• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

‘Je zult het met het woord zelf moeten doen’

6 juni 2025 door Marc van Oostendorp 7 Reacties

Het sublieme bij C.O. Jellema

Noorderlicht. Bron: Wikimedia

C.O. Jellema (1936-2003) is een dichter die uitnodigt tot exegese. In de twintig jaar na zijn dood zijn al verschillende studies over zijn werk verschenen – ik ken eigenlijk weinig hedendaagse dichters (Jellema is natuurlijk hedendaags, hij is alleen maar veel te vroeg gestorven) over wie zoveel geschreven is.

Veel van die studies zijn verschenen bij de Nijmeegse uitgever Flanor, die daarnaast ook meerdere delen met Jellema’s correspondentie uitbracht. Onlangs verscheen bij die uitgever Verwoording van verwondering van dr. J.J.C. Dee, van wie eerder ook al Verdwijnen in een woord verschenen is. Dat laatste was een handelseditie van zijn proefschrift, waarin hij het werk nauwkeurig karakteriseerde. Het nieuwe boek gaat over ‘geloof en mystiek’ in het latere werk van Jellema.

Dat Jellema, die theologie had gestudeerd, maar uiteindelijk afstudeerde bij Duits, geïnteresseerd was in het geloof en de mystiek, laat Dee duidelijk zijn. Heel precies laat hij bijvoorbeeld zien welke lijntjes er lopen tussen Jellema’s werk en de middeleeuwse Duitse mysticus Meister Eckhardt – was Jellema bijvoorbeeld nu beïnvloed door Eckharts onpersoonlijke Godsbeeld – iedere poging Hem persoonlijk te maken deed af aan de eenheid – of herkende hij alleen iets in de middeleeuwer?

Die beschouwingen vinden uiteindelijk een hoogtepunt in de interpretatie van enkele tientallen gedichten uit het latere werk van de Groningse dichter.

Ik vind die interpretaties ontzettend knap: ze zijn spitsvondig en ze getuigen van een zeer ruime belezenheid. Dat wil niet zeggen dat ik ze meteen tot de mijne maak. Ik denk dat Dee eigenlijk te veel God heeft willen zien in deze gedichten. Het is duidelijk dat ze gaan over sublieme ervaringen, die grenzen aan het mystieke, maar of ze daarmee echt iets willen zeggen over het geloof, vraag ik me af.

Om een concreet voorbeeld te geven, neem ik Dees interpretatie van het gedicht ‘Aurora borealis’ uit Jellema’s laatste bundel Stemtest. Het is een vrij willekeurig voorbeeld, maar het illustreert hoe Dee te werk gaat. Hier is het gedicht:

Hoe het begon – een haast onmerkbare verkleuring,
een wolkje als eens mans hand, maar nu niet
opstijgend uit de zee, van ergens in de lege,
ijskoude poolnacht boven ons tussen de sterren
een plek. We keken ervan op, zo anders dan
boven de wegkruisingen thuis een neongloed,
en vreemd, we zagen er de sterren nog doorheen.
Snel groeide dan die vlek uit tot een brede,
de ruimte overspannende geelgroene band,
zich rekkend, omkrullend, wentelverwaaiend
een baaierd die geen licht gaf, het licht was,
een stralensluier die het duister duister liet.
Het greep ons aan, kan ik je wel vertellen, wij,
in onze warmste kleren, hielden het niet uit
te blijven staan en, liggend op het achterdek
– het schip voer rustig tussen kust en eiland door –
dachten ‘zijn is de ziel, is naar de sterren kijken
en daarheen langzaam worden opgelicht’ misschien.

Noem het ontzag voor wat we zagen voor het eerst,
een beetje werden we toen kind, voor ons gevoel
was onze aarde weer plat vlak waarop de zee,
de rotskust en het eiland hoedend overwelfd
door weer de hemeltent, een koepel die het schijnsel
doorliet van gene zij, en wat we wisten over
geladen deeltjes afgestoten door de zon,
over de poolmagneetkracht, gloeiend dampkringgas,
werd spoorloos in ons kijken uitgewist. Nee, foto’s
heb ik niet willen maken, want geen sluiter, denk ik,
hoe lang ook open vangt een lichtgeboorte zo
in den beginne op, je zult het met het woord
zelf moeten doen en dan je voorstelling daarbij,
al deelt niemand die met je, maar geloven: dat
geeft van een soort van eeuwigheid een glimp. – Tijd vliet,
hier wordt het lente nu, narcissen bloeien, knoppen
van de kastanje zwellen; soms bewaart één uur
een lengte levenslang, zoals daar ’s nachts aan dek
dat stervenskoude onder ontelbare sterren
met toen dat licht, en wij, ziende hoe het begon.

