• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Logo

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Artikelen
  • Media
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Vriendschap met vogels in het vogelhuis

23 november 2021 door Marit Evers 1 Reactie

De klimaattop in Glasgow is achter de rug. Een mooi moment om even stil te staan bij iets wat ecologen, filosofen en andere klimaatdenkers ons al een tijdje duidelijk proberen te maken: klimaatverandering is voor een groot deel veroorzaakt door de gedachte dat de mens boven de natuur zou staan. Er wordt daarom in toenemende mate gepleit voor een omslag in het denken over de relatie tussen mens en natuur. We zouden deze twee niet langer als opponenten moeten beschouwen, maar als eenheid. Ook in de literatuur verkennen schrijvers dit idee steeds vaker. Zo publiceerde Eva Meijer in 2016 de roman Het vogelhuis, waarin een mens bevriend raakt met de vogels in de tuin. Meijer houdt zich in zowel haar literaire als wetenschappelijke werk veel bezig met vraagstukken rondom natuur. Zo schreef ze meerdere romans en essays over dieren en promoveerde ze in 2017 in de filosofie met het proefschrift ‘Political Animal Voices’. Hiermee won ze de Praemium Erasmianum Dissertatieprijs.

Zenuwachtig

Het vogelhuis is gebaseerd op het leven van de Britse Gwendolen Howard (1894-1973) die altviolist was en daarnaast onderzoek deed naar vogels, zonder dat ze hiervoor een wetenschappelijke studie volgde. Meijer beschrijft in haar roman de levensloop van deze musicus en amateurbioloog. Het verhaal begint in 1900, wanneer Gwendolen samen met haar vader, moeder en zusje Olive in Wales woont. Ze groeit op tussen de vogels en ontwikkelt al vroeg een liefde voor deze dieren. Als ze 21 jaar is, vertrekt ze naar Londen om in een orkest te spelen en een grote violiste te worden. Maar het leven in de grote stad is niet voor haar weggelegd. Ze mist de natuur, en met name de vogels. Daarom trekt ze op den duur naar Ditchling, een dorpje in het zuiden van Engeland, en gaat wonen in wat ze zelf ‘het vogelhuis’ noemt.

Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog leeft Gwendolen afgezonderd van de buitenwereld, samen met de vogels in haar tuin die ze allemaal een naam heeft gegeven. Ze geeft de vogels te eten, leert ze tellen en benadrukt bovendien de individuele verschillen tussen de vogels. Ondertussen bestudeert ze de pimpelmezen, roodborstjes en koolmezen en schrijft hierover in tijdschriften. In de manier waarop zij het gedrag van de vogels onderzoekt, onderscheidt ze zich van de wetenschappers uit haar tijd. Binnen de biologie wordt namelijk onderzoek gedaan naar het gedrag van vogels in laboratoria. Maar Gwendolen vindt deze manier van onderzoeken niet betrouwbaar en gepast: ‘Ze doen de laatste tijd veel onderzoek naar intelligentie van vogels in laboratoria, maar vogels gedragen zich anders in gevangenschap. Ze worden zenuwachtig. Ik wil weten hoe ze zich in vrijheid gedragen.’

Liters thee

Het hoofdpersonage benadrukt door het hele boek de overeenkomsten en de gelijkwaardigheid van mensen en vogels. De vriendschap tussen vogels en mensen zou volgens haar bijvoorbeeld hetzelfde werken: ‘vertrouwen gaat vooraf aan een vriendschap, aan iedere hechte relatie, maar het groeit ook als het niet beschaamd wordt.’ En vrienden bescherm je in tijden van nood. In de Tweede Wereldoorlog zijn mensen constant bezig om genoeg eten voor zichzelf en andere mensen te vinden, maar Gwendolen maakt zich er vooral zorgen over of haar vogels wel genoeg te eten krijgen. Ook beschermt ze de vogels als er plannen worden gemaakt voor de aanleg van een vakantiepark naast de heg waarin de vogels wonen. Ze tekent bezwaar aan in de hoop dat de vogels hun oorspronkelijke woonplek kunnen behouden. 

Wat Gwendolen het meest met de vogels verbindt, is haar muzikaliteit: ‘Ik ga aan de piano zitten en speel een paar noten. Gisteren hoorde ik een van de merels een motiefje van Bach nazingen.’ Ondanks de muziek is het toch een verstild verhaal. In de eerste helft van de roman komen veel gesprekken voor, maar vanaf het moment dat Gwendolen in haar eentje in het vogelhuis woont, lezen we voornamelijk haar gedachten. De tijd lijkt langzaam voorbij te gaan, de dagen kennen veel herhaling.

Verstilling en herhaling kunnen een verhaal kracht geven, maar het kan ook uitmonden in saaiheid. Het vogelhuis bevindt zich soms helaas aan de verkeerde kant van de lijn. Op den duur wordt er zo ongeveer om de bladzijde thee ingeschonken. Dat is überhaupt al niet zo’n spannende handeling, maar de liters thee die hier worden weggedronken, maken het allemaal wel heel eentonig. Ook de taal had wat gevarieerder mogen zijn. Na in korte tijd drie keer de zin ‘ik lachte, ondanks mezelf’ gelezen te hebben, had ik toch enige behoefte aan een alternatieve formulering. Wel moet gezegd worden dat het thema zich leent voor een boek dat traag voortkabbelt. En bovendien: als iedereen net als Gwendolen thee zou blijven drinken in zijn huiskamer, zouden veel klimaatproblemen als sneeuw voor de zon verdwijnen. Te midden van alle ‘action, action, action’ is een beetje saaiheid misschien helemaal zo gek nog niet. 

