Door Marc van Oostendorp Er is in Nederland, een gebied waar ze een harde g gebruiken en een gebied waar we een zachte g zeggen. Aangezien dat zo is, is er natuurlijk ook een grens tussen twee gebieden: een isoglosse noemen we die. En zulke isoglossen bestaan er voor allerlei verschijnselen: die tussen het gij- en het jij-gebied, die tussen het lope- en … [Lees meer...] overEen taalkaart is een kristal
dialectologie
’t Dialectenbureau (en ik), aflevering 13
door Jan Stroop In de zomer van 1971 verscheen er opeens een Amerikaan op ’t Dialectenbureau. Hij zou gaan assisteren bij ’t onderzoek van taalinterferentieverschijnselen op de bandopnames die Jo Daan uit Amerika had meegebracht. Verder was ie van plan zich in Amerika te verdiepen in de Nederlandse archieven van de kolonie van Nieuw-Nederland. Hij heette Charles Gehring. We … [Lees meer...] over’t Dialectenbureau (en ik), aflevering 13
Hoe bepaal je de grens van een dialect?
Dit stuk verschijnt in het kader van de Nieuwsbrief Neerlandistiek in de klas. Het bevat geen origineel onderzoek, maar is een vereenvoudigde weergave van recent onderzoek op het gebied van het Nederlands, speciaal bedoeld voor leerlingen van de middelbare school. Door Marten van der Meulen Het zal je vast weleens opgevallen zijn: mensen spreken verschillend in verschillende … [Lees meer...] overHoe bepaal je de grens van een dialect?
’t Dialectenbureau (en ik), afl. 11
door Jan Stroop De verhuizing naar de Keizersgracht bracht een ingrijpende verandering met zich mee in ’t koffiegebeuren. Aan de Hoogstraat was dat nauwelijks een ’gebeuren’ geweest: de koffie werd door de conciërge rondgebracht en geserveerd. In ’t nieuwe gebouw werd koffiedrinken een gezamenlijke aangelegenheid. De tweede hal kreeg de functie van ‘koffieruimte’. Twee keer … [Lees meer...] over’t Dialectenbureau (en ik), afl. 11
Een strip over dialectonderzoek
Een strip maken over je onderzoek. Dat doet lang niet elke wetenschapper. Taalonderzoeker Martijn Wieling van de afdeling Informatiekunde in Groningen koos er wel voor. Wieling doet met een articulograaf onderzoek naar tongbewegingen bij dialectsprekers. Met de strip over zijn onderzoek kan hij op een andere manier over zijn werk vertellen en een andere doelgroep bereiken. … [Lees meer...] overEen strip over dialectonderzoek
In memoriam voor Johan Taeldeman (23.12.1943 – 31.10.2017).
Mens van goede wil, schatbewaarder van de Nederlandse taal Door Georges de Schutter en Frans Hinskens Johan Taeldeman werd geboren in het kerkdorpje Kleit, aan de oostelijke kant van de provinciegrens tussen West- en Oost-Vlaanderen. Zijn vader was arbeider in een plaatselijk bedrijf, zijn moeder huisvrouw zoals het in die tijd betaamde. Hij had een broer en een … [Lees meer...] overIn memoriam voor Johan Taeldeman (23.12.1943 – 31.10.2017).
