedoelt hij meestal de vorige eeuwwisseling, maar op de een of andere manier lijkt me dat onwaarschijnlijk – rond het jaar 2000 was het geen grote mode om schilderijen te maken van vrouwen ‘met een man en een roman’. Rond het jaar 1900 lijkt me dat gebruikelijker. En dat was veertig jaar geleden (aan het begin van de relatie) de vorige eeuwwisseling.
Rond die eeuwwisseling (in 1878) verscheen ook Anna Karenina van Lev Tolstoj. Er zijn allerlei aanwijzingen dat dit is wat de vrouw in dit gedicht leest: de dikte van het boek, de regel ‘hoewel wij anders gelukkig zijn dan andere gelukkige paren’, die een ironische toespeling is op het begin van de roman), en vooral de Russische trein waaronder Anna Karenina zich vallen laat in een sinds 1878 onsterfelijke val. Of eigenlijk lijkt de dichter te hopen dat ze op die passage niet uitkomt (‘Niks Russische trein, alsjeblieft’), dat het volgende moment, waarop zijn geliefde de bladzijde omslaat om die pagina te lezen, nooit zal komen.
Als de vrouw op pagina achthonderdzoveel is, is ze dus in de buurt van die val. Vandaar die open mond en die ontzette leesbril. Anna liet zichzelf gaan, laat zichzelf nog altijd gaan, vanwege haar wanhopige situatie in de liefde. Daarvan is geen sprake in dit gedicht, daarvan mag nooit sprake zijn.
De dichter is wel helemaal alleen in dit universum. De vrouw is verdiept in haar negentiende-eeuwse roman, de enige tot wie hij zich richt is haar leesbril (‘je maakt haar beeldschone definitie van blauw een beetje wazig’) en, in het allerlaatste woord een anonieme instantie die de tijd misschien zou kunnen stilzetten. Verder is er alleen het eindeloze heden.
Het Liegend Konijn. Tijdschrift voor hedendaagse Nederlandstalige poëzie. Bestelinformatie
Veel dank aan Marc van Oostendorp!
Ik hoop dat de bladspiegel – met alle verspringende regels – hieronder wel intact blijft, want het is jammer als de computer eigenmachtig begint te verschlimbesseren.
NIKS RUSSISCHE TREIN
Avond.
Als een streng nog altijd blond haar
mij om haar vinger windend, leest ze met open mond
bladzij achthonderdzoveel –
en er is geen enkel verschil
met onze opwindende tijden van vroeger,
al is ze ook ietwat gaan lijken op een burgerlijk schilderij
van rond de eeuwwisseling, een vrouw
met een man en een roman
(hoewel wij anders
gelukkig zijn dan andere gelukkige paren).
Leesbril,
je maakt haar beeldschone definitie van blauw
een tikkeltje wazig –
doch ik blijf voor haar vallen: we zijn
wie we waren, vermeerderd met veertig jaar
hartstocht en irritatie –
en al vallend heb ik haar lief,
en ook alles aan haar wat ik nooit eerder lief
heb gehad heb ik lief.
Niks Russische trein,
opdoemend in haar ontzette leesbril,
alsjeblieft.
Nee dus. Het computerprogramma verknoeit jammer genoeg de bladspiegel.
Ja, excuses daarvoor. De techniek om webpagina’s te maken bestaat al dertig jaar, maar inspringen werkt nog altijd niet (althans niet zo dat het op alle laptops, telefoons, enz. er goed uitziet).
Mooi gedicht en commentaar, die helemaal spot on is!