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel, Jong Tags: eva meijer, het vogelhuis, recensie

Lees Interacties

Reacties

  1. Arno. zegt

    24 november 2021 om 14:05

    Die saaiheid waarover je het hebt, heb ik bij het lezen van de roman Het Vogelhuis niet ervaren. Misschien dat ik door mijn betrokkenheid bij en gericht zijn op vogels minder ontvankelijk ben geweest voor de genoemde herhalingen, of juist ontvankelijker voor de geschiedenissen met de vogels, die het tweede deel van het boek beheersen. Het benieuwd zijn naar hoe het afloopt met de plannen voor het vakantiepark hebben me door naar het einde aangespoord zonder dat ik oog had voor de eventuele saaiheid?
    Of kan het toch bij jou als lezer worden gezocht. Wat zegt het dat je het eerste deel, waarin de hoofdpersoon vooral in contact is met mensen, aantrekkelijker vond dan het tweede, waarin de hoofdpersoon bijna alleen nog contact legt met vogels? Misschien ben je zelf nog onderhevig aan het ‘vooroordeel’ dat mensen boven de natuur staan (dus boven dieren). Het feit dat mevrouw Howard zo’n vertrouwelijke en veelzijdige omgang ontwikkelt met vogels is een spannend verhaal op zich om te lezen. Wie met vogels is omringd, is niet alleen; ook niet als er geen of nauwelijks contact is met medemensen. Met vogels omringd zou iedereen kunnen zijn (vogels zijn werkelijk bijna overal aanwezig), maar je bent het pas daadwerkelijk als je je van die vogels bewust bent, er aandacht voor hebt. Ik maak veel minder diep en intens contact met vogels dan mevrouw Howard (mis bijv. de gave van het fotografisch geheugen waarmee je vogels individueel kunt herkennen), en toch ervaar ik het al.

    Misschien is het stilistisch niet zo sterk om bepaalde zinsneden meermalen letterlijk te herhalen, of misschien wil de auteur daar juist iets mee zeggen en heeft het bewust gedaan? Om daar iets over te kunnen denken moet ik het boek nog eens lezen, en dat idee vind ik best aantrekkelijk. Zo saai, nogmaals, vond ik het niet.

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Openingszin van de week

Ik zag haar voor het eerst op een vroege decembermorgen.

De openingszin van deze week komt uit Dagen van glas (2023) van Eva Meijer. Het is een uitwerking van diens eerder verschenen novelle Haar vertrouwde gedaante (2021). Het boek vormt een collage van drie gezinsleden, moeder, vader en dochter, die zich alle drie niet echt thuis voelen. Hoewel de moeder de special van een filosofisch […]

➔ Lees meer
  • Facebook
  • YouTube

Thema's

#taalkunde
Ik zou dat niet pikken als ik jou was
De vervaagde grenzen van de neerlandistiek
“Taal kan iets doen met je moraal”
Wie schrijft, schrijft gelijk: mannelijke en vrouwelijke auteurs
Een koffietje doen
#letterkunde
Ik zag haar voor het eerst op een vroege decembermorgen.
Het besturen van een trekker is een daad van soevereiniteit.
Als schrijvers zichzelf voorlezen
Op de dag dat Minnie Panis voor de derde keer uit haar eigen leven verdween, stond de zon laag en de maan hoog aan de hemel.
Het was oud en nieuw, een uur na middernacht toen ik, een volwassen vent met een vaste baan en in een zelfgemaakt varkenspak aan de rand van een industriegebied in een sloot viel.
#recensie
De letteren op de planken
In Het paradijs van slapen kleurt Joost Oomen de dood hoopvol
Yara’s Wedding: een voorstelling die je bijblijft.
Verlies, liefde en leegte: De mitsukoshi troostbaby company
Zee nu: Een dystopische roman over zeespiegelstijging
#taalbeheersing
De discussie over de vlees-/vega-/plantaardige burger/schijf/disk
De vervaagde grenzen van de neerlandistiek
Wie schrijft, schrijft gelijk: mannelijke en vrouwelijke auteurs
Taalverandering in Duckstad: van 1952 tot 2025
Maar goed, een blog over maar goed
#toekomstinterview
‘Wij willen mensen het donker laten beleven’
‘Voor kinderen is een kerk een magische plek’
‘Bekijk tijdens je studie al wat er allemaal mogelijk is, wacht niet tot iets moet.’
‘Ik geloof er toch echt in, dat je iets moet kiezen waar je blij van wordt.’
‘Geniet van wat het vak je brengt. De neerlandistiek kan je naar zoveel plaatsen brengen, zowel letterlijk als figuurlijk.’
#wijzijnneerlandici
Kwaliteit boven kwantiteit?
Literatuur, natuur, insecticiden en het internet
Jong Neerlandistiek in gesprek: studenten over de grens
#wijzijnneerlandici: Jacques Klöters
“Aan het begin van de studie sprak ik nog geen Nederlands. Na drie jaar schreef ik een scriptie in het Nederlands.”
#voordeklas
24 paar ogen, een glimlach en een gereedschapskist
De vlucht naar Engelse literatuur, waardevol of schadelijk?
Later word ik dokter! Of juf! Of allebei!
Literatuur voor alle leeftijden
De ezelsbruggetjes in ons grammaticaonderwijs; kunnen we zonder?

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d