• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Diversiteit als impuls voor taalvitaliteit

20 juni 2025 door Jan Renkema 2 Reacties

In de serie Tekstportretten laat Jan Renkema iemand poseren in zijn tekstatelier, ter gelegenheid van een bijzondere aanleiding. Onlangs is Rik van Gijn benoemd tot bijzonder hoogleraar ‘Etnolinguïstische Vitaliteit en Diversiteit in de Wereld’ aan de Universiteit van Leiden.

Van literatuur naar taal

Ik wilde oorspronkelijk romanschrijver worden, dus ging ik Nederlands studeren, in Amsterdam, aan de UvA. In het eerste jaar kregen we ook het verplichte vak ‘Algemene Taalwetenschap’. Dat was een wat saai, massaal hoorcollege. Maar het studieboek, dat was prachtig! Ik leerde zoveel over de meest verschillende terreinen in de taalwetenschap. Patholinguïstiek vond ik bijvoorbeeld erg interessant. Je kon met een taalstudie dus ook dingen doen, afasie bestuderen en dan adviezen geven. Ik ben toen van de literatuur overgestapt naar de taal, en maakte daarna kennis met generatieve syntaxis, functionele grammatica, talen in contact, enz. Ik kon overal van snoepen! Er heerste in Amsterdam een sfeer van ‘laat duizend bloemen bloeien’, wat het aanbod heel breed maakte. Dat was ook het einde van mijn romanschrijversambities. Taalanalyse was concreter dan literatuur, en dat lag mij beter.

Yurakaré in de rimboe van Bolivia

Een van mijn favoriete docenten was Pieter Muysken. Via hem kwam ik in aanraking met Zuid-Amerikaanse inheemse talen. Na mijn studie kon ik bij Pieter als promotiestudent aan de slag. Ik ben vanaf dat moment tot aan zijn dood met hem blijven samenwerken. Ik heb enorm veel van hem geleerd en ik beschouw hem als mijn academische vader.

Mijn promotieproject behelsde een beschrijving van de grammatica van de Boliviaanse taal Yurakaré. Ik vond het een moeilijk project, waarin veel misging in het begin, en ik had last van heimwee. Bovendien werkte ik in een afgelegen gebied, toen nog zonder mobiel bereik, en vond het moeilijk dat ik geen contact met het thuisfront kon onderhouden. Als er iemand thuis ernstig ziek zou zijn of zou sterven, zou ik dat pas een maand later kunnen horen.

Ik voelde wel een verantwoordelijkheid om deze uitstervende taal zo goed mogelijk te beschrijven, dat was een soort heilige missie, waardoor ik het ook vol kon houden. Bovendien was het proces van het ontdekken, het veroveren van zo’n taal intellectueel gezien één van de leukste en meest bevredigende dingen die ik heb gedaan.

Areale, multidisciplinaire taaltypologie

Zo’n project loopt natuurlijk af. En altijd kom ik na een project in een soort crisis. Kan ik met een nieuw project aan de slag? Ik schreef met een collega antropoloog een aanvraag voor een taaldocumentatieproject aan het Max Planck in Nijmegen, waar een geannoteerd archief beheerd werd met materiaal over een aantal talen uit de hele wereld, met beeld en geluid.

Daarin moest ook het Yurakaré worden opgenomen, en de relatie van deze taal met omringende talen. De aanvraag werd toegekend, en daarna kregen we nog een verlenging.

Tijdens deze projecten merkte ik dat het Yurakaré, dat een taalisolaat is, een taal zonder familie, een aantal kenmerken had die vrij veel voorkwamen in de talen van de omgeving, terwijl ze in andere delen van de wereld eerder zeldzaam zijn. Dit was hoogstwaarschijnlijk het gevolg van taalcontact. Taalcontacteffecten waren ook in de woordenschat te vinden. Woorden uit het Yurakaré zoals ‘pojore’ (kano) en ‘norpe’ (peddel) zijn overgenomen van de naburige taal Trinitario, dat de woorden ‘pokre’ en ‘noope’ heeft. Zoiets geeft zicht op sociale relaties tussen bevolkingsgroepen in het verleden.

Dit leidde mij naar een serie van projecten, eerst nog in Nijmegen, een VENI, daarna als onderdeel van grotere projecten in Zürich, waarin ik op zoek ging naar die gedeelde kenmerken tussen talen, om een beter idee te krijgen van het sociale verleden van Zuid Amerika, wie heeft met wie contact gehad? Ik keek vooral naar de distributie van grammaticale kenmerken, de areale typologie van de inheemse talen van Zuid Amerika. Kunnen we taalstructuren in sommige gevallen zien als een soort taal-DNA? Pieter Muysken noemde dit grammaticale archaeologie.

