Twee jongens groeien op in Indië. Maar of ze voor altijd vrienden blijven? Een samenvatting van Oeroeg door De Alphaman. (Bekijk deze video op YouTube.) … [Lees meer...] overDe Alphaman: Oeroeg
20e eeuw
Voorstellingen toneelstuk Jan Arends in Gent
Smeer of de weldoener des vaderlands Door Nico Keuning De dichter, schrijver, huisknecht en zelfmoordenaar Jan Arends (1925-1974) schreef gedichten als dunne bomen. Niemand kon zo mager praten met de taal als hij. ‘Om pijn / te schrijven / heb je / weinig woorden / nodig.’ Als schrijver geniet hij nog steeds bekendheid door het verhaal ‘Keefman’, een bijtende monoloog van een … [Lees meer...] overVoorstellingen toneelstuk Jan Arends in Gent
Eind goed, al goed (1913)
Jeugdverhalen over Joden (29) Door Ewoud Sanders Herkomst en drukgeschiedenis Het verhaal ‘Eind goed, al goed’ is geschreven door P.H.N. Bloemink (1886-1947). Bloemink was hoofd van een lagere school in Leiden en schreef diverse succesvolle leerboeken, vooral over lezen en schrijven. Daarnaast publiceerde hij verscheidene jeugdboeken en was hij vertaler. ‘Eind goed, … [Lees meer...] overEind goed, al goed (1913)
Het geluk is voor de domme
C.O. Jellema herleest J.C. Bloem Door Louisa van der Pol Het woord ‘Domweg’ in de laatste regel van J.C. Bloems gedicht ‘De Dapperstraat’ is voor Wiel Kusters dé vondst van het gedicht (Neerlandistiek, 27 februari 2019). Kusters schrijft dit, nadat hij eerst nogal wat vragen stelt bij dit overbekende gedicht. Juist die zorgvuldige, aftastende benadering blijft je als lezer … [Lees meer...] overHet geluk is voor de domme
In het net
Door Wiel Kusters Chinese tekening Dicht bij de waterzoom onder een wilgeboom twee vrienden witgebaard, en op hun knieën staat een schaakbord, zwart en wit. De een verzet het paard, de ander, tijdeloos, zit te glimlachen. Hij denkt. Verder de stroom af zwenkt een net dat overgaat. Een in zijn eenvoud én complexiteit bekoorlijk en intrigerend gedicht van Ida … [Lees meer...] overIn het net
Met zonder woorden
Door Wiel Kusters '[P]oetry makes nothing happen: it survives/ In the valley of its making', schreef W.H. Auden in 'In Memory of W.B. Yeats' (1939), en het is alsof Herman de Coninck zichzelf en ons daaraan herinnerde toen hij in 1990 in een gedicht over poëzie noteerde: 'Zoals je zegt "Val maar, sneeuw"/ als het al een half uur sneeuwt'. De binnen deze dichtregel … [Lees meer...] overMet zonder woorden
Straat en kanaal
Door Wiel Kusters De sluis De stilte en koelte waren weergekeerd, Het nachtlijk feest lag als een glas versmeten. – Ik heb dit late donker nooit vergeten, Want deze dingen blijven ongedeerd. Een ongeweten, innerlijk geweld Had naar een zwart kanaal mij heengedreven. – Het was het uur, dat de wiekslag van 't leven Weer trilt in die de slaap heeft neergeveld. Daar … [Lees meer...] overStraat en kanaal
Kalm geluk
Door Wiel Kusters Misschien wel het bekendste gedicht van J.C. Bloem is ‘De Dapperstraat’, uit 1945. Het is, zou je kunnen zeggen, het gedicht van een wat mopperachtige stoïcijn, die zich ten slotte zelfs ‘gelukkig’ noemt, ‘Domweg gelukkig’. De Dapperstraat Natuur is voor tevredenen of legen. En dan: wat is natuur nog in dit land? Een stukje bos, ter grootte … [Lees meer...] overKalm geluk
Achter de ruit
Door Wiel Kusters Laatste weerzien met Gerrit Achterberg Toen ik, zo vlakbij onder glas, zijn onbereikbaar hoofd zag, was het mij of ik dit al een keer gezien had, maar ik wist niet meer waar of wanneer. Maar later, in de trein alleen, viel het mij in: een jaar geleên schoof ik, in alle vroegte, zacht het gordijn open, en ik zag dat het gesneeuwd had in de … [Lees meer...] overAchter de ruit
De vilder komt
