In de nacht van maandag 6 op dinsdag 7 februari slaap ik slecht. De situatie in Turkije en Syrië houdt me bezig. Het aardbevingsleed bepaalt mij bij het leven. Of bij de dood eigenlijk. Het dodental blijft maar stijgen, er zijn vele slachtoffers. Mensen hebben in korte tijd veel verloren. Geliefden zijn gestorven, gewond, hebben geen huis meer. Ik pieker. Ik draai. Als een dief in de nacht zijn ze daar wakker geschrokken. Nog voor de zon opkwam, in een regenachtige, koude nacht. Overvallen.
Morgen tref ik mijn leerlingen. Houdt dit hen ook bezig? Ik besluit om er tijdens mijn les aandacht aan te besteden. Na het ontbijt grijp ik een stapel kranten bij het oud papier vandaan en ik pak de krant van vandaag. Op de fiets naar mijn werk denk ik verder na. Hoe pak ik het aan? Ik besluit om een stukje van het Jeugdjournaal terug te kijken, dit heb ik gisteravond ook met mijn eigen kinderen gekeken. Verder besluit ik om te kijken hoe het loopt. De les die ik heb voorbereid kan ik inkorten of uitstellen, ik zie wel.
Om half 9 komt 4 vwo binnenlopen. Ik begroet hen bij de deur. Wanneer iedereen zit willen de eerste leerlingen al beginnen met lezen in hun leesboek. We starten elke les met een kwartier lezen. Dan begin ik. ‘Als jullie het niet erg vinden, wil ik vandaag mijn les anders beginnen’. Ik slik. ‘Mijn lesdoel vandaag is nadenken over het nieuws en erachter komen waarom dit je aanspreekt’. Ik pak de krant. Ik hou de krant omhoog. Met grote letters staat er op de Volkskrant: ‘Aardschok eist duizenden levens’. ‘Ik keek gisteravond het Jeugdjournaal met mijn kinderen. Dit nieuws trof mij. Ik wil met jullie een stukje terugkijken’. De klas knikt instemmend, er klinkt gemompel.
Ik start het Jeugdjournaal in. De klas kijkt en luistert. Wanneer ik de uitzending stopzet is het doodstil in de klas. ‘Dit nieuws houdt mij bezig’, vertel ik de klas. Ik deel mijn gedachten over de ramp. Ik vertel dat ik er slecht van heb geslapen. Een paar leerlingen geven aan dat ze dit begrijpen, nu ze deze beelden hebben gezien. Ze hadden geen idee hoe groot de impact van deze ramp was. Samen hebben we een gesprek over de getroffen landen. Na vijftien minuten begin ik de kranten uit te delen. Jullie gaan zo tien minuten in de krant lezen. Tijdens het lezen bedenk je welk nieuws je aanspreekt en waarom. Je mag arceren in de kranten wat je aanspreekt. Na het lezen pak je je schrift erbij en schrijf je op wat je aanspreekt. Daarna bespreken we in groepjes van 4 of 5 leerlingen wat je hebt gelezen en waarom je dit aanspreekt.
De leerlingen gaan aan slag. Ik loop rond. Ik zie een hoge betrokkenheid. Leerlingen zijn hard aan het werk. Ook het gesprek in kleine groepjes verloopt soepel. Leerlingen delen hun nieuws en onderbouwen waarom het nieuws hen aanspreekt. Ik kijk op mijn horloge, we hebben nog tien minuten. Wat zal ik doen? Nog met iets nieuws starten, beginnen met het programma dat ik eigenlijk had voorbereid? Het lijkt me niet verstandig.
Ik vraag de groepjes binnen een minuut één leerling aan te wijzen die de beste onderbouwing had bij zijn of haar nieuws. Deze leerling mag zijn of haar bijdrage delen met de hele klas. Wanneer we van elk groepje een leerling hebben gehoord, wil ik mijn les afronden.
Één vinger gaat omhoog. ‘Mevrouw, eigenlijk vond ik uw verhaal vanmorgen het indrukwekkendst’. Hij gaat verder. ‘De ramp heeft de mensen in Turkije en Syrië getroffen als een dief in de nacht’. ‘Het was goed om samen te praten over de impact van de aardbeving’. Een aantal leerlingen knikt. Ik bedank de klas voor hun openheid en hun inzet tijdens de les. De bel gaat, de leerlingen pakken in, ik hoef niet na te vragen of mijn lesdoel is behaald. Vandaag is het meer dan gelukt.
Rozemarijn Goossensen volgt de master Nederlands aan de Hogeschool Utrecht.
Corina Breukink zegt
Meerdere vliegen in één klap, Rozemarijn. Een mooi inkijkje in de lespraktijk van een ervaren docent die van de gebaande paden af durft te gaan om een betekenisvolle, leerlinggerichte les te geven.
Rozemarijn zegt
Bedankt voor het compliment Corina. Soms is het best spannend om je plan los te laten. Zeker in een bovenbouwklas. Maar ook dit keer heb ik ervaren dat leerlingen het juist waarderen wanneer je je kwetsbaarheid laat zien. Als docent vind ik de pedagogische kant van mijn vak, het contact met de leerlingen en leerlingen onderling ontzettend belangrijk.
Aart Goossensen zegt
Indrukwekkende invulling en leerlingen in hun kijk op rampen bewust maken wat nu werkelijk belangrijk is in leven of sterven.
Complimenten door/voor kwetsbare opstelling
En trots
Rozemarijn zegt
Dankjewel, papa!
Marjolein Wester zegt
Oprechtheid van de docent wordt altijd door leerlingen herkend. Jouw les haalde de wereld in de klas door het leed van het nieuws te delen met leerlingen. Jouw persoonlijke betrokkenheid geeft leerlingen een kans om verder te kijken. Mooi stuk Rozemarijn!
Rozemarijn zegt
Dank Marjolein! Persoonlijke betrokkenheid en burgerschap vind ik erg belangrijk. De spijker op zijn kop!
Danique zegt
Mooi geschreven, Rozemarijn! Tijdens dit soort lessen kom je er pas achter waar het onderwijs óók om draait; leerlingen iets meegeven waarover zij kunnen nadenken. Ik denk dat je dit als docent vooral doet door iets van jezelf te laten zien, de actualiteit erbij te betrekken en vooral ook door bepaalde gebeurtenissen en activiteiten de benaderen zonder methode of vanuit het schoolvak. In dit stuk laat je duidelijk zien dat je dat doel hebt bereikt!