’t Dialectenbureau (en ik), afl. 10
door Jan Stroop Midden 1969 kregen we te horen dat we zouden gaan verhuizen. De Anna Visscherschool werd te klein. Er was van de kant van de Akademie geld vrijgekomen om nieuwe medewerkers aan te trekken, maar de oude school had daar te weinig ruimte voor. We zouden naar een voormalig Bankgebouw gaan aan de Keizersgracht, nummer 569-571. Ruim van te voren werd er vergaderd … [Lees meer...] over’t Dialectenbureau (en ik), afl. 10
Dialecten meten
Door Marc van Oostendorp Martijn Wieling (Rijksuniversiteit Groningen) doet onderzoek naar dialectvariatie met behulp van statistiek. Hoe is hij daartoe gekomen? En wat is er de lol van? "Heel veel gegevens liggen gratis voor het opscheppen, waar we nog niet het begin van een patroon in hebben ontdekt." Bekijk deze video op YouTube De website van Martijn Wieling … [Lees meer...] overDialecten meten
’t Dialectenbureau (en ik), afl. 9
door Jan Stroop Mevrouw Daan was er al vroeg (1957) bij om een bandrecorder aan te schaffen - sommigen zeiden nog bentrecorder - om er dialecten mee op te nemen. De toenmalige directeur Meertens voelde er niet veel voor: nieuwlichterij. Maar Daan zette door en die recorder kwam er. Behalve voor dialectopnames voor de collectie van ’t bureau gebruikte ze hem ook voor de … [Lees meer...] over’t Dialectenbureau (en ik), afl. 9
’t Dialectenbureau (en ik), afl. 8
Door Jan Stroop “Wat zou u ervan vinden om ook eens dialectopnames te gaan maken”, vroeg mevrouw Daan me onverwacht. Ik was verrast want ik had dat nog nooit gedaan en ik vroeg of ik dat wel zou kunnen. “Nou, zo moeilijk is dat niet. U hebt toch wel eens met een bandrecorder gewerkt? ’t Belangrijkste is dat je je mond houdt en de mensen laat praten. U gaat met juffrouw … [Lees meer...] over’t Dialectenbureau (en ik), afl. 8
’t Dialectenbureau (en ik), afl. 7
door Jan Stroop Behalve bij de contactbijeenkomsten opereerden de drie afdelingen van ’t Instituut niet vaak gezamenlijk. Als er eens een jubilaris was dan zochten we die allemaal op en dan luisterden we naar de toespraakjes en zongen “Lang zal ze/tie leven”, gevolgd door “Hij/Zij leve hoog, ja hoog.” Gevolgd door koffie met gebak. Één keer in de zoveel jaar kregen we … [Lees meer...] over’t Dialectenbureau (en ik), afl. 7
’t Dialectenbureau (en ik), afl. 6
door Jan Stroop Om ’t contact met de correspondenten/medewerkers in den lande te onderhouden organiseerde ‘t Instituut elk jaar een paar bijeenkomsten, telkens in een andere provincie. Er werd een centraal gelegen plaats gekozen, waar een zaaltje afgehuurd werd. ’t Was altijd op een zaterdag. Die bijeenkomsten werden altijd goed bezocht. De eerste bijeenkomst die ik … [Lees meer...] over’t Dialectenbureau (en ik), afl. 6
’t Dialectenbureau (en ik), afl. 4
door Jan Stroop De afdeling Dialectologie telde eind 1966 vier vaste medewerkers: mevrouw Daan, hoofd van de afdeling, Henk Heikens en ik, beiden wetenschappelijk ambtenaar, en Reimer van der Schaaf, die de administratie deed. Af en toe kwam er ook wel eens een student wat werk verrichten. Daarnaast waren er twee dames die part time werkten: Juffrouw Francken, … [Lees meer...] over’t Dialectenbureau (en ik), afl. 4
’t Dialectenbureau (en ik), afl. 3
door Jan Stroop Ik kreeg opeens een idee. Oom en tante woonden in een bovenhuis aan de Sarphatistraat, vlak bij de Muiderpoort. Ik had in ’t verleden vaak bij ze gelogeerd. En dat was altijd leuk geweest. Misschien zouden ze me nu wel tijdelijk onderdak willen geven. En dat bleek 't geval te zijn. Probleem opgelost. Bovendien: de Sarphatistraat is op loopafstand van de … [Lees meer...] over’t Dialectenbureau (en ik), afl. 3
Zijn Groningers gevoeliger voor kleine verschillen tussen v en f dan West-Vlamingen?
Door Marc van Oostendorp Wie van het zuidwesten van het Nederlandse taalgebied naar het noordoosten trekt, hoort steeds minder mensen nog verschil maken tussen vier en fier. In West-Vlaanderen maakt iedereen dat verschil nog, in Vlaams Brabant wordt het al wat minder – al zullen mensen daar dat verontwaardigd van de hand wijzen – en wanneer je eenmaal in Groningen bent … [Lees meer...] overZijn Groningers gevoeliger voor kleine verschillen tussen v en f dan West-Vlamingen?
