Adriaan D’Haens, taalonderwijsexpert
Wat kan je allemaal doen na de studie Nederlands? Adriaan D’Haens heeft als neerlandicus ontzettend veel verschillende dingen gedaan: tijdens zijn studie heeft hij in Dublin gewoond en erna in Oxford, hij heeft lesgegeven op middelbare scholen in België, Duitsland en Engeland en op de universiteit van Gent, hij heeft gewerkt als culinair redacteur en op dit moment werkt hij aan allerlei projecten op de Cariben rond Nederlands als vreemde taal. Sinds een paar jaar heeft hij een eigen bedrijf. Hoe heeft hij het pad dat hij heeft afgelegd op het gebied van de neerlandistiek ervaren? Wat waren zijn drijfveren en wat heeft de neerlandistiek hem gebracht?
Je hebt een bedrijf dat tools en trainingen voor taalonderwijs aanbiedt. Wat doen jullie precies?
”Het bedrijf heet TILLIT. Het is een bijzonder acroniem, je moet het van buiten naar binnen lezen: Tools and Training to Increase Impact in Language Learning. Het is een bedrijf dat de activiteiten die ik de afgelopen jaren heb uitgebouwd, samenbrengt. We bieden vooral professionalisering voor Caribische leraren, maar ook ontwikkeling van lesmateriaal. Daarnaast wil ik taalcursussen gaan lanceren. Ik werk op freelance basis samen met andere mensen.”
Hoe ben je ertoe gekomen om het bedrijf op te zetten?
”Zo’n twintig jaar geleden heb ik Nederlands en Engels in Gent gestudeerd. Tijdens mijn bachelor heb ik een uitwisselingsjaar in Dublin gedaan. Daar ben ik voor het eerst les gaan geven, als student-assistent. Toen ik terugkwam heb ik mijn scriptie geschreven over de verwerving van de Nederlandse woordvolgorde door anderstaligen. Daarna ben ik les gaan geven op een middelbare school. Ik heb daarnaast nog een master journalistiek in Brussel gevolgd, en een master onderwijskunde in Oxford. Na zo’n tien jaar les te hebben gegeven op de universiteit van Gent en op een middelbare school, wilde ik graag doorgroeien als leraar. Er kwam een vacature voorbij om het onderwijs op de Caribisch-Nederlandse eilanden Sint Eustatius en Saba te verbeteren, waar ik voor werd aangenomen. De dominante omgevingstaal daar is een Caribische vorm van het Engels; Nederlands wordt geleerd op school als vreemde taal. Ik bouwde het onderwijs van het Nederlands als vreemde taal uit voor de school en coachte de leraren. Voor die functie werd ik als zzp’er aangenomen. Toen dat project afliep ben ik zelf als zzp’er het bedrijf gestart.”
Wat vind je het leukst van wat je nu doet?
”Het leukst vind ik het om na te denken over hoe je op een zo effectief en efficiënt mogelijke manier taal kan onderwijzen en leren, en hoe je dit in de praktijk kunt brengen. Ik vind het heel fijn dat in mijn huidige werkzaamheden de dingen samenkomen waar ik nu al behoorlijk lang mee bezig ben: taalonderwijs geven en zelf een taal leren. Ik hoop hiermee bij te kunnen dragen aan beter taalonderwijs.”
Waarom heb je toen voor de studie gekozen en wat vond je van de studie?
”Ik heb altijd al een fascinatie voor taal gehad. In groep drie liet de juf mij al boeken lezen uit groep vier, omdat ik zo graag en veel las. Ook op de middelbare school hield ik veel van zowel Nederlands als Engels. De keuze was dus heel logisch. Ik heb dan ook zo goed als alle onderdelen van mijn opleiding graag gedaan en ik heb er veel leuke mensen ontmoet.”
Je hebt veel lesgegeven. Is dat iets wat je altijd al wilde doen en hoe vind je dat om te doen?
”Toen ik jong was, was het mijn droom om later les te geven. Op dit moment is zelf lesgeven niet meer mijn focus, maar ik blijf het er wel bij doen. Ik vond lesgeven op de middelbare school niet meteen leuk. Ik heb in het begin lessen gegeven die een volledig fiasco waren. Maar het was wel iets wat ik altijd al wilde en het sloot goed aan bij wie ik ben en wat ik kan. Als leraar moet je sowieso enorm veel leren; over hoe je met jongeren moet omgaan en hoe je je plaats moet vinden op een school. Mijn ervaring is dat docenten pas volledig renderen vanaf het derde jaar. Ik vind docent Nederlands een heel dankbaar en divers beroep. Je werkt altijd met mensen en je hebt veel vrijheid; je doet eigenlijk wat je wilt. Dat vind ik er heel prettig aan.”
Wat zou je jonge neerlandici willen meegeven?
”Geniet van wat het vak je brengt. Het kan je naar zoveel plaatsen brengen, zowel letterlijk als figuurlijk. Ik heb een tijdje gewerkt als redacteur van de Michelin-gids. Michelin-inspecteurs, die veelal kok zijn van opleiding, beschreven wat ze aten in een restaurant. Ik probeerde dat te vertalen naar prettig leesbare commentaren. De neerlandistiek heeft mij dus gebracht van een Caribisch eiland tot aan tafel bij een Michelin-inspecteur in een sterrenrestaurant.
Daarnaast kun je je tijdens je studie bezighouden met dingen waar je in je latere leven nooit meer mee bezig zal zijn. Een cursus grammatica bijvoorbeeld, of een semester lang taalwetenschapper de Saussure bestuderen. Sommige mensen vinden dat futiel: wat heeft dat nou voor zin? Wat is de maatschappelijke impact ervan? Maar ik vind dat dat juist zijn charme heeft. Voor mij heeft dat iets romantisch, dat je tijdens de studie je met zulke dingen mag bezighouden.
Als laatste wil ik jonge neerlandici meegeven dat literatuur ons in staat stelt om in contact te komen met ons menszijn. Oudere literatuur kan bijvoorbeeld heel actueel zijn. Literatuur wordt gedreven door diepmenselijke ervaringen en emoties. Literatuur verbindt ons met elkaar.”
Meer informatie over het bedrijf TILLIT: https://tillitlanguageacademy.com/
Laat een reactie achter