Achter het Achtervoegsel 54

Eind april 2025 haalde koning Willem-Alexander het nieuws met een uitspraak tijdens een bezoek aan de Luitenant-generaal Bestkazerne in Vredepeel (Limburg). Naar zijn mening zou Nederland zich tot de tanden toe moeten bewapenen, want vrede en veiligheid zijn niet langer een vanzelfsprekendheid meer. Dat zal wel een enorme investering vergen want na het vallen van de Berlijnse muur en het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en het Warschaupact verviel de belangrijkste dreiging voor ons land. Als gevolg daarvan kreeg de krijgsmacht te maken met forse bezuinigingen. Een voorbeeld. In de jaren zeventig, tijdens het hoogtepunt van de Koude Oorlog, had Nederland de beschikking over bijna 1000 tanks. Anno 2025 zijn dat er slechts 18 en die worden geleased van Duitsland.
Daarom heeft de regering bij onze oosterburen recentelijk een order geplaatst van 46 Leopard 2A8 gevechtstanks à 15 miljoen euro. Probleem is wel dat het eerste exemplaar van die bestelling pas in 2027 uit de fabriek rolt. Als we het belangrijk vinden dat onze artillerie vóór die tijd over voldoende vuurkracht beschikt, dan zullen we moeten omkijken naar goedkopere en sneller te produceren alternatieven. Het zal niemand bevreemden dat mij daarbij de tankette als eerste te binnen schiet.
Licht als een tankette
Neem een tank, plak er het verkleinsuffix -ette aan vast en de tankette, een tankje, is geboren. Wikipedia definieert de tankette als een licht pantservoertuig op rupsbanden met lichte bewapening, die meestal niet voorzien was van een geschutskoepel. Zij werd ontwikkeld in het interbellum. Tijdens de Eerste Wereldoorlog bleek namelijk dat een grote tank – die in deze oorlog voor het eerst op grote schaal werd ingezet – niet alleen vaak erg duur en zwaar was, maar ook niet zo efficiënt bij de oorlogvoering. Een tank had weliswaar weinig moeite om door vijandelijke linies heen te breken, de manschappen die erachteraan kwamen om de veroverde grond in bezit te nemen, bleven een eenvoudig doelwit voor mitrailleurvuur. De tankette bood in elk geval enigermate bescherming tegen de kogelregens van de vijand.
Machineleger
In de krantendatabase van Delpher komen we het woord tankette tussen beide wereldoorlogen verschillende malen tegen. Zo maakt Het volk van 24 augustus 1927 melding van een grootscheepse, één maand durende oefening van wat niet voor niets het “Engelsche machineleger” wordt genoemd. Daartoe behoorden onder andere 48 verbeterde versies van tanks zoals die in de Eerste Wereldoorlog waren gebruikt en 16 kleinere, een-man-tanks (de “tankettes”).
Aanvankelijk was de tankette bedoeld voor één persoon. Een van de bijnamen van deze mini-uitvoering van de tank was dan ook ‘baby-tank’ (De locomotief, 5 september 1932): het was feitelijk niets anders dan een rijdende mitrailleur omgeven met plaatstaal als bescherming tegen lichte vuurwapens en granaatscherven: de inzittende stuurt met één hand en heeft dan de andere hand vrij om al rijdend te schieten. Erg doeltreffend zal hij daarbij niet geweest zijn. Al snel stapte men dan ook over op de tweepersoons tankette, die daarom de bijnaam ‘honeymoon’ kreeg (De locomotief, 5 september 1932). De ene helft van het stel bepaalde de route, de andere helft ontfermde zich over het geschut.