Plat-Amsterdams in de ring van de geschiedenis
Door Marcel Plaatsman Gisteren trof ik in de kringloopwinkel een boekje over het Amsterdams. Erg goed zag dat boekje er niet meer uit, de vorige eigenaar moet er weinig van gehouden hebben, maar ík was er blij mee. Het valt namelijk nog niet mee om bruikbare bronnen voor het Amsterdamse dialect te vinden, maar dit boekje, uit de reeks Taal in Stad en Land, geeft een goed … [Lees meer...] overPlat-Amsterdams in de ring van de geschiedenis
’t Dialectenbureau (en ik)
Door Jan Stroop Dat ik begin 1966 solliciteerde bij ’t Dialectenbureau kwam door mijn promotor, prof. Weijnen. Die was er steeds op uit om zijn afgestudeerden aan een baantje te helpen. En dat lukte hem aardig: het hele Instituut voor Lexicologie in Leiden bijvoorbeeld zat er vol mee: Piet van Sterkenburg, Hans Heestermans en Fons Moerdijk. Allemaal West-Brabanders trouwens, … [Lees meer...] over’t Dialectenbureau (en ik)
Unieke bron over het Katwijks uit 1879 aan het licht gebracht
Door Thijs Porck Tijdens onderzoek naar de laat-negentiende eeuwse correspondentie tussen de Leidse hoogleraar P. J. Cosijn en diens student G. J. P. J. Bolland stuitte ik in de Leidse Universiteitsbibliotheek op een brief met een groot aantal observaties over het Katwijks. De Groningse Bolland werkte van 1877 tot 1879 als schoolmeester in Katwijk aan Zee en stuurde zijn … [Lees meer...] overUnieke bron over het Katwijks uit 1879 aan het licht gebracht
Call for papers for a colloquium on Monolingual histories – Multilingual practices Issues in historical language contact
Annual colloquium of Taal & Tongval: Language Variation in the Low Countries 1 December 2017 Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (KANTL) Ghent, Belgium http://taalentongval2017.blogspot.be Keynote speakers Päivi Pahta (University of Tampere) Joe Salmons (University of Wisconsin - Madison) Marijke van der Wal (Leiden University) … [Lees meer...] overCall for papers for a colloquium on Monolingual histories – Multilingual practices Issues in historical language contact
Schrijnens Handleiding honderd jaar
Door Michiel de Vaan Honderd jaar geleden verscheen bij Sijthoff in Leiden de Handleiding bij de studie der Vergelijkende Indogermaansche Taalwetenschap, vooral met betrekking tot de Klassieke en Germaansche Talen. Het is een van de weinige Nederlandstalige handboeken van het Indo-Europees geweest, en een van de mijlpalen in de geschiedenis van de Nederlandstalige … [Lees meer...] overSchrijnens Handleiding honderd jaar
Vooraankondiging: Atlas van de Nederlandse taal
Eind april verschijnen: Atlas van de Nederlandse taal - Editie Nederland, van Mathilde Jansen, Nicoline van der Sijs, Fieke Van der Gucht, Johan De Caluwe, en Atlas van de Nederlandse taal - Editie Vlaanderen, van Fieke Van der Gucht, Johan De Caluwe, Mathilde Jansen, Nicoline van der Sijs Taal boeit heel veel mensen. Kijk maar naar het succes van de jaarlijkse zoektocht … [Lees meer...] overVooraankondiging: Atlas van de Nederlandse taal
Noordelijk dialect praat je achter in de mond
Door Marc van Oostendorp Wanneer je naar de volksuniversiteit gaat om een taal te leren, hoor je het nog wel eens iemand beweren: Russich spreek je "voor in de mond" uit, Duits "achter in de mond". Ook over dialecten hoor je dat soort dingen weleens: wie dit of dat dialect wil imiteren, moet een plekje ergens in zijn mond vinden om het uit te spreken. In de Nederlandse … [Lees meer...] overNoordelijk dialect praat je achter in de mond
Limburgse dialecten online
Door Miet Ooms Eindelijk is het zover: het WLD staat online: http://e-wld.nl/ En ik ben er ontzettend blij mee. Belachelijk blij zelfs. Waarom? Daar zijn verschillende redenen voor. Langlopend Ten eerste: het WLD (Woordenboek van de Limburgse Dialecten) is een van de langstlopende woordenboekprojecten van ons taalgebied. Iedereen of toch iedereen die intensief met het … [Lees meer...] overLimburgse dialecten online
Huldenummer Jan Goossens (V&M jg. 126, aflev. 1-2)
De KANTL stelde een huldenummer van haar tijdschrift Verslagen & Mededelingen samen voor haar erelid Jan Goossens. Goossens, geboren in 1930, 38 jaar lang werkend lid en erelid van de KANTL sinds 2014, werd daarmee geëerd om zijn grote verdienste voor de taal- en literatuurwetenschap. Het nummer werd gepresenteerd afgelopen woensdag, 16 november 2016, en het symbolische … [Lees meer...] overHuldenummer Jan Goossens (V&M jg. 126, aflev. 1-2)
Waarom ze in West-Brabant ‘spieker’ bleven zeggen
Door Jan Stroop Over woordinruil en lexicale leemtes Op 26 oktober publiceerde Marc van Oostendorp een blog waarin hij ’t verschil beschreef tussen veranderingen van een klank die in alle betrokken woorden tegelijkertijd en in dezelfde mate gebeuren en klankveranderingen die zich woord voor woord voltrekken. Het eerste type verandering illustreert hij met de verlaging … [Lees meer...] overWaarom ze in West-Brabant ‘spieker’ bleven zeggen