Nadat ik op kamers ging, was mijn ouderlijk huis plots niet meer thuis. Niet dat ik mij er niet meer thuis voelde, het kreeg alleen een andere benaming. Als mijn nieuwe huisgenoten en ik namelijk naar de huizen van onze ouders verwezen, werd dat al snel gedaan met de term thuis-thuis, zonder dat er ook maar enige onduidelijkheid bestond over de betekenis hiervan. Interessant, want thuis- thuis is nergens in de Dikke van Dale te vinden, noch is het een begrip dat ons van jongs af aan werd aangeleerd. Dat geldt echter wel voor de twee identieke delen waaruit thuis-thuis bestaat: thuis is in ieder woordenboek te vinden en ook kinderen weten al op jonge leeftijd wat dit woord betekent.
Blijkbaar bestaat er dus een taalproces waarin het combineren van twee gelijke woorden kan leiden tot een nieuw woord. Taalkundigen noemen dit proces “reduplicatie” en de woorden die hieruit voorkomen “herhalingswoorden”.
Herhalingswoorden
In 2000 werd een boek van taalkundige Wim Daniëls uitgegeven over zogenaamde “herhalingswoorden” als komkom, tuuttuut en hoho. Dit zijn woorden die bestaan uit twee (of meer) gelijke woorddelen (in dit geval kom, tuut en ho). Medetaalkundige Rochelle Lieber erkent twee vormen van reduplicatie: volledige reduplicatie en gedeeltelijke reduplicatie, waarin – de naam zegt het al – woorddelen ofwel in het geheel ofwel voor een deel worden herhaald. Denk hiervoor bijvoorbeeld aan voorbeelden als fiftyfifty (volledige reduplicatie) of hocus pocus (gedeeltelijke reduplicatie).
Reduplicatie wordt niet in elke taal even actief gebruikt – of, in taalkundige termen, het is niet overal even “productief”. Hier werkt taal eigenlijk als een automaat dat warme dranken produceert, waarin de verschillende processen voor woordvorming als keuzemogelijkheden op het display staan. Neem je vandaag een lekker kopje “leenwoord” of ga je toch voor een kop “verbastering” met een zoetje? Net als bij taalprocessen wordt de ene warme drank vaker geproduceerd dan de ander. Misschien is er zelfs een drank die praktisch nooit wordt gekozen. Zo vind ik bouillon als optie zelf veel te ver gaan, maar dit terzijde. Zo’n niet-gekozen proces is dan dus niet productief.
Reduplicatie in het Nederlands
Voor The World Atlas of Language Structures (WALS) is de productiviteit van reduplicatie onderzocht voor 368 talen. Zoals te zien is in de volgende figuur is reduplicatie in de meeste West- Europese landen niet productief.
Toch komt er wel degelijk reduplicatie voor in de Nederlandse taal. Denk bijvoorbeeld aan leenwoorden als jojo, couscous en bonbon, maar ook woorden waarmee we geluiden nabootsen: van dierengeluiden (kwek kwek, wafwaf) tot geluiden van voertuigen (toet-toet, vroem-vroem, tjoeketjoeke). Daarnaast kom je herhalingswoorden tegen wanneer je wordt opgelicht bij een spelletje balletje-balletje, wanneer je graag luistert naar muziek van Duran Duran, Talk Talk, The The en Mr. Mister of wanneer je elk gesprek beëindigt met hoihoi, doeidoei of dagdag.
Hoewel deze voorbeelden allemaal bestaan uit twee identieke delen, zijn ze toch nét even anders dan thuis-thuis. Dit komt omdat thuis-thuis een voorbeeld is van een specifiek soort reduplicatie, namelijk “contrastieve focusreduplicatie”. Wat er met deze vakterm bedoeld wordt, is dat herhalingswoorden als thuis-thuis de focus verleggen naar een specifieke variant van het herhaalde woord thuis. Dit wordt verduidelijkt in de volgende voorbeelden:
- Student tegen huisgenoot: “Ik eet vanavond thuis”.
