• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Kijntijd

29 april 2023 door Olivier van Renswoude 2 Reacties

Foto: Jan Nave

De knoppen barsten weer van het blad, dat zich kunstig ontvouwt en voortgroeit tot de volle tooi van bomen en kruiden. Wee dan de ziel die er niet stil bij staat om goed en nader te kijken. En weet ook: het oude woord voor dit schouwspel—dit groene uitbarsten—is het kijnen.

Bij de verschillende bomen komt het lover nooit gelijktijdig. Hagedoorn en berk zijn er telkens vroeg bij, maar es, eik en beuk laten altijd keurig op zich wachten. Die zijn ook machtiger van aard en hebben toch kennelijk wat meer dagen nodig ter voorbereiding, of nu ze jong of oud zijn, om dan wederom de wereld te beïndrukken.

Er bestaan meerdere werkwoorden voor het uitkomen van blad, bloem en steel uit hun beginsel en al vele zijn verleden en vergeten, maar er is er een in het bijzonder dat het verdient genoemd te worden en dat is kijnen. Hier en daar leeft het nog in een streektaal, zoals Veluws kienen en Twents kienen, maar in het algemeen Nederlands bestaat het allang niet meer. Ook elders in de Germaanse wereld is het beperkt, met een zeldzaamheid als gewestelijk Engels cheen in Cornwall, als het inmiddels daar ook niet verdwenen is.

De gemeenschappelijke voorloper was Oudgermaans *kīnaną en dat betekende oorspronkelijk ‘barsten e.d.’ in het algemeen, zoals blijkt uit het voorkomen van Oudengels ċínan ‘opensplijten’. Het is ook bewezen door het bestaan van een afleiding als *kinō, vanwaar onder meer Oudengels ċinu ‘spleet, barst’ en Middelnederlands kene en zo uiteindelijk Nederlands keen, dat zowel ‘barst, spleet’ als ‘kiem, levensbeginsel’ betekent.

De eerste *n in *kīnaną was echter ooit een achtervoegsel ter vorming van de tegenwoordige tijd dat later veralgemeend raakte tot in de hele vervoeging. Een vroege afleiding nog zonder *n was de werktuigaanduiding *kīþlą, kīdlą ‘wig’, vanwaar onder meer Middelhoogduits kîdel, kîl en Duits Keil, alsook gewestelijk Nederlands kiel. In de algemene taal zou de lange *ī een ij geworden zijn, met kijl als verwachte uitkomst.

Dat het werkwoord al vroeg ook—en daarna op menige plek uitsluitend—de verrukkelijke betekenis ‘uitbotten e.d.’ had is tevens te zien aan weer andere afleidingen, alle zonder *n. De bekendste voor ons is *kīmô, want voortgezet door Nederlands kiem. Daar we dus eigenlijk kijm zouden verwachten lijkt kiem afkomstig uit een streektaal of misschien zelfs het Duits. Ook mogelijk is invloed van Latijn cȳma ‘scheut, spruit’, dat zelf van Grieks kûma komt en niet verwant is.

Andere afleidingen in verband met ontspruiting zijn*kīþaz ‘kiem, scheut e.d.’ (o.a. Oudhoogduits kîd en Oudengels ċíþ), *kaistaz (o.a. Middelnederlands keest ‘kiem, scheut, pit, beste van iets, eigenlijke wezen’) en het zeldzaam gebleven, vrouwelijke kleinood *kaiwō (alleen Westvlaams keeuwe ‘bloesemknop’).

Eigenlijk zijn het knop en zaad die kijnen oftewel openbarsten, maar vandaar is het gauw gezegd dat boom en kruid kijnen, en bloem en blad. De vervoeging van het werkwoord was in elk geval sterk, in de trant van drijven en schijnen. Dus kijnen dit jaar vele, keen vorig jaar menigeen en zijn in het lange verleden van de wereld, sinds de aarde nog jong was, al talloze gekenen.

Verwijzingen

De Bo, L., Westvlaamsch Idioticon (Brugge, 1873)

INL, Middelnederlandsch Woordenboek (webuitgave)

INL, Woordenboek der Nederlandsche Taal (webuitgave)

Kroonen, G., Etymological Dictionary of Proto-Germanic (Leiden, 2013)

Lühr, R. e.a., Etymologisches Wörterbuch des Althochdeutschen. Band V: iba – luzzilo (Göttingen, 2014)

Philippa, M., e.a., Etymologisch Woordenboek van het Nederlands (webuitgave)

Scholtmeijer, H., Veluws handwoordenboek (Almere, 2011)

Staub, F. e.a., Schweizerisches Idiotikon (Frauenfeld, 1881–nu)

Vliet, G. van der, Dialexicon Twents (webuitgave)

Wright, J., The English Dialect Dictionary, 6 vol. (Londen, 1898-1905)

Dit blog verscheen eerder op Taaldacht

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel, Uitgelicht Tags: etymologie, taalkunde

Lees Interacties

Reacties

  1. Luc de Wilde zegt

    29 april 2023 om 08:30

    Keen of kene is in de zuidelijke twee derde van Oost-Vlaanderen een (enigszins verouderd) dialectwoord voor een kloof in de huid (met name van handen of hielen).

    Beantwoorden
  2. L. Roessingh zegt

    1 mei 2023 om 01:31

    Heeft kienhout hiermee te maken?

    Beantwoorden

Laat een reactie achter bij Luc de WildeReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Sint Nicolaas

Zie eens, Mietje! wat al lekkers
U, Sint Nicolaas al bragt;
Omdat ge’ als gehoorzaam Meisje,
Uw verpligting hebt volbragt.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

28 november 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d