Jellema heeft over dit gedicht ook een essay geschreven, dat is opgenomen in zijn essaybundel Een open plek. Daaruit citeert Dee onder andere:

Op een avond, dichtbij de Noordkaap, hoorde ik iemand aan boord zeggen: er is Noorderlicht. We gingen naar buiten, naar het achterdek en ik zag het, voor het eerst. Het was ijzig koud op het dek. Ik weerstond de neiging om te knielen. We zijn op dekstoelen gaan liggen om naar boven te kijken. En ik realiseerde me dat ik dit, om het voor mezelf tot transparantie te brengen, zou moeten vastleggen in woorden, ook al zou het me moeite kosten die congruent te laten zijn aan de overrompelende ervaring.

Voor Dee is de ‘neiging om te knielen geloof ik een sleutel tot het gedicht. Hij laat zien dat er tal van Bijbelse verwijzingen in zitten, en dat het gedicht een overrompelende ervaring uitdrukt die duidelijk het natuurwetenschappelijke weten te boven gaat (‘wat we wisten over / geladen deeltjes afgestoten door de zon, / over de poolmagneetkracht, gloeiend dampkringgas, / werd spoorloos in ons kijken uitgewist’). Dee besluit zijn beschouwing van het gedicht dan ook als volgt:

Het is alsof de dichter iets heeft opgevangen van een soort van eeuwigheid (regel 33) en alsof hij de mythische bron van het ‘zijn’ heeft gevonden: God, de Schepper van het licht en het leven. In de ervaring van het Noorderlicht ligt een godservaring besloten.

Iedereen heeft recht op zijn eigen lezing, maar ik zie God niet in dit gedicht. Voor zover het essay uberhaupt een rol moet spelen in de interpretatie van het gedicht, zou ik eerder de nadruk leggen op het feit dat Jellema de neiging om te knielen weerstond.

Er zitten in het gedicht zelf genoeg tekenen van dat weerstaan. Dat zit wat mij betreft bijvoorbeeld in afstandelijke, om niet te zeggen ironische, formuleringen zoals ‘we keken ervan op’ en ‘het greep ons aan, kan ik je wel vertellen’, of aan de verwijzing naar wat aardse details zodat de aanwezigen hun ‘warmste kleren’ aanhadden omdat het ‘stervenskoud’ was.

Voor Dee zijn de verwijzingen naar ‘het begin’, en vooral die naar ‘In den beginne’ verwijzingen naar Genesis: in dat wonderlijke licht beleven ‘wij’ de schepping: In den beginne schiep God de Hemel en de Aarde. Wat ik heel vreemd vindt is dat hij niet noemt dat die woorden net zo goed kunnen verwijzen naar het Evangelie van Johannes: ‘In den beginne was het Woord en het Woord was bij God, en het Woord was God’. Onmiddellijk ná het citaat ‘in den beginne’ schrijft Jellema ‘je zult het met het woord / zelf moeten doen’ en dat lijkt me ook weer zo’n voorbeeld van een licht ironische wat huiselijke formulering. (Wonderlijk dat Dee, die twee boeken over Jellema schreef met allebei woord in de titel die verwijzing naar Johannes heeft gemist.)

Het woord is helemaal geen God, maar we moeten het er maar mee doen.

Een belangrijk motief in het gedicht lijkt me de onmogelijkheid om de sublieme ervaring te vatten, in woorden (of in foto’s) en tegelijkertijd de mogelijkheid om met het woord dat sublieme ook op te roepen. Het gedicht begint en eindigt niet alleen met hoe het begon, maar met de woorden ‘hoe het begon’.

Het is natuurlijk onmogelijk om te zeggen welke interpretatie er nu ‘beter’ is. Ik kan alleen maar zeggen dat mijn lezing van dit gedicht door Dee enorm is verrijkt.

dr. J.J.C. Dee. Verwoorden van verwondering. Geloof en mystiek in het latere werk van C.O. Jellema. Flanor, 2025. Bestelinformatie bij de uitgever.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: 21e eeuw, C.O. Jellema, geloof, letterkunde, mystiek, poëzie, religie

Lees Interacties

Reacties

  1. Ina A. Tanahatoe-Siepman zegt

    7 juni 2025 om 09:14

    “Het is natuurlijk onmogelijk om te zeggen welke interpretatie er nu ‘beter’ is. Ik kan alleen maar zeggen dat mijn lezing van dit gedicht door Dee enorm is verrijkt.”

    Deze laatste woorden in uw beschouwing, heer van Oostendorp, zijn van grote waarde.
    Elke interpretatie van dit prachtige gedicht zal anders zijn (elk mens interpreteert immers met haar of zijn eigen referentiekader). Dank voor uw mooie woorden over C.O. Jellema en J.J.C. Dee en vooral voor het onder de aandacht brengen van ‘Aurora borealis’ uit Jellema’s laatste bundel ‘Stemtest’. Inderdaad, een verrijking.
    Een mooi begin van het Pinksterweekend.

