Op de Instagram-pagina #wijzijnneerlandici vertellen neerlandici iets over hun studie Nederlands en hun verdere carrière. Dit is de loopbaan van taalwetenschapper en auteur René Appel.
Ik begon mijn academische opleiding met de studie Scheikunde. Na een half jaar hield ik het daar voor gezien en meldde me bij Nederlandse taal- en letterkunde. Daar voelde ik me vanaf het begin beter op mijn plaats: de taal met al zijn mogelijkheden en verbindingen boeide me meer dan chemische formules, een boek lezen vond ik vele malen interessanter dan chemische proefjes doen in het laboratorium, en met de mensen om me heen – vooral de studenten en sommige medewerkers – had ik meer en beter contact dan met hun soortgenoten bij scheikunde.
Hoewel ik me dat nog niet direct zo bewust was, trok mijn hart eerder in de richting van de letterkunde dan de taalkunde. Voor de verplichte literatuurlijsten lazen we tientallen boeken, verreweg de meeste uit de middeleeuwen tot en met de negentiende eeuw. Hedendaagse literatuur kwam nauwelijks aan de orde (ik heb het over de jaren zestig van de vorige eeuw). Maar dat deerde niet: daarover had je het met medestudenten in de koffiekamer en in het café.
Om redenen die me nu nog gedeeltelijk duister zijn, koos ik uiteindelijk voor een specialisatie in de taalkunde. Via Nederlandse taalkunde kwam ik terecht bij Algemene Taalwetenschap, waar ik me vooral bezig ging houden met sociale aspecten van taal en taalverwerving: sociolinguïstiek en tweede-taalverwerving. Op die terreinen heb ik jarenlang gewerkt, op de Universiteit Utrecht en de Universiteit van Amsterdam, waar ik promoveerde op een proefschrift over het leren van Nederlands door Turkse en Marokkaanse kinderen.
Maar bij letterkunde gaat het ook om taal (en verbeelding) en die letterkunde was daarom nooit ver weg, mede omdat enkele goede vrienden zich daarmee bezig hielden, zowel in creatieve zin als wetenschappelijk. Ik schreef gedichten en korte verhalen, die werden gepubliceerd in literaire bladen als ‘Maatstaf’ en ‘Hollands Maandblad’. Door een toeval werd ik recensent van misdaadliteratuur voor (toen nog) NRC Handelsblad, zonder dat ik het genre goed kende overigens. Op een gegeven moment werd het tijd zelf zo’n thriller te schrijven. De eerste was getiteld ‘Handicap’. Daarna volgden 24 andere titels, waarvan er twee werden bekroond met de Gouden Strop, de prijs voor de beste Nederlandstalige misdaadroman, vier bundels met spannende verhalen en twee jeugdboeken. Maart 2023 komt mijn 26ste thriller uit, getiteld ‘Waarom niet’.
Hoewel er in de studie Nederlandse taal- en letterkunde (zeker in mijn tijd) geen aandacht besteed werd aan misdaadliteratuur heb ik toch het idee dat de studie in al zijn facetten niet alleen geleid heeft tot een academische loopbaan, maar in belangrijke mate ook tot al die spannende boeken. Als je de onderwerpen die ik hierboven noemde interessant of leuk vind, zou ik zeggen: ga Nederlands studeren. ‘Waarom niet?
Laat een reactie achter