Sinds november 2018 houdt de neerlandicus Rob Passchier bij welk woord er in de boeken die hij leest wordt gebruikt voor gefrituurde aardappelstaafjes. Hij doet hiervan verslag via sociale media – tot en met december 2024 was dit Twitter (later: X), tegenwoordig BlueSky. Hieronder zijn verslag in de vorm van screenshots. Volg het account Dhr. R.H. (@dhrrh.bsky.social) voor het vervolg!




















































Patatpieren, las ik ooit. Het was in Domburg ergens in 1965.
’t Zou interessant worden als bij elke schrijver ook vermeld werd uit welke regio hij/zij afkomstig is of waar hij/zij opgegroeid is.
Maar dan kom ik niet meer aan lezen toe!
Het verhaal gaat dat deze vurrukkulukku spijs ooit is uitgevonden in België, waar men bij gebrek aan kleine visjes om te bakken, aardappel staafjes ging gebruiken. De eiwitten werden vervangen door koolhydraten….
De Spanjaarden konkurreren met de Belgen: Ook zij zeggen, dat op die manier de friet in het leven werd geroepen. Ik denk, dat de Belgen het veeleer zijn: Zij hadden een ekonomisch verlies, omdat ze geen vis konden vangen (vanwege de kou?). Daardoor kwamen ze op het kreatief idee, met aardappelen hetzelfde te bereiken als met de vis, die ze tot visstaafjes maakten. Maar het kan ook zijn, dat hetzelfde idee in beide landen ongeveer gelijktijdig ontwikkeld werd. Dat komt vaker voor in verschillende kulturen over de hele wereld.
Ik vrees dat je je vergist. De materie is hier behandeld, compleet met illustratie
https://mainzerbeobachter.com/2015/05/31/patat-met/
Je vraagt je dan natuurlijk af, hoe die gebakken kleine visjes indertijd werden genoemd. En als die traditie nog bestaat, hoe die gebakken visjes nu worden genoemd.
In het Zwitsersduits: “Fisch-Stäbli”.
Ik woon sinds 39 jaren in Zwitserland en weet niet, hoe die dingen heten in het Nederlands!
“De vertaler van […] schrijft patat/friet…”???
Zeer vreemd deze vage aanduiding, alsof vertalers geen personen zijn.
Die vertaler is ook ergens geboren en getogen en thans ergens woonachtig en vrij waarschijnlijk mede daarom een patat- cq frietschrijver. Sterker nog, die vertaler heeft een naam.
Het is onmogelijk in woorden te vatten hoezeer het me spijt dat ik de in Leeuwarden opgegroeide Paula Stevens (1955) – winnaar van de Amy van Markenprijs in 2010, Commandeur in de Noorse Koninklijke Orde van Verdienste, vertaler van ruim 85 Noorse romans en in 2017 nota bene winnaar van de Europese Literatuurprijs voor de prachtige vertaling van Max, Mischa en het Tet-offensief (samen met Edith Koenders) – en daarmee alle vertalers ter wereld in dit als grap bedoelde Twitterdraadje over de woordkeuze van schrijvers (en vertalers!) met betrekking tot een aardappelproduct tekort heb gedaan tijdens het lezen van Buzz Aldrin, waar ben je gebleven? van Johan Harstad.
Wanneer Herman Brusselmans of een andere Belg “patat” schrijft, bedoelt hij niet friet maar aardappel.
Ik heb de screenshots allemaal eens doorgelopen: als kind in Vlaanderen vond ik altijd raar dat Nederlanders patat zeiden als wij frieten bedoelden. Patat is in België (ook bij onze Franstalige landgenoten: des patates) gewoon een aardappel. Frieten zijn frieten (of Frites bij de Franstaligen)
Patat is afgeleid van het Spaanse patata dat door de Spanjaarden uit Amerika werd ingevoerd. (“Patatas bravas” betekent “zoete aardappel” (maar dat is dan weer geen aardappel, maar een wortel). Het Franse ‘pommes de terre’ is een propere benoeming voor ‘patates’. En naar goeie gewoonte (en historisch) is het een leenwoord in Vlaanderen: patatten. Tijdens onze legerdienst was “patatten jassen” (aardappelen schillen) deel van het dagelijks korvee.
En hebben we ook spreekwoorden en uitroepen zoals: Boem! Patat! (’t is gebeurd; een slag gekregen, iets of iemand gevallen, iets gebroken, …).
En dan zijn er zoveel diverse gerechten met patatten: bvb. gegratineerde patatjes zijn dus een aardappelgratin (met room en kaas, in de oven, maar zijn dus geen frieten!). Met een ‘patattenstamper’ (stamppotstamper) maak je puree. Ook met kroketten/kroketjes worden aardappelproducten bedoeld. (Bedoelen we iets anders, dan specifiëren we dat als: vleeskroket, garnaalkroket, kaaskroket,…)
Maar we maken wel onderscheid tussen de woorden patatten (of aardappelen) en frieten:
Frieten zijn aardappelproducten gebakken in olie of (friet)vet.
Hebben we zin in frieten, dan gaan we even naar de frituur om de hoek (traditioneel doorgaans een barak of kraam langs de weg, tegenwoordig ook meer in gebouwen), of we maken ze zelf: we snijden de aardappelen in frietjes of schijfjes (vandaar ‘chips’ in het engels) of pureren de aardappelen om er kroketten van te maken (of we halen ze gemakshalve in de winkel), halen onze frietketel (‘friteuse’ in sappig Vlaams) boven en in enkele minuten zijn de frietjes of kroketten klaar om te serveren bij de rest van het gerecht.
Ook op Wikipedia wordt het goed uitgelegd, ook over die gefrituurde visjes waar ik overigens geen bal van geloof: https://nl.wikipedia.org/wiki/Friet
En als goeie Vlaming gebruik ik NOOIT de term ‘french fries’ 😉
Eke Bosman (snackbarrecensent van Het Parool) schrijft frietpatat, staat dat ertussen?
ik zeg “pommes” – maar ik woon ook in Keulen…..
Houd eindelijk eens op met die discussie. De benamingen van dit gerecht zijn regionaal bepaald, meer is er niet aan de hand.
Leukere discussie: het hof en de hof. Of: de teloorgang van het woord oorzaak, dat steeds meer vervangen wordt door het woord reden. ‘Om welke reden de man van het dak viel, is niet bekend.’
Ik denk dat het eigenlijk niet zo moeilijk is.
patat komt af van het woord patata (Spaans)
friet is een verbastering van friture (Frans)
dus is het patat friet in het Nederlands
Als je iets dus friet noemt dan vergeet te te vertellen wat er in het mandje gegooid is. Met andere woorden zou het dus “friet kroket” kunnen zijn.
Omdat de mensen onder een bepaalde rivier enigszins last hebben van een taalachterstand kunnen we stellen dat patat friet de enige goede benaming is.
(Overal kei voor zetten?? “ons ma”? etc)
De geografische scheidslijn tussen patat en friet – als afkorting van patat friet – lag heel lang bij de grote rivieren.
In de loop der jaren is er ten noorden daarvan een verschuiving opgetreden. Tot mijn leedwezen is steeds meer het woord patat vervangen door friet(jes). Deze verandering komt naar mijn mening geheel voor rekening van de grote invloed van het Amerikaanse bedrijf met de grote M.
Bij een ‘restaurant’ dat alleen varianten van friet op de ‘menukaart’ heeft staan vraag ik weleens of ze geen patat hebben. 😉
Ik blijf strijden voor het juiste taalgebruik: dus het materiaal (aardappel) en niet de bereidingswijze (frituren).