Achter het Achtervoegsel 50

Sinds 2018 heeft Gerrit Bloothooft ons in meer dan 100 afleveringen van zijn rubriek Voornamendrift vergast op allerhande wetenswaardigheden over de keuzes die ouders maken bij het kiezen van een voornaam voor hun pasgeboren zoon of dochter.
In die interessante en lezenswaardige bijdragen zijn talloze korte, lange, doodgewone, vreemde en modieuze namen de revue gepasseerd. Maar een aflevering over namen op –ette heb ik niet voorbij zien komen. Daarom wil ik tijdens deze inmiddels vijftigste aflevering van Achter het Achtervoegsel aandacht vragen voor voornamen die eindigen op –ette. Terzijde: wie had vier jaar geleden kunnen bevroeden dat er voortaan elke maand een bijdrage over het achtervoegsel –ette zou verschijnen op Neerlandistiek!
‘Sylvia, JEANETTE, Natalie en Fiene’
Van de 443.801 verschillende officiële enkelvoudige voornamen uit Nederland waarover informatie gegeven wordt op de populaire Nederlandse Voornamenbank, eindigen er 1994 op de lettercombinatie ette. Dat is iets minder dan een half procent van het totaal aantal namen. Het namenbestand is gebaseerd op de voornamen die als eerste naam of als volgnaam geregistreerd waren op 1 januari 2018 in de Basisregistratie Personen of die voorkomen in 19e-eeuwse huwelijksakten uit de burgerlijke stand.
De tien meest voorkomende voornamen op –ette in Nederland volgens de Nederlandse Voornamenbank zijn Antoinette, Jeannette, Bernadette, Henriette, Annette, Lisette, Jeanette, Yvette, Nicolette en Juliette. Als eerste naam zijn ze bijna uitsluitend gegeven aan vrouwen, al zijn er ook uitzonderlijke gevallen bekend waarbij een jongen met de naam Antoinette, Jeannette of Henriette door het leven moet. Precieze aantallen worden daarbij in verband met de privacy niet gemeld maar het zijn er minder dan vijf. Bij mannen komen deze tien namen dan ook vooral voor als volgnaam. In het vervolg ga ik alleen uit van vrouwen.
Als we de populariteit van de namen op –ette niet baseren op het gezamenlijk voorkomen als eerste naam en als volgnaam, maar alleen uitgaan van de eerste naam zijn er kleine verschillen in de volgorde, zoals in de onderstaande tabel duidelijk wordt aan de getallen tussen haakjes.
Voornaam | Totaal aantal | Als eerste naam | Grootste populariteit |
Antoinette | 30179 (1) | 7399 (2) | 1957 |
Jeannette | 18300 (2) | 9249 (1) | 1963 |
Bernadette | 15859 (3) | 4517 (7) | 1958 |
Henriette | 15180 (4) | 5338 (5) | 1946 |
Annette | 10598 (5) | 6266 (4) | 1964 |
Lisette | 9167 (6) | 6498 (3) | 1990 |
Jeanette | 8450 (7) | 4152 (8) | 1964 |
Yvette | 7195 (8) | 5171 (6) | 1972 |
Nicolette | 6451 (9) | 3711 (9) | 1969 |
Juliette | 4706 (10) | 2734 (10) | 2015 |
Zes namen (Jeannette – met tweemaal een n, Annette, Lisette, Yvette, Nicolette en Juliette) komen vaker voor als eerste naam dan als volgnaam. Soms ontlopen die aantallen elkaar nauwelijks. Bij de populairste naam op –ette als eerste naam – Jeannette – is de verhouding tussen die twee ongeveer fiftyfifty. Daarentegen zien we dat Antoinette, Bernadette en Henriette het vooral goed doen als volgnaam. Het zou kunnen dat bij die keuze vernoeming een belangrijke rol speelt. Beduidend populairder als eerste naam dan als volgnaam zijn Lisette en Yvette.
Vrouwennamen op –ette waren vooral populair tussen het einde van de Tweede Wereldoorlog en het begin van de jaren zeventig. Opvallend is verder dat alleen de naam Juliette in de eenentwintigste eeuw een hoogtepunt kent in het aantal nieuwe naamdragers. In 2015 waren dat er volgens de basisregistratie personen 97.
