‘Denk je wel eens na voordat je een deur opendoet?
Je weet nooit echt wat er is aan de andere kant.
Je denkt het te weten, maar zéker weet je het pas als je de deur geopend hebt.’
Op deze wijze opent Tonke Dragt haar boek Zeeën van tijd. Aan de andere kant van de deur uit 1992. Niet eerder heb ik dit werk van Dragt gelezen, sterker nog: dit is het eerste boek uit haar oeuvre dat ik open heb geslagen.
Voor de afsluiting van het vak Jeugdliteratuur, onderdeel van de master Letterkunde aan de VU, ben ik in de wereld van Dragt gedoken. Naast Zeeën van tijd. Aan de andere kant van de deur, heb ik haar meest recente boek, Wie achter deze deur verdwaalt (2021), bestudeerd. Dit boek heeft ze samen met Rindert Kromhout geschreven. Een van mijn conclusies is dat Dragt op een prachtige manier maatschappelijke thema’s verwerkt in haar fantasierijke verhalen. Twee nog altijd actuele thema’s uit Zeeën van tijd. Aan de andere kant van de deur bespreek ik in dit artikel.
Tonke Dragt wordt in Een land van waan en wijs. Geschiedenis van de Nederlandse jeugdliteratuur (2014) gezien als schrijfster die een nieuw type kinderboek introduceert in de jaren zestig van de vorige eeuw. Het vernieuwende aan haar verhalen is dat zij thema’s en problemen uit het dagelijks menselijk leven verwerkt in een fantasieverhaal. Als tijdens een interview voor de Grote Vriendelijke Podcast (aflevering 23) aan Dragt wordt gevraagd waarom zij het boek De Aardzee-cyclus van Ursula Le Guin uit 1984 aanbeveelt, zegt Dragt: ‘Ik hou van fantasy. Maar je leeft met die mensen mee of het gewoon je tijdgenoten zijn, [het] zijn gewoon menselijke problemen waar ze het over hebben, in een fantasy-land.’ Voor Dragt is het belangrijk dat de personages in fantasieverhalen herkenbaar blijven, het zijn gewoon mensen, net als in de alledaagse werkelijkheid.
Het eerste maatschappelijk thema in Zeeën van tijd. Aan de andere kant van de deur betreft asielzoekers. Otto is het hoofdpersonage in dit boek. Hij ontdekt dat soms aan de andere kant van een deur een andere wereld kan opdoemen, in dit geval de Januaraanse ambassade. Otto ontmoet daar vele bijzondere mensen, onder andere het galgenkind Christian. Otto vraagt op enig moment aan Christian waarom de deuren van de ambassade nooit op slot zijn, waarop Christian zegt: ‘‘Iedere buitendeur van het slot, elke asielzoeker welkom.’’ De deur staat tot verbazing van Otto ook open voor schurken en ontsnapte misdadigers. Christian zegt hierover: ‘‘Iedereen die de Ambassade weet te vinden is welkom, vergeet dat nooit Otto.’’
In het verhaal van Dragt is iedereen welkom, ongeacht diens geschiedenis. Dragt maakt een maatschappelijk probleem zichtbaar, en laat zien hoe in de fantasiewereld omgegaan wordt met dit probleem. Het uitgangspunt van de Januaraanse ambassade staat lijnrecht tegenover de werkelijkheid in 2024. Een werkelijkheid waarin informateur Plasterk in zijn eindrapport, d.d. 13 februari j.l., adviseert om een rechtse regering te vormen. Als die regering er komt, staat ongetwijfeld niet in het regeerakkoord dat iedere asielzoeker welkom is.
Een tweede maatschappelijk thema dat wordt aangesneden in het boek komt vanuit de robot Xantippe. Zij heeft een duidelijke opinie over voornaamwoorden en de keuzevrijheid hierin. Otto voert met Xantippe een gesprek over Schrödingers kat. Deze kat wordt door Xantippe niet bestempeld als mannelijk of vrouwelijk, maar als ‘zij-hij-het’ en ‘haar-hem-het’. Verderop in het verhaal komt ditzelfde thema aan bod. Otto gaat er vanuit dat de mysterieuze ambassadeur een man is. Xantippe geeft weerwoord en stelt dat als je niet weet wie de ambassadeur is, de ambassadeur een vrouw kan zijn, maar ook een het. Het stellen dat de ambassadeur een hij is wordt zelfs al fout gezien, getuige de uitspraak van personage Marsjan: “Dank je, Xantippe,’ zei Marsjan. ‘Wij zullen deze fout niet meer maken.” Xantippe maakt de keuze om als vrouw aangesproken te worden:
‘Ik ben secretaresse, uitroepteken,’ sprak Xantippe. ‘En kokkin, geen kok. Bibliotheekassistente, niet assistent. Telefoniste. Ik wil als vrouw behandeld worden. . . Ik mocht van mijn maker kiezen wat ik wilde zijn, dubbele punt: een vrouw, of een man, of allebei, of geen van beide. Ik koos voor vrouw.’
Dragt laat hiermee zien dat een individu zelf een voornaamwoord mag kiezen. Dit onderwerp is anno 2024 zeer actueel. Xantippe mocht kiezen hoe ze aangesproken wilde worden, maar in de Nederlandse werkelijkheid is dit juridisch niet mogelijk. Als je een X aan wilt vragen bij geslacht in je paspoort, kan de gemeente je niet helpen. De rechter moet hierover oordelen, waarmee individuele keuzevrijheid vervalt.
Dit zijn slechts twee thema’s die opvallen in Zeeën van tijd. Aan de andere kant van de deur. Het boek bevat nog zoveel meer, waaronder filosofische vraagstukken, de relativiteitstheorie van Einstein, het thema vriendschap en aandacht voor klassieke muziek. Dragt haar verhaal heeft veel te bieden, evenals andere (jeugd)literatuur.
Ons leven bestaat uit verhalen, niet alleen uit verhalen die we aan kinderen en onszelf vertellen, maar iedere dag is een verhaal. Uiteindelijk is dit artikel een pleidooi voor meer (jeugd)literatuur op de middelbare school. Zet het verhaal van Dragt op de leeslijst, gebruik het bij filosofie, natuurkunde, maatschappijleer en muziekles. Laat zien dat verhalen niet alleen bij het vak Nederlands horen, maar dat ze overal zijn!
Jolanda Jansma is een masterstudent Letterkunde aan de Vrije Universiteit in Amersterdam.
Dick Rooduyn zegt
Toen ik haar foto zag, dacht ik meteen aan “de zwaaiende Tante Hannie, dag kinderen”!