Ik noem u graag een zin in het Kleverlands én merk tegelijkertijd op dat dit feitelijk niet kan. Het
Kleverlands is net als bijvoorbeeld het Twents een dialectgebied dat – in twee landen – uit een aantal
subregio’s bestaat: het gebied rondom Nijmegen en de Duitse Nederrijn. Bewoners stellen steevast dat
ze héél anders praten dan de buren.
In Dick Bruna’s “Opa en oma pluus (in ’t Liemers)“ heb ik met een groep plaatselijke respondenten
gewerkt aan een gemeenschappelijke Liemerse versie van dit kinderboekje. Dat was een hele klus en
maakte nogal wat compromissen nodig! (“en nijntje stepte deur d’n hof / ’t steppe ging heel vlot /
want nijntje wis natuurlek bes / hoe dah gi-j steppe mot”).
Dit gezegd hebbende een zin in twee versies uit twee verschillende subregio’s van ’t Kleverlands in
Gelderland: Groesbeek (Rijk van Nijmegen) en ’s-Heerenberg (Liemers)*:
● Ge makt mien de pis niet lauw!
● Gi-j maak mien de pis nieh lauw!
Hetgeen zoveel betekent als: je maakt mij niet bang; daar wind ik me niet over op; dat kan me geen
moer schelen.
*De uitdrukking komt ook elders in Zuid-Nederland voor. Mijn bronnen zijn de respectievelijke
woordenboeken (Giesbers e.e., De woordenschat van het Groesbeeks, 2007; Harmsen, ’n Trop
Barghse weurd, 1982)
Ik haop da’j blief wateren!
Ik word er niet warm of koud van vind ik nog beter.
Kent u deze ook: “de kiekens piepen mien in de boks”, wordt in Zevenaar gezegd als het erg warm is.