Op de Nederlandse Voornamenbank tref je niet alleen informatie aan over de populariteit van de naam zelf maar ook over de verspreiding van de naamdragers over Nederland en over de verklaring van de naam. Wat is de etymologie van de tien meest voorkomende vrouwennamen op –ette?
1. Antoinette. Deze naam is afgeleid van de Latijnse naam Antonius. De vrouwelijke vorm Antoinette is voor het eerst aangetroffen in 1584 in Antwerpen.
2. Jeannette. Deze naam hangt samen met Johannes of met de vrouwelijke vorm Johanna. Het is een verkleinvorm van de naam Jeanne. De oudste vermelding op de Voornamenbank dateert van 1833.
3. Bernadette. Deze vrouwelijke vorm van Bernhard is vooral in katholieke gezinnen populair, omdat aan de later heilig verklaarde Bernadette Soubirous in Lourdes Maria zou zijn verschenen.
4. Henriëtte. Dit is de vrouwelijke vorm van de Germaanse naam Hendrik, die aan het eind van de 17e eeuw opkwam.
5. Annette. Deze voornaam is door middel van het achtervoegsel –ette afgeleid van Anna.
6. Lisette. Deze naam is afgeleid van Lisa, een verkorting van Elisabeth.
7. Jeanette. Zie hierboven bij Jeannette.
8. Yvette. Deze Franse voornaam is een afleiding van de Franse naam Yves.
9. Nicolette. Deze voornaam gaat terug op de naam Nicolaas.
10. Juliette. Aan deze naam ligt of Julius of Julia ten oorsprong.
Uit deze lijst blijkt dat het achtervoegsel –ette op twee verschillende manieren gebruikt is. Ten eerste om van een mannelijke persoonsnaam een vrouwelijke pendant te maken (Antoinette, Bernadette, Henriëtte, Yvette, Nicolette), ten tweede om aan een vrouwelijke persoonsnaam een andere, lieflijk klinkender vrouwennaam te geven (Annette, Lisette). In de overige gevallen is niet met zekerheid vast te stellen welke mannelijke of vrouwelijke vorm er aan ten grondslag heeft gelegen.
De Nederlandse Voornamenbank bevat namen uit de periode tussen 1790 en 2018. Maar ik zou ook graag weten welke vrouwelijke voornamen op –ette er vóór 1790 in gebruik waren. Google Books bevat natuurlijk een schat aan informatie maar het probleem is dat de informatie daar niet eenvoudig en niet goed gesorteerd kan worden. De zoekopdracht *ette in de DBNL – de digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren – levert razendsnel 15384 resultaten in teksten en via de knop Periode actief is het mogelijk om het aantal treffers terug te brengen tot 2191 door de 14e tot en met de 19e eeuw te selecteren. Vervolgens zou elke treffer geopend moeten worden om te kijken of er een vrouwennaam op –ette in de titel voorkomt. Dat is om twee redenen onbegonnen werk. In de eerste plaats is de zoekopdracht *ette te algemeen waardoor ook vormen als voortzetten, beletten, bezetten, kletteren, verpletten, ontzettend en haette gevonden worden. In de tweede plaats is het jaar bij een treffer soms misleidend. Een voorbeeld: Het Roelants-lied heeft als jaartal 1100 meegekregen, maar het betreft hier een artikel uit het Vaderlandsch museum voor Nederduitsche letterkunde, oudheid en geschiedenis uit 1858.
‘Elsje, Truusje, Truus, BABETTE’
Voor ons naamkundig onderzoekje kunnen we daarom beter gebruik maken van corpora. In twee eerdere bijdragen heb ik op basis van dergelijke corpora al eens een poging gedaan een lijst op te stellen met de populairste voornamen uit de 17e en 18e eeuw en een met de populairste voornamen uit de middeleeuwen. Namen op –ette kwamen in de populariteitslijsten van die corpora overigens niet voor.
