Wat kun je eigenlijk worden met zo’n studie Nederlands, en hoe? Daar willen we graag zoveel mogelijk antwoorden op, voor alle huidige studenten, studiekiezers, en andere nieuwsgierige meelezers. In de toekomstrubriek van Jong Neerlandistiek gaan we de komende tijd interviews verzamelen met afgestudeerden die een leuke baan hebben gevonden.
Frank Beijen ging Nederlands studeren met een heel concreet doel: hij wilde de schrijvende journalistiek in. Zijn studie in combinatie met heel veel andere journalistieke activiteiten, zorgden ervoor dat het hem lukte. Na zijn afstuderen was hij geen dag werkloos. Momenteel werkt hij als eindredacteur bij het populairwetenschappelijke tijdschrift Quest. Hoe ziet die functie eruit en wat ging eraan vooraf?
Kun je iets vertellen over je huidige baan?
“Ik ben eindredacteur bij Quest, een populairwetenschappelijk tijdschrift dat elke vier weken uitkomt. In het tijdschrift bespreken we allerlei onderwerpen en kijken we wat de wetenschap erover te zeggen heeft. Het blad is voor een heel breed publiek dus het moet vooral heel prettig leesbaar zijn. Quest moet je in principe aan de rand van het zwembad kunnen lezen. Ik werk eraan mee dat de lezer ongemerkt en soepel door het verhaal wordt geloodst. Als eindredacteur ben ik één van de mensen die ervoor zorgt dat een toch al goed artikel van een collega nog beter wordt. Dat doe ik nu drie jaar. Hiervoor werkte ik ook al vijf jaar bij Quest, maar dan als redacteur.
Als redacteur heb ik bijvoorbeeld een artikel geschreven over de vraag waarom sommige mensen zoveel lawaai maken met hun stembanden tijdens het niezen en andere niet. We deden zelf onderzoek en vonden een verband tussen hard niezen en extraversie. Introverte mensen zijn minder geneigd om veel geluid te maken tijdens het niezen. Als eindredacteur ben ik nu op een heel andere manier bezig met de teksten dan ik als redacteur was en dat vind ik heel leuk. In plaats van het doen van research, bestaat mijn dag nu bijna volledig uit het bezig zijn met teksten. Ik begeleid de teksten van de eerste ingeleverde versie in Word tot het laatste gepruts in InDesign.”
Waarom ben je Nederlands gaan studeren?
“Op de middelbare school wist ik al dat ik de schrijvende journalistiek in wilde. Dus met dat in mijn achterhoofd heb ik me aangemeld voor de studie Nederlands in Utrecht. Ik wist ook dat er een minor journalistiek was in Utrecht waarbij je een halfjaar aan de Hogeschool voor de journalistiek zou studeren. Voor die minor was een selectieproces, omdat er te veel mensen waren die dat wilden doen. Daarvoor was het handig dat ik al schrijfervaring had.
Toch zou ik willen zeggen dat het niet alleen de studie Nederlands is die mij tot journalist en eindredacteur heeft gemaakt. Het zijn vooral ook de dingen die ik naast mijn studie deed. Zo heb ik met een paar mensen het faculteitsblad Geestdrift opgericht, heb ik een bestuursjaar van mijn studievereniging gedaan, en liep ik stage bij BNR Nieuwsradio. Ook heb ik nog een half jaar politicologie in Engeland gestudeerd. Het was allemaal heel veel dus ik heb dan ook wel vijf jaar over mijn bachelor gedaan. Het is me vooral bijgebleven dat ik bijna twee jaar heb gedaan over mijn scriptie waar één blok voor stond. Ik vond werken eigenlijk gewoon interessanter dan studeren. Dat neemt niet weg dat ik Nederlands een heel goede basis vind, omdat je alles over taal leert.”
Hoe verliepen je journalistieke activiteiten vanaf het moment dat je was afgestudeerd?
“Tijdens mijn studie liep ik dus stage bij BNR Nieuwsradio. Daar ben ik toen blijven hangen en heb ik vier jaar gefreelancet. Daarna ben ik naar het Leidsch Dagblad gegaan als redacteur. Op elk niveau heb ik te horen gekregen dat ik goed kon schrijven. Dat was op de middelbare school al zo, tijdens mijn studie Nederlands en eigenlijk bij elke stap die ik maakte. Maar het leuke is dat ik bij elke stap weer heel veel dingen heb geleerd over hoe ik het nog beter kon doen, zoals hoe ik beter kon formuleren. Bij Quest heb ik heel goed geleerd hoe ik een tekst beter kan opbouwen. Een tekst van Quest van 1500 woorden is heel iets anders dan een krantenbericht. Aanvankelijk werkte ik dus als redacteur, maar ik gaf zo vaak hardop mijn mening over allerlei taalkwesties, dat ik uiteindelijk een bureautje verderop op het eindredactie-eiland ben terechtgekomen.
De studie Nederlands heeft mij vooral geleerd dat je alles op duizend verschillende manieren kunt uitdrukken en dat alles weer zijn eigen connotatie heeft. Je kunt hetzelfde heel sierlijk én heel droog zeggen. Met taal kun je alles doen, je kunt alles altijd een andere draai geven. Door de studie heb ik ingezien hoe je taal kunt benaderen vanuit alle drie de poten van de studie Nederlands: taalkunde, letterkunde en communicatie. Ik denk dat veel buitenstaanders van de studie Nederlands niet weten hoeveel dimensies er in de studie Nederlands zitten en dat je taal echt volledig binnenstebuiten kunt keren. In die zin denk ik dat ik echt wel meer van taal begrijp dan niet-neerlandici.”
Laat een reactie achter