Julia Oostdam, redacteur van museumtentoonstelling Back Street
Wat kun je eigenlijk worden met zo’n studie Nederlands, en hoe? Daar willen we graag zoveel mogelijk antwoorden op, voor alle huidige studenten, studiekiezers, en andere nieuwsgierige meelezers. In de toekomstrubriek van Jong Neerlandistiek verzamelen we de komende tijd interviews met afgestudeerden die een leuke baan hebben gevonden.
Voordat Julia Oostdam Nederlands ging studeren, studeerde ze al taalwetenschap en zou ze onderzoek gaan doen naar spelend leren in de Verenigde Staten. Het coronavirus gooide roet in het eten en ze bleef noodgedwongen toch in Nederland. In plaats van naar Amerika te gaan, startte Julia een tweede master Neerlandistiek in Leiden. Tijdens de afronding van die tweede master werd ze redacteur bij de tentoonstelling Back Street in het Literatuurmuseum in Den Haag.
Wat is er te zien in de tentoonstelling Back Street waar jij aan mee hebt gewerkt?
In Back Street komen jongeren via donkere steegjes bij spellen uit die ze in aanraking laten komen met verschillende soorten teksten: van biografieën tot spoken worden en van poëzie tot graphic novels. De tentoonstelling bestaat uit tien verschillende spellen rondom verschillende thema’s. De spellen zijn op verschillende niveaus te spelen: van vmbo tot en met vwo, en ook mbo. Iedereen kan de verschillende spellen dus op zijn eigen manier spelen, waarbij iedereen uitkomt op boeken voor zijn eigen niveau met zijn eigen interessegebied.
Hoe ziet het werk van een redacteur van een tentoonstelling in het Literatuurmuseum eruit?
Het komt eigenlijk neer op heel veel boeken lezen en die vervolgens creatief verwerken in spellen. Bijvoorbeeld door een verhaallijn te ‘vertalen’ naar een Instafeed. Of door een boekpassage om te schrijven naar raptekst. Het allerleukste aan het redacteurschap vond ik daarbij dat ik me helemaal mocht verliezen in de blik op lezen van iemand anders. Ik heb zelf ook boekgenres waar ik veel van hou, maar het ging bij het maken van de tentoonstelling natuurlijk niet om mij. Ik probeerde me tijdens het maken van de tentoonstelling steeds te verplaatsen in verschillende soorten lezers. Bijvoorbeeld in die van een 14-jarige die lezen echt haat. Voor iedere doelgroep zet je een andere bril op en verplaats je je helemaal in iemand anders. Op die manier zocht ik steeds bij ieder spel boeken uit die gebruikt konden worden.
Mijn werkplek was op de afdeling publiekszaken van het Literatuurmuseum. Ik zat daar omgeven door torens van boeken.
“Iedereen rent en vliegt op die afdeling door elkaar heen, maar ik zat daar op mijn eigen boekeneiland alleen maar met boeken bezig te zijn. Een droombaan.”
Ik las al die boeken dus heel pragmatisch vanuit verschillende lezers en op functie voor het spel, en werkte samen met een contentteam, dat meedacht over geschikte titels. Dit contentteam bestond uit experts op het gebied van jongeren en lezen, zoals promovenda Linda Ackermans en bibliothecaris Marjolein Hordijk.
Hoe ben je aan die baan gekomen?
Via de universiteit ontdekte ik dat de directeur van het Literatuurmuseum een tijdelijke assistent zocht. Ik nam contact met hem op, en dat is een van de beste dingen geweest die ik ooit heb gedaan. Het maakte me eerlijk gezegd ook niet echt uit wát ik daar deed, het leek me gewoon een opwindende omgeving, het Literatuurmuseum. En dat was het ook! Toen zijn echte assistent na 5 maanden weer terug van zwangerschapsverlof kwam, kreeg ik de kans om aan Back Street te werken. Een project dat toen net in de kinderschoenen stond. Ik was dus gewoon op het goede moment op de goede plaats, en heb die kans met beide handen aangegrepen. Wat wel spannend was hoor, zeker omdat ik me op dat moment nog meer taalwetenschapper dan neerlandica voelde.
Waarom ben je dan toch aan de studie Nederlands begonnen?
Toen de coronapandemie kwam, kon ik de plannen die ik had om naar Amerika te gaan ineens niet meer doorzetten. Ik wist toen niet goed wat ik moest doen, en dacht: nou, dan nog maar een studie. Ik hou van leren, dus een extra studie voelde als een kado aan mezelf. En ik ben dol op lezen, dus Nederlands voelde als een logische keuze. Het bleek uiteindelijk wel een hele goede keuze. Met het vak Latijn op de middelbare school moesten we een keer een redevoering schrijven. Dat vond ik zó leuk om te doen. Als ik toen had geweten dat je dat kon studeren, had ik dat gelijk gedaan.
Heb je nog iets gehad aan je studies tijdens je werk aan Back Street?
Dit vind ik een moeilijke vraag. Natuurlijk heb ik daar veel aan gehad, maar de concrete link tussen studie en werk vind ik lastig te achterhalen. De meest concrete link is een MA-cursus Jeugdliteratuur bij Yra van Dijk waar ik veel aan gehad heb. En cursussen over retorica en stilistiek, waarin je leert over wat een tekst tot een sterke tekst maakt. En natuurlijk soft skills zoals samenwerken, communiceren, allemaal vaardigheden die je ontwikkelt in je studie en die hartstikke belangrijk zijn in wat voor werk je ook doet. En een liefde voor lezen natuurlijk! Het was voor mij wel echt noodzakelijk om die stap van theorie naar praktijk te maken. Werken in de wetenschap zou niks voor mij zijn.
Het was wel spannend om ineens de rol van redacteur van een tentoonstelling op me te nemen. Ik moest echt groeien in die rol, en daarvoor vooral zelfvertrouwen kweken. Dat heb ik ook echt van deze periode geleerd: je hoeft niet alles al perfect te kunnen voordat je iets gaat doen. Als je het leuk vindt om te doen, jezelf wat tijd en ruimte gunt, dan leer je het allemaal vanzelf wel. Gewoon durven opent zoveel deuren.
Dat is een mooi advies. Heb je verder nog tips voor studenten of studiekiezers?
Ik denk dat je nooit fout kan zitten als je gewoon je nieuwsgierigheid volgt. Ik probeer altijd díe dingen te doen waarnaar ik benieuwd ben of ik het wel kan. En waarvan ik zou willen dát ik ze kan. En je weet dan niet precies waar je uitkomt, maar je weet in elk geval wel zeker dat het op een interessante plek zal zijn. En wie wil dat nou niet?
Laat een reactie achter