Voor- en nadelen
De voordelen van de tankette waren evident: snel te fabriceren én goedkoop. De eenmans-tank kostte namelijk slechts een twintigste gedeelte van een normale tank. Tankettes konden een dubbel doel vervullen. In de eerste plaats waren ze inzetbaar voor patrouilleactiviteiten: infanterie was te langzaam en cavalerie te kwetsbaar. In de tweede plaats waren ze geschikt om het vuur af te leiden. Wanneer zij in groten getale naar de vijandelijke linies werden gestuurd, konden zij daarin doordringen en zo de weg bereiden voor kostbaardere, grote tanks.
Toch was de tankette een minder groot succes dan gehoopt. De voertuigen waren kwetsbaar en slecht bewapend. Op de weg was hun snelheid goed – de maximumsnelheid lag rond de 45 km per uur – , maar om obstakels te overwinnen in ruiger terrein waren ze te instabiel. Bovendien liet het zicht van zowel de bestuurder als de schutter te wensen over.
Pantservoertuigen die na de Tweede Wereldoorlog zijn ontwikkeld en kenmerken hebben van de zojuist genoemde definitie – licht, rupsbanden, lichte bewapening – worden, aldus de Nederlandstalige Wikipedia nooit tankette genoemd. Met andere woorden, in de zin van gevechtsvoertuig is tankette een historische term.
“Dan liever de ruimte in!”
Niettemin komen we dit woord ná de Tweede Wereldoorlog – in een andere betekenis weliswaar – nog steeds tegen, zoals de krantendatabase van Delpher laat zien. De Stem van 6 november 1957 geeft aan dat de Russen met hun ruimtevaartprogramma op dat moment een straatlengte voor liggen op de Amerikanen. In de jaren zestig, zo luidt de voorspelling, zullen de Russen ruimtevaartuigen lanceren die een landing op het maanoppervlak uitvoeren. Die zijn dan nog onbemand, maar
“ze zullen een “tankette” meevoeren, een klein voertuig op rupsbanden, dat geheel automatisch wordt bediend en met allerlei instrumenten is uitgerust. Het zal televisie-opnamen van het maanoppervlak kunnen maken en voorts op dezelfde manier boodschappen naar de aarde kunnen sturen als de Spoetniks, die momenteel hun baan rond de oude, vertrouwde planeet [de maan, RdB] beschrijven.”
In Valkenburg – zo schrijft Het Parool op 10 augustus 1964 – heeft journalist Ben Koster in de rotsgewelven van het stadje een compleet maanlandschap gebouwd. Toeristen wachten in lange rijen totdat zij aan de beurt zijn om een uur lang de illusie van een reis naar de maan te ondergaan. Een van de bezienswaardigheden van het gigantische maanlandschap, waaraan zes jaar is gewerkt en dat de naam Cape Kennedy heeft gekregen, is een nijvere “tankette” die maanstenen verzamelt.

Glasservies
Maar de merkwaardigste tankette duikt twintig jaar later op. Het jaar 1987 kende – aldus de Telegraaf van 30 december 1987 – de nodige wonderlijke meubelcreaties, die met elkaar gemeen hebben dat ze nauwelijks bruikbaar zijn. Een groot publiek zullen ze daarom niet vinden, ook al omdat de prijs vanwege de kleine oplage hoog zal zijn. Als voorbeeld noemt de krant de tankette, die vooral uit balorigheid lijkt te zijn geboren:
“Het vervaarlijk ogende apparaat wordt door de ontwerpers aanbevolen als salontafel. De rupsbanden wijzen erop dat het geheel verrijdbaar is. Fabrikant Palluco zoekt de kopers onder hen ‘die af willen van de traditionele lijnen’. Waarschijnlijk is het meubel aantrekkelijker voor de groep die af wil van zijn glasservies.”

Van gevechtsvoertuig via maanvoertuig naar meubelstuk: de tankette heeft een vredelievend karakter gekregen. De bewapening is verdwenen, maar twee andere karakteristieken – het (betrekkelijk) lage gewicht en de rupsbanden – hebben zich weten te handhaven.
Een verrassend nieuwe loot aan de ette-stam!