- Student tegen huisgenoot: “Ik eet vanavond thuis-thuis”.
Waar er in (1) een contrast is tussen thuis en alle andere mogelijke plekken waar de student zou kunnen eten (bijvoorbeeld bij een vriend, op de uni, etc.), is er in (2) een contrast tussen specifieke soorten “thuis” (namelijk het ouderlijk huis en het huis waar de student nu zelf woont). Op diezelfde manier is een meisje-meisje een bepaald soort “meisje” en vind je wanneer je iemand leuk-leuk vindt iemand een bepaald soort “leuk”.
Over de grens
Ondanks dat reduplicatie in de meeste West-Europese talen niet productief is, komen herhalingswoorden in de meeste hiervan tóch voor. Hieronder staan voorbeelden uit het Engels, Duits en Italiaans.
3. Engels
Is he French or French-French?
‘Is hij Frans of Frans-Frans?’
4. Duits
A: Ich war am Wochenende daheim.
‘Ik was dit weekend thuis.’
B: Hier in Mainz oder daheim-daheim?
‘Hier in Mainz of thuis-thuis?’
5. Italiaans
adagio-adagio
‘langzaam-langzaam’
Deze voorbeelden uit het Engels, Duits en Italiaans zijn voorbeelden van contrastieve focusreduplicatie. Met French-French wordt bijvoorbeeld een specifiek soort Frans bedoeld en met daheim-daheim, net als met thuis-thuis, een bepaald soort thuis.
In veel niet-Europese talen heeft reduplicatie echter heel andere functies, waarvan ik er enkele zal benoemen. In de taal Nuxálk, nog gesproken door slechts tientallen ouderen in Canada, wordt reduplicatie gebruikt om de meervoudsvorm van bepaalde zelfstandige naamwoorden te maken. In het voorbeeld in (6) wordt bijvoorbeeld –tn herhaald om de meervoudsvorm van het woord voor “boom” te maken.
6. Nuxálk
s-tn ‘boom’
s-tntn ‘bomen’
Daarnaast gebruikt Sahaptin, gesproken door de oorspronkelijke inwoners van Noordwest Amerika, reduplicatie om aan te geven dat de actie van een werkwoord zich herhaalt. Waar het Nederlands dit vaak doet door het werkwoord blijven toe te voegen (bijvoorbeeld blijven lopen), doen de sprekers van Sahaptin dit dus door een werkwoord te herhalen.
7. Sahaptin
lik’p ‘eenmaal knipperen’
lik’plik’p ‘blijven knipperen’
Ten slotte is er een aantal talen waarin het redupliceren van een woord een extra betekenis geeft die te vertalen valt als “een beetje” of “enigszins”. Hieronder een voorbeeld uit het Jamaicaans.
8. Jamaicaans
yala ‘geel’
yala-yala ‘geelachtig’
Dit is slechts een greep uit de mogelijke betekenissen van geredupliceerde woorden. Zoals op de kaart van WALS te zien is, is reduplicatie immers productief in nog veel meer talen dan hier genoemd zijn.
Wellicht vallen na het lezen van dit artikel herhalingswoorden je meer op dan hiervoor. Misschien is de claim van het WALS dat reduplicatie niet productief is in het Nederlands dan toch incorrect. Als je erop let, merk je namelijk dat herhalingswoorden vaak-vaak voorkomen!
Casper Markesteijn zegt
Herhaling van woorden is in het taalgebruik van veel jongeren heel gebruikelijk om een versterking van betekenis aan te geven: het is echt waar-waar, het is daar cool-cool, doe niet gierig-gierig, enz.
Christa Weijer zegt
In het Papiaments en Antilliaans Nederlands komt reduplicatie veelvuldig voor, en dient het o.a. als versterking. Ik miste de dots op de kaart van WALS bij Aruba, Curaçao en Bonaire!
Marc van Oostendorp zegt
In de WALS worden niet alle talen opgenomen (dat zijn er zevenduizend), maar een zo representatief mogelijke steekproef.