    Beantwoorden
    • Robert Kruzdlo zegt

      7 juni 2025 om 10:25

      Goedemorgen Ina A. Tanahatoe,

      Als elke lezer het gedicht anders leest, in haar of zijn eigen referentiekader, wat is dan precies de bedoeling van de schrijver…¿ Wat heeft hij dan gelezen¿ Wat heeft de schrijver gezien en gehoord, wat de lezer NIET ziet en hoort¿ En als schrijven een handeling, die uit organische processen bestaan – binnnenbrein activiteiten – hoe moeten we dan naar deze handeling kijken. Binnen haar of zijn eigen referentiekader is het volgens mij gewoon de werkelijkheid buiten de deur houden en als dat zo is, kan de schrijver dan wel schrijven over zijn internbrein¿ Neen. Wat is schrijven dan¿

      Groet

      Beantwoorden
      • Robert Kruzdlo zegt

        7 juni 2025 om 10:28

        Afentoe gaat er iets mis met tikken en dat komt doordat ik een verschrikkelijk internetverbinding heb. Dus de tikfouten even zelf herstellen.

        Beantwoorden
  2. Ina A. Tanahatoe-Siepman zegt

    7 juni 2025 om 11:03

    Goedemorgen Robert Kruzdlo,

    Om uw vragen (enigszins) te beantwoorden, zijn natuurlijk vele colleges ‘Wat is Poëzie’ nodig…
    Mijns inziens heeft de dichter Jellema zijn sublieme ervaring met het Noorderlicht aan ons willen vertellen (in zijn eigen dichterswoorden) en wij, zijn lezers en lezeressen, mogen zijn woorden zelf interpreteren.
    De werkelijkheid buiten de deur houden heeft daar, denk ik, niet zo veel mee te maken.
    Poëzie geeft ons, als mens, eerder kracht om die werkelijkheid aan te kunnen…

    Beantwoorden
    • Robert Kruzdlo zegt

      7 juni 2025 om 15:28

      Poollicht (aurora polaris) is een geomagnetisch lichtverschijnsel in de bovenste lagen van de aardatmosfeer. Men spreekt ook wel van noorderlicht (aurora borealis) en zuiderlicht (aurora australis). https://nl.wikipedia.org/wiki/Poollicht

      Dt is de werkelijkheid.

      Sublieme ervaring, een beklemmende schoonheid beschrijven is dus niet de werkelijke werkelijkheid en zou dit de reden zijn dat een dichter kracht geeft om die werkelijkheid aan te kunnen?

      Nee, hij geeft een spiegel van zijn binnenbrein weer, zijn interne brein gaat er mee vandoor. Zoals de neuronen zingen zingt de dichter zijn strofe. De kracht van de poëzie.

      Beantwoorden
  3. Ina A. Tanahatoe-Siepman zegt

    7 juni 2025 om 15:50

    Dat is (ook) mooi gezegd!

    Beantwoorden
    • Robert Kruzdlo zegt

      7 juni 2025 om 22:45

      Dankjewel
      Groet Robert

      Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Gerrit Achterberg • Noordeinde

Ik loop in doodvacantie door den Haag.
Het uitgestalde wordt mijn eigendom.
De dorst naar u slaat op de wereld om
zonder dat ik de dingen overvraag.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

BIJEN

Als ik mij buk naar takken die ik raap,
naar honing die de grond van bloemen is,
ik die de tuin inloop, schrikken zij niet.

Verknocht als zij aan wat ze doen, verdiep
ik mij in wat ik breek, verzet hun zoemen
van bloem naar bloemen op begane grond.

Bron: Vluchtige Verhuizing, postuum verschenen, 1975

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

26-29 juni: Dichters in de Prinsentuin 2025

26-29 juni: Dichters in de Prinsentuin 2025

18 juni 2025

➔ Lees meer
Een rijk leven: afscheidsrede Johan Koppenol, VU Amsterdam

Een rijk leven: afscheidsrede Johan Koppenol, VU Amsterdam

17 juni 2025

➔ Lees meer
3 juli 2025: afscheidssymposium Johan Koppenol

3 juli 2025: afscheidssymposium Johan Koppenol

17 juni 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

Geen neerlandici geboren of gestorven

➔ Neerlandicikalender

Media

Het culturele landschap van Frits van Oostrom

Het culturele landschap van Frits van Oostrom

19 juni 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De internationale positie van het Engels

De internationale positie van het Engels

14 juni 2025 Door Marc van Oostendorp Reageer

➔ Lees meer
Inspiratiesessies in het Universitair Museum Utrecht

Inspiratiesessies in het Universitair Museum Utrecht

11 juni 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d