Achter het Achtervoegsel 52

In de vijftigste aflevering van Achter het Achtervoegsel stonden vrouwelijke voornamen op –ette centraal. Omdat de Nederlandse Voornamenbank van het Meertens Instituut gegevens bevat uit de periode tussen 1790 en 2018, hoopte ik via enkele historische corpora – het Corpus Gysseling, het Corpus Middelnederlands, Brieven als Buit, Gekaapte Brieven en het Couranten Corpus – meer licht te kunnen werpen op het voorkomen en de verspreiding van vrouwelijke voornamen die eindigen op het achtervoegsel –ette. Heel geschikt bleken deze bronnen daarvoor niet te zijn, wat op voorhand vanzelfsprekend te verwachten was. De kans dat er in romans, brieven of kranten vrouwennamen op –ette voorkomen is al niet zo groot en de kans dat er ettelijke in worden aangetroffen is nog kleiner. Voor het bepalen van de populariteit van dergelijke namen zijn de genoemde tekstcorpora evenmin geschikt. Ook al wordt een bepaalde naam verschillende keren in een literaire tekst of in een krantenbericht aangetroffen, dan nog kun je niets met zekerheid zeggen over de populariteit van een naam in het algemeen.
Zou er geen andere manier zijn om toch enigszins systematisch informatie te vergaren over vrouwelijke –ette-namen die vóór 1790 in gebruik waren? Ja, ik denk dat dit mogelijk is door gebruik te maken van bronnen die gegevens bevatten over belangrijke momenten uit het leven van een mens: geboorte, doop, huwelijk en overlijden.
Een van de grotere websites daarvoor is Archieven.nl. Een bezoeker kan hier terecht voor informatie over 128.967.888 personen, die voorkomen in uiteenlopende bronnen: geboorteakten, bevolkingsregisters, kerkelijke registers, vergunningen en audiovisueel materiaal. Voor dit voornamenonderzoekje zou ook de website wiewaswie.nl zeker goede diensten hebben kunnen bewijzen, ware het niet dat zoeken met wildcards daar is voorbehouden aan mensen die een abonnement met premiumtoegang hebben afgesloten.
Omdat het mij te doen is om unieke vermeldingen – alleen zo kun je vaststellen hoe vaak een naam gegeven is en dus hoe populair een naam is –, heb ik me beperkt tot dopelingen. Over het algemeen is een doop namelijk maar één keer officieel vastgelegd. (In de praktijk blijkt dat bij het digitaliseringsproces sommige personen toch twee keer in het namenoverzicht voorkomen.) Ik heb gekeken naar twee periodes: de zeventiende eeuw (1600-1699) en de achttiende eeuw (1700-1799).
De zeventiende eeuw
In de periode 1 januari 1600 tot en met 31 december 1699 zijn er op archieven.nl in totaal 843.189 dopelingen te vinden. Het is niet mogelijk om deze verder onder te verdelen naar geslacht maar als we ervan uitgaan dat er verspreid over de gehele eeuw ongeveer evenveel jongens als meisjes zullen zijn geboren, is er sprake van ruim 400.000 meisjes.
In 657 gevallen besloten de ouders hun pasgeboren kind – voor zover ik het heb kunnen zien allen meisjes – een voornaam te geven die eindigt op –ette. Dat is iets meer dan 1,5 %. In 19 gevallen ging het daarbij om een tweede naam, maar het overgrote gedeelte (638 gevallen) had betrekking op de eerste naam. Doorgaans betrof het namen waarbij –ette de functie van vrouwelijk achtervoegsel vervulde (zie Achter het Achtervoegsel 50). Toch was dat beslist niet altijd het geval, zoals de vormen Bette als verkorting voor Elisabeth en Mette als variant van Mathilde laten zien.
Welke voornamen op –ette waren er nu het populairst in de zeventiende eeuw? Eén naam stak met 162 voorkomens als eerste naam met kop en schouders boven alles iedereen uit: Antonette (en de varianten Antenette, Anthonette, Anthoinette, Antoinette). Daarop volgden Alette (Aelette, Aellette, Allette) met 55, Henriette (Heinderette, Hemdrinjette) met 27 en Janette (Ianette, Jannette, Jenette) met 25 unieke vermeldingen.
