Wat voor woord is tschijnt? Het lijkt op het eerste gezicht enkel en alleen een verbogen werkwoord:
- Tschijnt te gaan regenen.
In een nieuw artikel in Studia Linguistica laten Julie Van Bogaert en Torsten Leuschner zien dat het woord in sommige regio’s aan het veranderen is in een woordje dat je vrijelijk door een zin kunt strooien, soms in de vorm tschijnt:
- Maar die moet tschijnt ook wel vrij vlot Nederlands gesproken hebben,
Dat dit niet zomaar een werkwoord is blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat je het niet in de verleden tijd kunt zetten:
- Maar die moest tscheen ook wel vrij vlot Nederlands gesproken hebben. [uitgesloten]
Van Bogaert en Leuschner laten zien dat het een Vlaams verschijnsel is. Tschijnt is hier wel afgeleid van (het) schijnt, maar het gedraagt zich niet meer als werkwoord (of als klein zinnetje).
In hun artikel geven Van Bogaert en Leuschner een historisch overzicht van de ontwikkeling van tschijnt in het Nederlands, dat op deze manier gespeld al in de zestiende eeuw voorkwam:
- Tschijnt dat hi van duechden scrijft menich sermoen.
In deze zin is Tschijnt duidelijk nog wel een werkwoord: er hangt een bijzin vanaf die begint met dat. In die tijd vond je ook constructies waarin de rest van de zin een hoofdzin is zonder dat:
- Tschijndt sy sijn vol lieften en charitaten.
Hier is tschijndt al bijna een soort bijwoord geworden: het onderwerp is in het werkwoord gekropen, het wordt nauwelijks nog als een eigen zinnetje geïnterpreteerd. Het moderne gebruik is daar een extremere versie van.
Interessant is wat Van Bogaert en Leuschner schrijven over de betekenis. Het hulpwerkwoord schijnt geeft aan dat de spreker denkt dat iets het geval is op basis van bepaalde gronden. Van die gronden bestaan grofweg twee soorten: je hebt het van horen zeggen, of je hebt het geconcludeerd op basi van de een of andere redenering. In veel zinnen kan schijnen allebei de betekenissen hebben, al is er soms een voorkeur door de context:
- (Ik heb met Winnie over de kinderen gesproken en) ze schijnen heel gezond te zijn. [van horen zeggen]
- (Ik heb de kinderen een goed bekeken en) ze schijnen heel gezond te zijn [redenering]
Tschijnt heeft altijd de betekenis van horen zeggen. ‘Die moet tschijnt goed Nederlands spreken’ betekent dat iemand je dat verteld heeft, niet dat je dat concludeert op basis van feiten.
In Nederland is tschijnt nog wat verder afgesleten en wordt het gebruikt als schijnt, dat dan meestal aan het eind van de zin staat. Maar ook dan betekent het weer ‘ik heb dat vernomen’:
- en die lui maken trouwens wel winst, schijnt
Mient Adema zegt
Een enkel woord kan dus een karakterverandering ondergaan, zoals hier van werkwoord naar bijwoord. In dat verband is het wel grappig dat je bij een kleine uitbreiding (zoals in "naar het schijnt") al meteen in de modus zit van "ik heb dit echt uit eigen ondervinding ontdekt" en niet meer van alleen "horen zeggen".
Wim zegt
Ik zou in de betekenis 'redenering' nooit 'schijnen' gebruiken maar altijd 'lijken', dus: '(Ik heb de kinderen een goed bekeken en) ze lijken heel gezond te zijn.' Nooit eerder beseft dat er gebruisverschillen zijn tussen 'schijnen' en 'lijken', ik dacht altijd dat het puur een verschil van stijlniveau was. Interessant.
Jan Stroop zegt
Zou 'schijnt' op 't eind van de zin niet de inversie-variant: 'schijnt 't' kunnen zijn?
Mient Adema zegt
Dat zullen we even aan ons taalvormingscentrum moeten vragen. Het lijkt me dat dat of waar is of dat het voorgaande onderwerp van het slot is. We snappen onszelf soms niet.
Ton van der Wouden zegt
In het Afrikaans heeft "glo" (< geloof ik) zich ontwikkeld tot een soort modaal partikel dat zoiets als"voor zover ik weet, waarschijnlijk" betekent:
"Hy het glo aan drank verslaaf geraak omdat hy kliënte by sy vorige werk tot in die oggendure moes onthaal." (https://www.facebook.com/netwerk24/posts/1552898524953731)