Fascinatie Zuid Amerika

Zo bijzonder, de situatie in Zuid Amerika! Daar wonen, volgens de laatste inzichten, sinds ongeveer 20.000 jaar mensen die in relatief korte tijd een enorme taaldiversiteit hebben voortgebracht. Met name het aantal kleine taalfamilies en taalisolaten is onverwacht hoog in Zuid Amerika. Ik begon aan het schrijven van een groot nieuw interdisciplinair projectvoorstel, waarin ik – op basis van data uit de genetica, geografie, taalkunde, en antropologie – zo goed mogelijk de sociale dynamieken wilde reconstrueren die tot die enorme diversiteit hebben geleid. Projectvoorstellen schrijven vind ik een van de allerleukste dingen om te doen, overigens. Heerlijk brainstormen over welke vragen beantwoord moeten worden. Ik word altijd aangetrokken door onontgonnen gebied, en vind het heel spannend als we van iets nog niets weten. Heel creatief werk.

Natuurlijk is het wel ontzettend lastig om ook daadwerkelijk geld voor je ideeën te krijgen. Bij de meeste beurzen heb je minder dan 10% kans. En ook al weet je dat afwijzingen erbij horen, leuk is anders. En het leidde bij mij tot menige crisis. Toch geloofde ik genoeg in dit project om meerdere afwijzingen te verwerken en te blijven schaven. Uiteindelijk, 6 jaar nadat ik was begonnen te schrijven was het raak: een ERC consolidator grant! Ik ben toen met mijn project gaan ‘shoppen’ in York, Lund, Amsterdam en Nijmegen, maar uiteindelijk bleek Leiden de meest geschikte plek voor dit project, met toen ook nog het aanbod van een vaste aanstelling.

Veldfoto Rik van Gijn

Taalemancipatie

Als ik al mijn projecten overzie, en een soort rode draad zou moeten ontdekken, dan denk ik dat dit het is wat mij aantrekt: mij verdiepen in talen die onder druk staan of weinig aandacht krijgen, kleine talen, minderheidstalen, talen zonder familie. Wat kunnen deze talen aan onze kennis bijdragen, hoe overleven dit soort talen, hoe behouden ze hun eigenheid, en hoe incorporeren ze onderdelen van andere talen? Het beschrijven en documenteren, en het reconstrueren van aspecten van de geschiedenis van dit soort talen geeft dan meer zichtbaarheid aan talen waarvoor dat niet vanzelfsprekend is. Een soort taalemancipatie. Dit is niet alleen op de wetenschappelijke gemeenschap gericht maar vooral ook op toekomstige generaties sprekers. En natuurlijk is het ook mooi studiemateriaal voor studenten.

Onderwijs en zingeving

Door al die onderzoeksprojecten was onderwijs voor mij vaak een minder groot onderdeel van mijn werkdag. Ik heb mij daarin best moeten ontwikkelen, maar ik zie het overdragen van kennis, en het enthousiasmeren van jonge wetenschappers inmiddels als een van de meest centrale en zinvolle aspecten van mijn baan. Die verschuiving is mede het gevolg van een aantal sessies die ik had met een coach. Ik heb het meest gehad aan haar anekdotes over haar studerende zoon. Die kwam met verhalen thuis over wat docenten voor hem betekenden. Het maakt dus echt wat uit wat je doet en hoe je reageert. In mijn ERC-project kreeg ik heel veel student-assistenten. In zo’n een-op-een relatie krijg ik wel makkelijker een persoonlijke binding dan in een collegezaal. Ik ben er nog steeds trots op dat al mijn assistenten uit dat project promotieplekken gevonden hebben, en dat ze ook contact met mij willen houden. Ik heb iets betekend voor ze, en dat geeft veel voldoening.

De meertalige stad

Ik vind het na alle jaren in verre buitenlanden nu leuker om dichter bij huis te werken, en ik ben ook op zoek naar wat meer directe maatschappelijke impact. Deze nieuwe leerstoel vormt een mooie aanleiding om me wat meer in die richting te gaan ontwikkelen. Eén van de ontwikkelingen waar ik min of meer toevallig mee in aanraking kwam past daar mooi in. Met een aantal collega’s wonnen wij de essayprijs voor de LOT-grotevragenprijs over een taalonderwerp dat een groot thema gaat worden: taaldiversiteit in Nederland. Daar is zo schrikbarend weinig over bekend. Gemeentes hebben meestal geen idee van de talige achtergronden en taalpraktijken van hun ingezetenen, dat mogen ze vaak niet eens onderzoeken.