Door Wiel Kusters Dood paard Hij is ineens van hout. De warme buik is koud. Zo wordt de wereld oud. Zijn poten zijn te kort. Er ligt haver gemorst buiten de bek, die nog voor kort je vingers fijn kon malen. Zijn gele tanden briesen tegen die hem den dood in bliezen. Ogen als eierschalen. De vilder komt hem halen. Gerrit Achterberg In Achterbergs oeuvre is … [Lees meer...] overDe vilder komt
Paard en wagen
Door Wiel Kusters Vertelsel In het houten huis woont het witte paard, en de houten wagen slaapt er naast het brandhout, doof en zwaar. Als de maan smelt op de bloemen, rond het houten huis, glanst het water op de heide, vóór het huis. Met de wind voorbij floot de trein reeds jaren, en het huis blijft eeuwig met het witte paard en de houten … [Lees meer...] overPaard en wagen
Menno Wigman: Tot zichzelf
Door Wiel Kusters 'Alleen mijn nagels en mijn haren, / dat is alles', schrijft Menno Wigman in het gedicht 'Tot zichzelf', dat deel uitmaakt van zijn 'officiële' debuut, 's Zomers stinken alle steden (1997). Hij loopt tegen de dertig, de 'gevreesde' verjaardag waarvan sprake is in 'Media vita', verderop in de bundel. Het dertigste jaar opgevat als het midden van de … [Lees meer...] overMenno Wigman: Tot zichzelf
Blaman beoordeeld
Door Jos Joosten Het Literatuurmuseum laat regelmatig hedendaagse auteurs de archieven induiken om een set oude brieven of andere documenten af te stoffen en een nieuw leven te geven. Een mooi initiatief dat steevast vitale vertelsels oplevert. Zo ook de recente aflevering: Hanna Bervoets bespreekt de correspondentie van Anna Blaman met haar liefde Marie-Louise Doudart de la … [Lees meer...] overBlaman beoordeeld
Over de herkomst van ‘Frekie’ van Willem Wilmink
Wat niet in de biografie van Elsbeth Etty staat Door Nico Keuning Met enige huivering begon ik aan de biografie In de man zit nog een jongen, van Willem Wilmink, geschreven door Elsbeth Etty. Zou het boek mijn beeld van mijn oud-docent veranderen? Inmiddels heb ik de biografie gelezen en ook al zijn bepaalde negatieve trekken en tekortkomingen van Wilmink uitvoerig en bij … [Lees meer...] overOver de herkomst van ‘Frekie’ van Willem Wilmink
En sloeg en sloeg en sloeg
Door Wiel Kusters Eind 1916, begin 1917, schreef M. Nijhoff het volgende gedicht, dat ik citeer uit de in 1993 verschenen historisch-kritische editie, die werd verzorgd W.J. van den Akker en G.J. Dorleijn. De soldaat die Jezus kruizigde Wij sloegen hem aan 't kruis. Zijn vingers grepen Wild om den spijker toen 'k den hamer hief – Maar hij zei zacht mijn naam en: … [Lees meer...] overEn sloeg en sloeg en sloeg
Kemp en Magritte
Door Wiel Kusters Nachtstilte Het is zo stil boven de planten, boven de lage en boven de gerankten en de lucht is alleen vol reuken van ranonkelingen in de grote wei. Het is zo stil in de keuken en de maan schijnt op een ei. Voorjaar 1934. De dichter is uit zijn bed gekomen, voor een glas water misschien. Het stille leven van de planten buiten, achter het … [Lees meer...] overKemp en Magritte
‘Kon ik mijn binnenwereld maar fotograferen!’ Het beeldend werk van Willem Frederik Hermans
Door Peter Kegel, Bram Oostveen, Daan Rutten en Marc van Zoggel Willem Frederik Hermans was lector in de fysische geografie en bovenal literair auteur, maar minder bekend is dat hij aan het eind van de jaren vijftig ook een carrière als professioneel fotograaf ambieerde. Hij schreef zich onder de naam ‘Persfotobedrijf W.F. Hermans’ zelfs in bij de Kamer van Koophandel … [Lees meer...] over‘Kon ik mijn binnenwereld maar fotograferen!’ Het beeldend werk van Willem Frederik Hermans
Een moeilijke jeugd (1914)
