Achter het achtervoegsel 55

Kent u Melinda, Sunflower en Otika? Tot voor kort had ik nog nooit van hen gehoord. Het blijken drie vooraanstaande centaurettes te zijn, zo lees ik op de Engelstalige Disney Wiki (en ook daarvan had ik tot voor kort nog nooit eerder gehoord). Degene die het lemma over de centaurettes heeft geschreven, blijkt een bijzonder groot fan te zijn van deze mythische wezens, gelet op de vele complimenteuze bijvoeglijke naamwoorden waarmee ze worden omschreven:
truly supremely lovely, stunning, fair, majestic and elegant and beautiful female horse-like girls (centaurettes) of different colors who were in love with the male horse-like centaurs.
Gehoefde actrices
De centaurettes zullen inmiddels wel de nodige sporen van ouderdom vertonen, want ze zijn allen inmiddels dik in de tachtig. Voor het eerst maakten zij hun opwachting in de Walt Disney-film Phantasia uit 1940. In deze experimentele animatiefilm worden beelden gepresenteerd op de maat van klassieke muziekstukken. Elk stuk wordt voorafgegaan door een inleidende tekst, waarna het Philadelphia Orchestra onder leiding van Leopold Stokowski de bijpassende muziek ten gehore brengt. Het zijn niet de minste stukken uit de klassieke muziek: Toccata en Fuga in d-moll van Johann Sebastian Bach, de Notenkrakersuite van Pjotr Iljitsj Tsjaikovski, de Tovenaarsleerling van Paul Dukas, Le Sacre du printemps van Igor Stravinsky, de zesde symfonie (‘de Pastorale’) van Ludwig van Beethoven, de Urendans van Amilcare Ponchielli en tot slot de Nacht op de Kale Berg van Modest Mussorgsky en het Ave Maria van Franz Schubert.
Feest met Beethoven
De centaurettes waren te zien in een visualisatie van Beethovens Zesde Symfonie. Zij vieren samen met andere wezens uit de Griekse mythologie een feest ter ere van Bacchus, de god van de wijn. Maar Zeus bederft het feest door een groot onweer los te laten barsten op de feestvierders. Onomstreden was deze animatie allerminst. Er was kritiek omdat sommige centauren ontblote borsten hadden en het feit dat sommige zwarte centaurettes het onderlichaam van een zebra hadden wordt tegenwoordig als racistisch gezien. Dat geldt helemaal voor het stuk waarin een zwarte centaurette de hoeven poetst van een witte centaurette. Deze controversiële scènes zijn later uit de film weggehaald.
Knippen en plakken
Op de inhoud van Disneys visualisatie ga ik verder niet in. Het gaat mij hier vooral om het woord centaurette. De etymologie ervan is zeer doorzichtig. Het woord is een afleiding van het Griekse woord centaur ‘paardmens’, waarachter het ‘vrouwvormend’ suffix -ette is geplakt. De centaur is van oorsprong een fabeldier uit de Griekse mythologie, half mens – het gedeelte boven de navel — en driekwart paard – de hele romp behalve het hoofd. Ook in de Harry Potterboeken van J.K. Rowling komen ze herhaaldelijk voor.
Als je googelt op centaurettes kom je ze alleen tegen op Engelstalige websites. Het gaat dan altijd om deze wezens uit Phantasia. De term centaurettes is speciaal bedacht voor de film, want in het Standaardengels luidt de vrouwelijke vorm centauress, een woord dat in 1755 voor het eerst opdook in een geschrift van de schrijver Edward Young, aldus de Oxford English Dictionary.
Nederlandse centaurettes
Omdat centaurette niet in een Nederlandstalige context voorkomt, zou dit woord niet in aanmerking komen voor bespreking in deze rubriek. Anders is het einde zoek. Maar voordat een woord afgewezen wordt, werp ik toch altijd even een blik in de onvolprezen krantendatabase van Delpher. De zoekterm centaurettes leverde twee treffers op. In beide gevallen ging het om een filmrecensie van Fantasia.
De journalist van De Courant. Het Nieuws van den dag (20 februari 1941) kon zich niet helemaal vinden in de visuele interpretatie die Disney aan Beethovens symfonie gaf:
Tot ieder spreekt de muziek anders en niet noodzakelijk volgens Disney’s interpretatie. Bijvoorbeeld in de Beethoven-symphonie was ik het oneens met Disney’s opvatting. Voor mij is die symphonie vol van geluiden der natuur en heeft zij niets te doen met ’n satire op de Grieksche mythologie, die Disney er van maakt, met de wilde Centauren en Centaurettes en ’n ondeugende Cupido. Maar hoewel ik het er niet mee eens was, interesseerde ’t me enorm.
Ook de verslaggever van de Amigoe di Curacao (27 mei 1942) was niet zo te spreken over dit gedeelte van Disneys concertfilm:
Het spel van centaurs en centaurettes, van faunen en cupido’s rond Pegasus en de Olympusberg, moge vriendelijk en landelijk zijn, het peil van vóór de pauze wordt niet bereikt en misschien treft hier zelfs Beethoven wel een weinig blaam, wiens Pastorale wellicht niet zijn sterkste werk moet worden genoemd.
Centaurette komt in Nederlandstalige kranten dus maar een heel enkele keer voor en dan ook nog eens uitsluitend in relatie tot de Disneyfilm Phantasia. Andere vrouwelijke varianten zijn in kranten overigens ook dun gezaaid. Slechts twee keer komen we de centaurin tegen. In het eerste geval twijfelt de schrijver over de juistheid van de vorm:
Ook een draadijzerfiguur van een centaurin (dat is toch het vrouwelijke van centaur?) is goed. (Nieuwsblad van het Noorden, 20 maart 1956)
In het tweede geval vindt journalist Nico Hylkema de vrouwelijke variant zo gemarkeerd dat hij ze voorziet van aanhalingstekens:
Dat die weg de centaur naar een Marokkaanse arts brengt, naar een al even mytische sfinx en een ‘centaurin’ wekt geen verbazing, maar tenslotte alleen maar bewondering voor de schrijver. (Leeuwarder Courant, 11 november 1994)
Ruim daarvoor – in De Telegraaf van 11 maart 1939 – komen we een derde – en voor zover ik nu kan zien de oudste – benaming tegen voor vrouwelijke centaurs: centauressen. Tijdens de voorstellingen van het Franse circus Houcke in theater Carré was op verzoek van de circusdirecteur een kleine tentoonstelling ingericht waarbij kunstenaars schilderijen, aquarellen en tekeningen over het circus bijeen hadden gebracht. Zij blijken daarbij een voorliefde te hebben voor paarden en mythische beesten:
Men ziet er nog ruiters en amazones, die met het ros één zijn geworden als centauren en centauressen. Men kan er studiën maken voor schilderijen met het gevleugelde, dichterlijke paard der Muzen, Pegasus of met Phaëthoon, den lichtenden zoon van Helius en den zonnewagen.
Centaures(se), centaurin of centaurette? Het zal wel duidelijk zijn naar welk woord mijn voorkeur uitgaat.
Met dank aan Jan de Putter die mij op het woord centaurette wees.
Laat een reactie achter