Daar zitten allerlei maatschappelijke en wetenschappelijke vragen aan vast. Hoe werkt dat dan, al die talen naast elkaar? Wanneer en met wie spreken mensen welke taal? Worden er talen gemengd? Hoe ervaren immigranten hun thuistaal? En hoe ervaren Nederlandstaligen al die andere talen om hen heen? Hoe belangrijk zijn netwerken? Zijn er grote verschillen tussen steden? Hoe kan je als gemeente of overheid een adequate communicatiestrategie ontwikkelen?

Minderheidstalen worden in het huidige politieke klimaat door velen gezien als iets wat eigenlijk zou moeten verdwijnen. Maar waarom kunnen we deze talige en culturele diversiteit niet zien als verrijking? Is dat niet een veel constructievere houding?  Er ontstaat nu langzaamaan een samenwerking tussen een aantal onderzoekers en hopelijk ook andere, maatschappelijke partijen uit verschillende hoeken in Nederland die op dit gebied willen samenwerken. Ik ben heel benieuwd waar we met die groep naartoe gaan. Een spannend nieuw hoofdstuk voor mij.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel, Uitgelicht Tags: minderheidstalen, syntaxis, taalkunde, taaltypologie, tekstportretten

Lees Interacties

Reacties

  1. Renzo zegt

    21 juni 2025 om 20:44

    ‘Minderheidstalen worden in het huidige politieke klimaat door velen gezien als iets wat eigenlijk zou moeten verdwijnen. Maar waarom kunnen we deze talige en culturele diversiteit niet zien als verrijking? Is dat niet een veel constructievere houding?’

    Dezelfde redenering zou ik ook eens toegepast willen zien op het Nederlands, als dat dreigt te verdwijnen. Als wetenschapstaal al (bijna) verdwenen bijv.
    In het huidige politieke klimaat – dat ik als progressief beschouw, dit tegenover de afgehaakten – zouden mensen het wel eens kunnen laten gaan. Voor elke inheemse taal mag je opkomen (terecht) en het is vast prachtig.
    Maar wie voor het inheemse Nederlands opkomt, laadt verdenkingen op zich.
    Dan heet het, ook door vele taalwetenschappers en neerlandici : ‘ taal verandert nu eenmaal. Niet erg als we ooit Engels gaan praten.’

    ‘Indianentaal verdwijnt, niet erg, taal verandert nu eenmaal’. Dat hoor je toch minder vaak en indien, dan komen er excuses en dingen omheen. Want ja, dan ligt het verwijt van racisme WEL op de loer.

    Wetenschap, ook inhoudelijk toch erg PC en erg moralistisch en daarmee wetenschappelijk niet zo zuiver.
    (Deze man vind ik in deze ook wel nuttig https://neerlandistiek.nl/2024/04/de-blinde-vlekken-van-de-woke-taalkundigen/ )
    Ach, ik wijs graag of een tegenstrijdigheid in redeneren. Mss overzie ik wel wat. Komt goeeeed.

    Beantwoorden
  2. Renzo zegt

    21 juni 2025 om 20:45

    ‘of’ = ‘op’. En sorry voor evt. andere taalfouten. Moe.

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

J. Slauerhoff • Morgen rijd ik met bedwelmende bloemen naar je toe

Morgen rijd ik met bedwelmende bloemen naar je toe.
Ik wil niet langer wachten, eindelijk weten hoe
Je bent; de bloemen zullen je verraden.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

ZOMER

Het water ligt ontdaan bijna
van water onder stof,
de bomen zien hun eigen ogen
en ik door groen hun groen niet meer,
ze zijn verborgen in de bomen.

De lucht betrekt over het vee –
wanneer het licht zo donker wordt
licht fel het wit van koeien op.

Bron: Enkele gedichten, 1973

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

26 september 2025: Afscheid Peter-Arno Coppen

26 september 2025: Afscheid Peter-Arno Coppen

10 juli 2025

➔ Lees meer
Augustus: Eetvoorstelling ‘Muzikaal Feestmaal’ op Slot Zuylen en Muiderslot

Augustus: Eetvoorstelling ‘Muzikaal Feestmaal’ op Slot Zuylen en Muiderslot

8 juli 2025

➔ Lees meer
12 september 2025: Dag van de Nederlandse partikels

12 september 2025: Dag van de Nederlandse partikels

7 juli 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1887 Gesinus Kloeke
➔ Neerlandicikalender

Media

De laatste keuze van Rogi Wieg

De laatste keuze van Rogi Wieg

9 juli 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Van Lacarise den katijf die enen pape sach bruden zijn wijf

Van Lacarise den katijf die enen pape sach bruden zijn wijf

8 juli 2025 Door Vianne Cré Reageer

➔ Lees meer
‘Pipi, paradoxen en leermomenten’

‘Pipi, paradoxen en leermomenten’

5 juli 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d