Jeugdverhalen over Joden (24) Door Ewoud Sanders Herkomst en drukgeschiedenis J.A. Wormser jr. (1845-1916) schreef Een moeilijke jeugd onder het pseudoniem Salvafama. Wormser was in de tweede helft van de negentiende eeuw een bekende uitgever, publicist en politicus. Hij begon zijn loopbaan als effectenhandelaar, maar na zijn huwelijk met de dochter van een uitgever … [Lees meer...] overEen moeilijke jeugd (1914)
Prof. Jac. van Ginneken SJ zegt middenklinkers en zingt ‘In ’t bronsgroen eikenhout’
Door Marc van Oostendorp Bovenstaande opname is een van de vele uit de rijke audio-archieven van het Meertens Instituut. De oorspronkelijke opname komt van het Fonetisch Instituut van de Universiteit van Amsterdam. Als de archieven juist zijn, hoor je hier Jac. van Ginneken (1877-1945), de roemruchte eerste hoogleraar Nederlands van de Katholieke Universiteit … [Lees meer...] overProf. Jac. van Ginneken SJ zegt middenklinkers en zingt ‘In ’t bronsgroen eikenhout’
De zee zag donker in de verte, maar wit van kwaadheid aan mijn voeten
Door Marc van Oostendorp Nick ter Wal heeft Ferdinand Langen gekend, en die twee waren vrienden. Wie was Ferdinand Langen? Toen Ter Wal in 2008 contact met hem opname, was Langen zo vriendelijk een kort curriculum van zichzelf toe te sturen, "want niet alle lezers van uw tijdschrift hebben literatuurgeschiedenis gestudeerd." Ferdinand Langen, geboren 1918 te Westernieland … [Lees meer...] overDe zee zag donker in de verte, maar wit van kwaadheid aan mijn voeten
Revanche van de podiumpoëzie
Tom Lanoye als poëzieperformer Door Marieke Winkler ‘Weet ik veel hoe poëzie eruit / moet zien’, aldus de opening van het gedicht ‘Programma’ uit Hanestaart (1990), Lanoye’s tweede poëziebundel die verschijnt bij een reguliere uitgever. ‘Niet dat statische, / dat uniforme. Daar hou ik niet / zo van. Dezelfde toon herhaald / tot in den treure, en dat dan / ‘vormvastheid’ … [Lees meer...] overRevanche van de podiumpoëzie
De oude jood (1925)
Jeugdverhalen over Joden (22) Door Ewoud Sanders Herkomst en drukgeschiedenis Door wie dit verhaal is geschreven is niet bekend. Aangezien het in Frankrijk is gesitueerd, is het origineel waarschijnlijk Frans. ‘De oude jood’ verscheen in 1925 in het maandblad Voor de Lieve Kleinen, een uitgave van de gereformeerde uitgeverij J.N. Voorhoeve in Den Haag. Dit maandblad … [Lees meer...] overDe oude jood (1925)
Eéndimensionaal portret van een minor poet
Door Marc van Oostendorp Elsbeth Etty's biografie van de dichter en neerlandicus Willem Wilmink begint met een ontboezeming van de auteur: "Dit boek is het gevolg van een blind date." Ze legt uit dat ze het boek is gaan schrijven omdat de uitgever Vic van de Reijt haar er tot haar verrassing om vroeg. Ze maakt duidelijk dat ze Wilmink nauwelijks gekend heeft, en dat ze weinig … [Lees meer...] overEéndimensionaal portret van een minor poet
‘Het jodinnetje en de kleine Farizeester’ (1932)
Jeugdverhalen over Joden (20) Door Ewoud Sanders Herkomst en drukgeschiedenis De woensdagavondklantjes was het debuut van Annie M. Ringnalda (1906-1999), dochter van een gereformeerde dominee in Den Haag. Op woensdagavonden gaf Annie gratis naailes aan meisjes van elf tot zeventien jaar ‘uit de armste buurten’. Het ging om een vorm van zogenoemde stadsevangelisatie: … [Lees meer...] over‘Het jodinnetje en de kleine Farizeester’ (1932)
Niemand weet dat ik Frederike Harmsen van Beek heet
Door Marc van Oostendorp De gedichten van Frederike Harmsen van Beek waren voor buitenstaanders niet te begrijpen. Ze werden geschreven voor bijzondere gelegenheden die bij publicatie reeds lang vervlogen waren, ze hadden titels als 'twee raadselrijmen' en ze bestonden uit een wonderlijke cocktail van stijlen en taalvormen. Harmsen van Beek hield ook zelf niet van mensen die … [Lees meer...] overNiemand weet dat ik Frederike Harmsen van Beek heet