Verslag van mijn Student in de Klas-bezoek
Dit voorjaar is de afdeling Nederlandse Taal en Cultuur van de Radboud Universiteit begonnen met een nieuw project: Student in de Klas. Studenten van de opleiding gaan terug naar hun oude middelbare school en geven daar een gastles. Ze doen dat over een specifiek onderwerp, waarvan zij verbaasd, verwonderd of verguld waren erover te leren. In deze aflevering vertelt tweedejaars Hilke Cranenbroek over haar ervaring.
Beatrijs
Tijdens mijn gastles op mijn oude middelbare school, het Varendonck College in Asten, vertelde ik over het Middelnederlands. Aan de hand van de Beatrijs illustreerde ik de verandering van onze taal. Hoe is het verhaal van Beatrijs nu bij ons? Hoe komt het dat we zo’n oude tekst tegenwoordig nog steeds kennen? En wat stond er eigenlijk in dat oorspronkelijke handschrift van de Beatrijs? De Beatrijs is een Middelnederlandse Marialegende, waarvan de enige bewaard gebleven tekst stamt uit circa 1374. Het wordt bewaard in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Met foto’s van verschillende edities van de Beatrijs heb ik de leerlingen laten zien dat het allemaal met elkaar samenhangt. Ik gaf de gastles aan twee vwo4-klassen tegelijkertijd. Zij waren net klaar met het behandelen van de literatuurgeschiedenis, waardoor ze nu aan de slag kunnen met het lezen van oude werken voor de lijst. De Beatrijs zal daar, net als het geval was bij velen in mijn studiejaar, ongetwijfeld tussen zitten. Deze gastles sloot dan ook goed aan op het lesprogramma.
Opdracht
Ik heb de leerlingen tijdens de gastles de opdracht gegeven om een transcriptie te maken van vijf door mij geselecteerde regels uit de Beatrijs. Een transcriptie wordt ook wel een diplomatisch afschrift genoemd. Dit wil zeggen dat je opschrijft wat je ziet staan. Aan de hand van wat voorbeelden van de mogelijke afkortingen in dit fragment, heb ik de leerlingen een eindje op weg geholpen door vast wat lettervormen uit te lichten. Zo zijn de ‘d’ en de ‘s’ soms lastig te herkennen, omdat ze een andere lettervorm hadden dan die we nu kennen. De leerlingen ging vol enthousiasme aan de slag en er werd al meteen flink gediscussieerd of die letter nu wel of geen ‘l’ was. Ik gaf ze als tip om vooral de letters te noteren die ze herkenden en dan vervolgens te proberen om er een woord van te maken. Vele letters hebben ze correct getranscribeerd. Er zaten enkele instinkers in de tekst, zo leek de ‘l’ soms op een ‘c’ en soms op een ‘t’. Eén van de leerlingen vertelde aan haar docent dat ze het maken van een transcriptie erg leuk vond om te doen en dat ze dit zeker nog eens zou willen doen. Dat was natuurlijk ook het doel van deze gastles, de leerlingen enthousiast maken voor de neerlandistiek. Voor iedereen die hierin geïnteresseerd is, is ‘Wat staat daer?’ een aanrader.
De opleiding Nederlands
Voorafgaand aan de gastles heb ik de leerlingen eerst een Mentimeter laten invullen. Bij deze Mentimeter hoorde de vraag wat leerlingen denken dat je doet bij de opleiding Nederlandse Taal en Cultuur. Hier kwamen termen als grammatica, spelling, formuleren en leesvaardigheid vaak naar voren. Een enkeling schreef iets als geschiedenis van de taal, hoe de taal ontstaan is, literatuurgeschiedenis en oud Nederlands. Ik heb vervolgens bij alle drie de disciplines (taalkunde, letterkunde en taalbeheersing) kort verteld wat het inhoudt en een voorbeeldje genoemd. Zo vertelde ik over de discipline taalbeheersing dat je daar bijvoorbeeld leert hoe baby’s en kinderen taal leren. Ook denk ik dat de opdracht die ik de leerlingen heb gegeven heeft bijgedragen aan het veranderen van het stereotype beeld wat velen van de opleiding hebben. Dat vind ik ook meteen iets wat mensen absoluut moeten weten van de opleiding Nederlandse Taal en Cultuur; afgestudeerden komen op zó veel verschillende plekken terecht, en dat zijn echt niet allemaal docenten.
Hilke Cranenbroek is student Nederlandse Taal en Cultuur aan de Radboud Universiteit.
Laat een reactie achter