Het Instituut voor de Nederlandse Taal herbergt een aantal historische corpora die het zoeken naar namen op –ette vergemakkelijken. Met name taalkundig verrijkte corpora zijn daarvoor geschikt. Een voorbeeld daarvan is het Corpus Gysseling, dat de belangrijkste bron vormde voor het Vroegmiddelnederlands Woordenboek. Zoeken op het Lemma *ette en de woordsoort Noun Proper (‘eigennaam’) in Extended levert 35 treffers op. Door deze te groeperen op lemma blijven er vier namen over die eindigen op de vier letters ette: Bette, Marquette, Lauwerette en Mette. Bette is een vleivorm bij Elisabeth, Marquette is de naam van een klooster en een plaats bij Rijsel, Lauwerette is een adaptatie van het Oudfrans Laurette, een diminutief op –ette van de mannelijke persoonsnaam Laurent en Mette is de verkorte vorm van de vrouwelijke persoonsnaam Mechtelt, Mathilde. Feitelijk is er dus maar één eigennaam met het achtervoegsel –ette te vinden in het Corpus Gysseling.
Het Corpus Middelnederlands is vele malen groter (9.707.462 tegenover 1.547.893 tokens) maar biedt minder uitgebreide zoekmogelijkheden omdat de afzonderlijke woorden niet gelemmatiseerd en niet taalkundig verrijkt zijn. De zoekterm *ette levert 3394 zoekresultaten op, die we met de groepeerfunctie tot 204 groepen kunnen terugbrengen. (Het (werk)woord sette alleen al komt maar liefst 1043 keer voor.) In de alfabetische lijst die ontstaat na het sorteren op groepsnaam, heb ik gekeken naar de woorden die in de gebruikte bronnen van dit corpus met een hoofdletter zijn geschreven.
Dat leverde de volgende vrouwelijke voornamen op, met achter de naam tussen haakjes het aantal voorkomens: Belinette (3), Belonette (1), Bette – van Elisabeth (21), Clarette (22), Colette (16), Elionette (4), Elizabette (1), Elonette (1), Eonette (1), Fausette (1), Florette (29), Julette (1), Laurette (1), Lorette (2), Lunette (14), Modrette (1), Morderette (2), Mordiette (1) en Mordrette (82). De drie meest voorkomende namen zijn Clarette (uit de Roman van den riddere metter mouwen), Florette (vooral uit Segheliin van Jerusalem) en Mordrette (zowel voorkomend in Arturs doet als in de Roman van Lancelot).
Voor de 17e en de 18e eeuw hebben we de beschikking over drie corpora: Brieven als Buit, Gekaapte Brieven en het Couranten Corpus. Het eerste van deze drie is net als het Corpus Gysseling taalkundig verrijkt. Dat maakt het zoeken naar eigennamen eenvoudig. Met als lemma *ette en de woordsoort Proper noun vinden we twee vrouwelijke voornamen waarin het achtervoegsel –ette te ontwaren valt: Alette – van Aalt of van Adelheid (5) en Annette (3). Ook in Gekaapte Brieven komt Alette (3) voor. Daarnaast levert dit corpus ons de vrouwennamen Anthoinette (1), Henriette (13), Jannette (2), Jeannette (4) en Tonette (1). De zeventiende-eeuwse kranten vermelden geen enkele voornaam van vrouwen.
Het aantal vrouwelijke voornamen op –ette dat onderzoek in de drie genoemde historische corpora heeft voortgebracht, is klein. Om een goed beeld te krijgen van het voorkomen en de verspreiding van vrouwennamen die eindigen op het achtervoegsel –ette vóór 1790 is dit materiaal dus niet zo geschikt. Maar voor andersoortig onderzoek kunnen historici, letterkundigen en taalkundigen aan deze bronnen wel degelijk hun hart ophalen.
Die Mordrette leek me verdacht, dus ik heb de Lanceloet er eens op nageslagen: het blijkt de verbogen vorm van Mordret te zijn, één van de ridders van de tafelronde.
Je hebt helemaal gelijk; dit is geen vrouwennaam. Ik had natuurlijk even het Repertorium van Eigennamen in Middelnederlandse Literaire Teksten van Willem Kuiper et al. moeten raadplegen (https://bouwstoffen.kantl.be/remlt/). Te snel ervan uitgegaan dat een naam op -ette betrekking heeft op vrouwen.