Spreekwoord van de week • “Als je het over de duivel hebt…”
Degene over wie men spreekt, laat zich dikwijls op dat moment zien.
Je kent het vast wel: je bent net over iemand aan het praten, en opeens krijg je een appje van de persoon in kwestie, of komt die opeens de kamer binnen. Vaak zeg je dan: ‘Als je het over de duivel hebt…’ Het tweede deel van dit spreekwoord wordt vaak weggelaten – zo vaak zelfs, dat veel mensen niet eens weten dat er nog een tweede deel aan vastgeplakt zit.
Maar er is wel degelijk een tweede deel. Sterker nog: daar zijn verschillende varianten van. Veruit de bekendste variant is ‘Als je het over de duivel hebt, dan trap je (hem) op zijn staart’. Dit verwijst naar de nabijheid van de duivel – als je het over hem hebt, staat hij zo dichtbij dat je per ongeluk op zijn staart kunt staan. Maar van huis uit ken ik het spreekwoord als: ‘Als je het over de duvel hebt, rammelen zijn pootjes’. Het ‘rammelen’ van de pootjes verwijst dan naar het geluid van bokkepoten op de grond; de duivel wordt immers vaak afgebeeld met bokkenpoten en hoorns. Deze beeltenis is geïnspireerd op Pan, de Griekse god van de duisternis, die het bovenlijf van een mens had, maar het onderlijf en de hoorns van een bok. En over Pan gesproken: het woord ‘paniek’ verwijst oorspronkelijk naar angst voor de duivel (Pan dus)!
Maar net als ‘sjiek de friebel’ lijkt deze pootjesvariant van deze uitdrukking er één die niet heel ver lijkt te strekken buiten mijn familie. Op internet kon ik er relatief weinig over vinden, al lijkt ‘dan rammelen zijn benen’ wel vaker voor te komen. Slechts twee van de 67 mensen gaven in reactie op mijn Twitter-poll aan gehoord te hebben van deze variant; driekwart kende alleen de staartvariant en iets minder dan een kwart was zich niet bewust van het feit dat “als je het over de duivel hebt” slechts de eerste helft van de uitdrukking is.
Maar of je nou verwijst naar zijn staart of naar zijn poten, het spreekwoord gaat erover dat de duivel er plotseling is wanneer je over hem spreekt. Van oudsher werd namelijk gedacht dat de de duivel geattendeerd werd op jouw bestaan als je zijn naam zou noemen. In de 16de eeuw werd dit spreekwoord al gebruikt, zij het in een iets andere vorm: ‘Daermen van den duvel cout, hy isser gheerne omtrent’, vrij vertaald: ‘Wanneer je over de duivel praat, is hij graag dichtbij’.
In het Duits en in het Engels is dit spreekwoord overigens ook een stuk minder cryptisch. De Duitse variant van dit spreekwoord is ‘Wenn man vom Teufel spricht, dan kommt er’, en in het Engels is het ‘speak of the devil and he doth/shall appear’. Maar ook in deze talen is het gebruikelijk om de tweede helft van het spreekwoord weg te laten en de gevolgen van het spreken over de duivel impliciet te laten.
Opvallend is dat in het Frans en het Latijn dit spreekwoord niet over de duivel gaat, maar over een wolf. In het Frans zeg je namelijk: ‘Quand on parle du loup (on en voit la queue)’. Dat betekent: ‘Wanneer je praat over een wolf (dan zie je zijn staart)’. Het Latijn heeft een vergelijkbare frase: ‘Lupus in fabula’ (‘De wolf in de fabel’), waarvan de herkomst onduidelijk is.
Maar iemand vergelijken met de duivel is natuurlijk niet de meest positieve manier om over iemand te praten. Misschien was je iemand wel net aan het complimenteren toen die plotseling verscheen – dan zou het vreemd zijn om plotseling over de duivel te beginnen. Van dit spreekwoord bestaat daarom nog een variant waarin je de persoon in kwestie vergelijkt met een engel: ‘Als je over een engel spreekt, hoor je zijn vleugels/klapwieken zijn vleugels’. Ook in het Engels kun je zeggen: ‘Speak of an angel and you’ll hear his wings’. Maar net als de pootjesvariant is deze een stuk minder bekend.
Genoeg varianten van dit spreekwoord dus! Maar welke moet je nu kiezen? Dat is pas een duivels dilemma…
Laat een reactie achter