In het tweede jaar van mijn studie Neerlandistiek aan de Universiteit van Zürich schreef ik mijn eerste werkstuk – en daar kijk ik nu twee jaar later met iets andere ogen op terug.
Het onderwerp mocht ik relatief vrij kiezen, wat ik tegelijkertijd heel leuk maar ook best moeilijk vond, omdat ik nog niet veel Nederlandse literatuur kende en de mogelijkheden eindeloos schenen. Ik begon me net in deze tijd ook voor feminisme te interesseren. Maar het grote veld van feminisme begrensde de mogelijkheden niet echt. Toevallig had ik bij een bezoekje in Nederland een essay van Murat Isik gekocht: Mijn moeders strijd. Zulke bezoekjes zijn toch wel handig (en niet alleen voor de fun). Want je kunt weliswaar de meeste boeken naar Zwitserland bestellen, maar enkel als je naar een specifiek boek zoekt – een inspirerende wandeling door de boekenwinkel is helaas niet mogelijk. Door de hulp van mijn begeleidende docent Patrick Schetters heb ik ook het boek Wees onzichtbaar van dezelfde schrijver ontdekt en zo had ik een basis.
Door mijn interesse voor feminisme heb ik me vooral op de moederfiguur geconcentreerd. In Mijn moeders strijd wordt haar strijd met haar omgeving duidelijk. Ze groeit op in een klein dorpje in Turkije. De normen van de maatschappij zijn duidelijk discriminerend tegenover vrouwen. Ook al verzet ze zich al vroeg, is het niet makkelijk en moet ze uiteindelijk ook trouwen. De man van wie ze denkt dat hij modern is en met de tradities van het dorp breekt, wordt haar keuze als echtgenoot en later de vader van haar kinderen. Maar al snel moet ze inzien dat ze mis is gegaan met deze keus. Vanaf hier volgt een leven in strijd. Ze moet – waar ze dan ook zijn, Turkije, Duitsland of Nederland – tegen haar man strijden voor zichzelf en gauw ook voor haar kinderen. Vooral in Wees onzichtbaar wordt zichtbaar hoe ambivalent de relatie met haar kinderen is. Aan de ene kant zijn haar kinderen een grote motivatie om steeds weer in verzet te gaan. Maar aan de andere kant maakt het leven met kinderen het wel moeilijker voor haar. Zolang de kinderen nog jong zijn, kan ze niet gaan werken. En juist het werken en zelfstandig geld verdienen is een belangrijke stap voor haar emancipatie. Was ze van tevoren altijd afhankelijk van haar man en het geld dat hij van de Nederlandse overheden kreeg om voor de familie te kunnen zorgen, kon ze nu onafhankelijk bepalen wat er met het geld werd gekocht. In Wees onzichtbaar wordt dit op een mooie metaforische wijze getoond. Toen ze voor het eerst een boek van een Turkse feministe wilde kopen, kon haar man dat weigeren, maar uiteindelijk kan ze het zelf kopen en legt ze het ook steeds weer demonstratief boven op de boekenstapel.
Om deze ambivalente relatie te kunnen vatten, heb ik in mijn werkstuk de verschillende relaties in het gezin onderzocht. Zo is duidelijk geworden hoe het moederschap de emancipatie beïnvloedt in positieve aspecten maar ook in negatieve aspecten. Met deze focus heb ik wel veel moeten weglaten, bijvoorbeeld de invloed van de verschillende culturen en maatschappijen. Natuurlijk moet je je bij een werkstuk altijd beperken, maar bekeken vanuit mijn perspectief van vandaag had ik toen moeten zeggen dat ik daar niet op inga en de reden moeten noemen. In ieder geval zou het heel interessant zijn voor een vervolgonderzoek.
Bij het herlezen van mijn werkstuk is me ook opgevallen dat het werkstuk heel goed weerspiegelt waar ik op dat moment van mijn studie was. Zoals gezegd begon ik me pas net met feministische literatuur bezig te houden en dat wordt ook duidelijk bij mijn literatuurlijst voor dit werkstuk: Simone de Beauvoir en Nancy Chodorow zijn daar te vinden. Dit zijn natuurlijk heel belangrijke feministische schrijfsters, maar ze zijn niet de meest recente. Het laat zien dat ik nog aan het begin stond wat het thema feminisme betreft. Bovendien toont het dat ik in mijn studie heb kunnen uitproberen waar mijn interesse ligt. Niet alleen in literair opzicht heb ik een ontwikkeling gemaakt, maar ook qua taal zie ik nu mijn foutjes van destijds en ik ben zeker – of mag het wel hopen – dat ik nu minder fouten maak.
Maar dat is het leuke aan het studeren, het is helemaal in orde als je fouten maakt en het is een tijd van uitproberen en je eigen interesse en stijl vinden. Ik kan me voorstellen dat dit speciaal bij mijn studie Neerlandistiek in Zwitserland het geval is. Juist omdat het in Zürich zo een klein studievak is, heb je veel meer vrijheid echt je eigen interesse na te gaan en kun je daar individueel in worden begeleid. Ik heb hier minder verplichte vakken en kies daardoor de modules anders. Ik heb veel minder verplichte vakken en kies mijn modules alleen naar mijn eigen interesse. Natuurlijk heb je wel een beperking door het feit dat minder modules aangeboden worden, waardoor zulke open modules net als dat van dit werkstuk super zijn. Hier heb ik gewoon een werkstuk moeten schrijven, maar helemaal zonder beperkingen wat mijn thema betreft. Ik denk niet dat het mogelijk is in een groter studievak alle studenten zo vrij te laten kiezen, maar dan toch individueel te begeleiden. Het is ook ideaal als bijvak van mijn hoofdvak Duits, omdat ik daar veel basics leer, die ik ook voor mijn studie Neerlandistiek kan gebruiken.
Kaila Adami studeert Nederlands aan de Universiteit van Zürich.
Dirk Steyaert zegt
beïnvloedt
Dirk Steyaert zegt
“rede” is niet hetzelfde als “reden”
Kendra Peters zegt
Dank voor de oplettende reactie, het stuk is aangepast.
Anne zegt
Interessant. Ik zie nog genoeg taalfouten, maar dat vind ik niet zo belangrijk. Je verhaal is goed te volgen. Ik herken de worsteling van mijn moeder. Die werkte, trouwde en ging thuis voor de kinderen zortgen, totdat de muren op haar afkwamen. Volgens mij kon ze redelijk probleemloos over geld beschikken, maar ze wilde iets buitenshuis doen. Toen mijn broef en ik wat groter waren, volgde ze met een vriendin een opleiding tot pedicure en ging ze werken. Ze kon dat werk makkelijk zelf indelen, zodat ze het ’s ochtends deed en er ’s middags voor ons was. Mijn vader voelde het wel als een bedreiging dat ze haar eigen geld ging verdienen. En wij zijn witte Nederlanders, De vrouw waar jij over schrijft moest een dubbele strijd strijden. Ik hoop dat je Anja Meulenbelt intussen hebt ontdekt. De Schaamte voorbij is een klassieker. Haar laatste boek heet Het F-boek. Ik ken het nog niet. Interessant is ook Het jawoord. Daarin beschrijft ze haar huwelijk met een Palestijnse collega van wie ze ook alweer gescheiden is.