Gerben Holwerda, bedrijfsjournalist
Wat kun je eigenlijk worden met zo’n studie Nederlands, en hoe? Daar willen we graag zoveel mogelijk antwoorden op, voor alle huidige studenten, studiekiezers, en andere nieuwsgierige meelezers. In de toekomstrubriek van Jong Neerlandistiek verzamelen we interviews met afgestudeerden die een interessante baan hebben gevonden.
Gerben Holwerda studeerde van 1990 tot 1996 Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de VU. Voor neerlandici was het werkveld toen niet optimaal. Gerben Holwerda was na zijn afstuderen een tijd taxichauffeur en liep even met het idee zich om te scholen tot IT’er. Gelukkig vond hij niet veel later zijn weg binnen de (bedrijfs)journalistiek. Inmiddels is hij directeur-eigenaar van De Nieuwe Lijn, een bedrijf dat organisaties helpt om hun verhaal te verwoorden.
Waarom heb je ervoor gekozen om Nederlands te studeren?
“Ik had een heel leuke leraar Nederlands op de middelbare school, Henk van der Ent. Hij was behalve docent ook dichter, onder de naam Anton Ent. Hij kon ontzettend goed vertellen over literatuur en droeg heel mooi poëzie voor. Door hem ben ik mij gaan interesseren voor de taal. Wel had ik eigenlijk in mijn hoofd dat ik een beroepsopleiding wilde doen, bijvoorbeeld De School voor Journalistiek. Maar in mijn omgeving leefde het idee dat je naar de universiteit moest als je dat aankon. Ik heb toen gekozen voor Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de VU. Daar heb ik overigens geen seconde spijt van gehad.”
Wat maakte dat je de studie een succes vond?
“Voor mij was dat de letterkunde. Aan het eind van mijn studie heb ik me gespecialiseerd in de editiewetenschap, een tak die zich bezighoudt met het wetenschappelijk verantwoord uitgeven van teksten. Ik heb een stage gelopen bij het Huygens Instituut. Destijds zat dat in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, waar ze allerlei handschriften bewaarden. Ik heb toen meegeholpen aan een editie van teksten van Louis Couperus. Dat was een nauwgezet karweitje: ik moest de boekedities vergelijken met de tijdschrift- en handschriftedities. Uiteindelijk ben ik ook afgestudeerd in de editiewetenschap, op de correspondentie tussen Hendrik Marsman en Jan Engelman.”
Wist je tijdens je studie al wat je daarna wilde gaan doen?
“Nee, totaal niet. Er werd tijdens mijn studie redelijk gefocust op docent of wetenschapper worden, maar dat zag ik mezelf niet echt doen. Ik liep met het idee binnen de journalistiek te willen werken, maar er was veel werkloosheid toen ik afstudeerde. Het was echt lastig om een baan te vinden. Terwijl ik solliciteerde, heb ik na mijn afstuderen daarom nog een jaar fulltime gewerkt als taxichauffeur. Ik heb een map bewaard met al mijn sollicitaties, dat waren er meer dan tweehonderd. Even heb ik er zelfs over gedacht om me om te scholen tot IT’er, omdat iedereen zich toen druk maakte over de ‘millenniumbug’. Ik ben heel blij dat ik dat uiteindelijk niet heb gedaan.”
Wat heeft je er uiteindelijk van weerhouden IT’er te worden?
“Ik kon op den duur als freelancer aan de slag bij de Delftse Courant en niet veel later ook bij een weekblad. Daarnaast had ik een halve baan als publieksvoorlichter bij Postbus 51. Mensen konden opbellen als ze ergens een vraag over hadden. Dat is wat nu eigenlijk Rijksoverheid.nl is. In die periode merkte ik dat schrijven mij het meest lag. Ik ben toen bij een klein tekstbureautje in Voorburg terechtgekomen en vanuit daar vervolgens bij een heel chique bureau in Den Haag. Na vijf of zes jaar daar kreeg ik de kans om De Nieuwe Lijn over te nemen, waar ik nu nog altijd werk.”
Kun je iets meer vertellen over De Nieuwe Lijn?
“Het bedrijf bestaat uit vijf mensen, dus ik heb vier anderen in dienst. Zij hebben verschillende achtergronden: van communicatie tot filosofie. Wij houden ons bezig met bedrijfsjournalistiek, vooral in de vorm van magazines. Sommige magazines worden online uitgebracht, andere fysiek. We hebben een heel breed palet aan klanten, maar ik heb wel een soort niche gevonden in de industrie in Rotterdam. Daarnaast doen we ook veel binnen de Rijksoverheid. Veel klanten komen binnen via ons netwerk. Zelf voel ik me eigenlijk meer bedrijfsjournalist dan directeur. Ik probeer het managen tot een minimum te beperken.”
Wat is het leukste aan je werk?
“Ik vind het leuk om erop uit te gaan, mensen te spreken, en met een goed verhaal terug te komen. De diversiteit aan mensen die ik ontmoet, spreekt me erg aan. Ik sta echt met één been in de Rotterdamse haven, en met mijn andere been tussen de topambtenaren. Het is ook leuk om me in een wereld te begeven waarvan ik in eerste instantie niet had verwacht er terecht te komen. Ik ben in principe commercieel journalist, terwijl ik niet het prototype commerciële man ben. Vaak kom ik bedachtzaam over, wat anderen in deze wereld soms apart vinden. Toch zien mensen vooral het voordeel van dat je goed over dingen kunt nadenken. Deze wereld heeft me verder geleerd dat je ook met een studie Nederlands best zakelijk succes kunt hebben!”
Jan Zwiers zegt
Buitengewoon goed weergegeven hoe breed de mogelijkheden zijn voor een neerlandicus. Analitisch denken zijn in het bedrijfsleven waardevol, het onder woorden brengen lukt succesvolle ondernemers niet altijd en daar is Gerben een meester in!