• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Zeggen juli dat ook?

28 oktober 2025 door Yoïn van Spijk 4 Reacties

Een tijd geleden stelde iemand mij een verrassende vraag: ‘Yoïn, zijn er meer talen op de wereld waarin sommige maandnamen dezelfde uitspraak hebben als voornaamwoorden? In het Nederlands heb je mei en mij, en juli en jullie.’ Ik raakte even van mijn à propos. Juli en jullie spreek je toch niet hetzelfde uit? Ik niet althans. Maar zij wel – en wat blijkt: ze is lang niet de enige. Hoe zit dat?

Vooraf: Nederland tegenover België
Dit artikel gaat over het Nederlands van Nederland. In bepaalde regio's in Vlaanderen, met name in en rondom Antwerpen, spreken mensen de u van woorden als kus, put, lucht en jullie uit met de klinker die Nederlanders in het woord fuut laten horen. Voor mij als Nederlander klinken die woorden dan dus als kuus, puut, luucht en julie. Over dat Vlaamse accent heb ik het in dit artikel dus niet.

Ik zou het liefst uitzoeken waar, in welke sociale klassen en in welke leeftijdsgroepen mensen jullie uitspreken als julie, maar het ontbreekt me aan middelen. Daarom moeten we het in dit artikel stellen met anekdotische data. Sinds ik erop let, hoor ik heel veel Nederlanders julie zeggen. In de video hieronder hoor je die uitspraak bij acteur Leo Alkemade, onder andere op 0:03 en – heel duidelijk – op 0:17:


In het vervolg van dit stuk ga ik niet verder in op wie het zegt, maar het vandaan komt: hoe kan de uitspraak julie ontstaan zijn?

Wat gebeurt er?

Voordat we naar de herkomst van een verschijnsel kunnen kijken, moeten we eerst helder krijgen wat er precies gebeurt: wat doen mensen die jullie uitspreken als julie? Wie julie zegt, gebruikt niet de u van fut maar de u van fuut; het verschil in het aantal l’en is maar een spellingkwestie.

Op de basisschool heb ik geleerd dat de u van fut kort is en de uu van fuut lang. Dat verhaal staat nog steeds in veel lesmethodes, maar fonetisch klopt er niks van. Spreek ik fut en fuut uit en analyseer je de geluidsopname, dan zie je twee even lange klinkers: allebei ongeveer 1,5 milliseconde. Als ik fuut écht met een lange u uitspreek, namelijk die van centrifuge en etude, dan kom ik uit op zo’n 3 milliseconden. Hieronder hoor en zie je de verschillen:

In het Internationaal Fonetisch Alfabet noteer je de u van put als /ʏ/ en de uu van fuut als /y/ – een geheel ander symbool dus. Het lengteteken /ː/ komt pas voor de dag bij de écht lange /yː/ van woorden als centrifuge.


‘Julie-zeggers maken de klinker van jullie lang’ kunnen we dus naar de prullenbak verwijzen. Wat doen ze dan wel? De klinkers van fut en fuut verschillen niet qua lengte maar qua tong- en kaakpositie. Klinkerverschillen maak je onder andere door je tong en kaak in verschillende posities te zetten. Als je je mond voorstelt als een huis van drie woonlagen, spreek je de u van fut uit met de tong op zolder. De uu van fuut zit hoger: je houdt je tong dan tegen het dak (en de kaak is ook iets meer gesloten). Je kunt je tong ook echt omhoog voelen gaan als je van de fut-u naar de fuut-uu gaat.

Ik vertel dit fonetische verhaal niet zomaar: later in dit stuk is het van belang.

Bit en biet
Het verschil tussen de i van bit en de ie van biet is hetzelfde (in het Nederlands-Nederlands): geen verschil in lengte maar in tong- en kaakpositie: fonetisch /ɪ/ versus /i/. De ie van biet is dus geen 'lange ie'; die van vieren wel, en dat komt door de r. Vergelijk ook fuut met huren. De echt lange /iː/ vind je ook in leenwoorden als analyse en team.

Waardoor gebeurt het?