De achttiende eeuw
Voor de periode 1 januari 1700 tot en met 31 december 1799 is het aantal dopelingen bijna verdubbeld. Maar liefst 1.675.275 vermeldt archieven.nl er. Van hen zullen er – op basis van de hierboven vermelde aanname – meer dan 800.000 meisje zijn.
Het aantal namen dat eindigt op –ette neemt in de achttiende eeuw procentueel gezien sterk af. Nog maar 0,7 % van de kinderen krijgt een voornaam op –ette. En van de 561 aangetroffen gevallen krijgen 114 dopelingen die als tweede naam. Niettemin kozen ouders 447 maal voor een eerste naam op –ette.
De vier populairste –ette-namen uit de zeventiende eeuw zijn ook in de achttiende eeuw bij ouders het meest in trek. Antonette (en haar spellingvarianten) is nog altijd de onbetwiste nummer 1: 94 dopelingen krijgen die als eerste naam. Bij de andere drie namen zien we een kleine verschuiving. Zo is Alette (20 keer) voorbijgestreefd door Janette (42 keer). Maar het opvallendst is vooral de snelle groei van de naam Henriette, met maar liefst 81 dopelingen.
Als we de uitkomst van dit onderzoekje vergelijken met de bevindingen van onze eerdere bijdrage over vrouwelijke -ette-namen, dan blijken drie van de vier namen ook voor te komen in de lijst met tien populairste voornamen op -ette tussen 1790 en 2018 van de Nederlandse Voornamenbank: Antonette, Henriette enJanette.
Alette is van 1880 – eerdere gegevens verstrekt de Nederlandse Voornamenbank niet – tot aan het eind van de Tweede Wereldoorlog geen bijzonder populaire naam. Er zijn zelfs jaren waarin geen enkel of hooguit één meisje die naam krijgt. Pas aan het eind van de jaren zestig beleeft de naam een korte opleving, met 28 nieuwe naamdragers in 1967 en 29 in 1968. De naam Aletta daarentegen, waarvoor gegevens bekend zijn van 1790 tot 2017, blijkt het tot de jaren tachtig van de twintigste eeuw wel goed te doen, met tussen de twintig en zeventig nieuwe Aletta’s per jaar. Kennelijk spreekt van beide afleidingen van de voornaam Adelheid meer tot de verbeelding dan Alette. Het zou me niet verbazen als de beroemde Nederlandse arts en strijdster voor vrouwenrechten Aletta Jacobs (1854-1929) bij de naamkeuze voor ouders als inspiratiebron heeft gediend. Die zal bij het grote publiek beter bekend zijn geweest dan bijvoorbeeld de Alette in een verhaal uit Jacob Cats’ Trou-ringh, waarover Ton Harmsen eerder schreef.
Roland geeft een mooie aanvullingen op de populariteit van voornamen voor 1790. Bij de namen op -ette gaat het in zijn bijdrage echter om promille (geen percentage), dus ze waren zeldzaam en als Franse namen vooral in trek bij de adel. Niettemin is de populariteit van alle -ette namen samen tussen 1790 en 1900 ongeveer 0.3 – 0.5 % (met Antoinette, Jeanette, Bernadette en Henriette als top-4) [zoek in de Nederlandse Voornamenbank geavanceerd met ette$]. Bernadette Soubirous uit Lourdes had in 1858 haar eerste Mariaverschijningen en dat werd in 1958 gevierd met veel naamgevingen. En Henriette stond voor 1970 op plaats 6 van de meest populaire voornamen bij de adel: https://neerlandistiek.nl/2019/05/de-voornamen-van-de-adel/
Vergeet niet de populariteit van theatermaakster en actrice Adelheid Roosen (1958).
Ik heb ooit een poes gehad die door de medewerkers van het plaatselijke asiel Adelheid was genoemd.