Nu we weten dat julie-zeggers de klinker van jullie met een hogere tong uitspreken, kunnen we door naar de oorzaak. Ik denk dat we julie kunnen verklaren als een geval van umlaut – en dan heb ik het niet over de Duitse puntjes op een letter. Umlaut is een klankverandering die het volgende inhoudt: de klinker in lettergreep 1 wordt beïnvloed door die van lettergreep 2. Ik vermoed dus dat jullie de uitspraak julie heeft gekregen door de ie.

I-umlaut
Er zijn allerlei soorten umlaut, maar hier gaat het om i-umlaut. Bij i-umlaut is het een ie-klank die voor een verandering zorgt van de klinker in de lettergreep daarvoor. In dit artikel gebruik ik de overkoepelende term umlaut, wat ook in de meeste taalkundige literatuur gebeurt als het om i-umlaut gaat.

Hoe kan een ie-klank de klinker ervóór beïnvloeden? En wat heeft dat te maken me dat verhaal over tongpositie dat ik eerder vertelde? We nemen er de huisvergelijking weer even bij: de ie maak je met je tong tegen het dak van de mond. De tong gaat dus helemaal omhoog. De u van put zit lager, zoals ik eerder vertelde: op zolder. Spreken we snel, dan zijn we geneigd om het ons makkelijker te maken, net zoals we de hoek van een voetpad weleens willen afsnijden door een diagonaal olifantenpaadje te nemen. Voor jullie betekent dat het volgende: om sneller bij die hoge ie te komen, zetten we tong in de eerste lettergreep ook alvast tegen het dak. Dat scheelt namelijk een beweging. En ga je naar dat dak, dan kom je uit bij de uu van fuut, zoals we gezien hebben.

Samengevat: mensen die jullie uitspreken als julie, nemen in lettergreep 1 een voorschot op lettergreep 2. Ze maken de uitspraak efficiënter, zou je kunnen zeggen.

Althans, dat geldt dan voor de eerste mensen die jullie uit begonnen te spreken als julie. Veel huidige julie-zeggers kunnen die nieuwe uitspraakvorm dan kant-en-klaar van hen hebben overgenomen.

Hieronder staat een heel schematische weergave van de positie van de Standaardnederlandse klinkers in de mond. Linksboven zie je de ie, uu en u. Na de afbeelding gaat het artikel verder.

Waarom niet ook in andere woorden?

Als mijn verklaring klopt, waarom hoor je Nederlanders smurrie dan niet ook uitspreken als smurie, functie als fuunctie, en mummie als mumie? Die woorden hebben immers ook een ie in de lettergreep na de u.

Het verschil zit, vermoed ik, in het gebruik. Smurrie, functie en mummie zijn zelfstandige naamwoorden die niet zo gek veel voorkomen, maar jullie is een persoonlijk voornaamwoord en daarmee een van de meestgebruikte woorden van het Nederlands. Je zegt het bovendien gewoonlijk zonder klemtoon. Onbeklemtoonde lettergrepen zijn extra vatbaar voor klinkerveranderingen ten behoeve van het uitspraakgemak – en al helemaal in hoogfrequente woorden. Daardoor krijgt i-umlaut in het Nederlands alleen vat op jullie (als je deze gevallen niet meerekent).

Jullie, een buitenstaander
Jullie is een vreemde eend in de bijt van de persoonlijke voornaamwoorden. Van ik tot hem en van wij tot jou - persoonlijke voornaamwoorden hebben in het Nederlands maar één lettergreep - behalve jullie. Dat komt doordat jullie is ontstaan uit je-lie, een verkorting van je-lieden, dus iets als 'je-mensen'. Dat ontstond enkele eeuwen geleden om onderscheid te maken met het je van het enkelvoud. Je werd aanvankelijk namelijk zowel voor het enkelvoud als het meervoud gebruikt. Je kunt het vergelijken met wat Engelstaligen doen die in het meervoud you guys of y'all zeggen.

Jullie was dus een vrij logge toevoeging aan het voornaamwoordenteam. Om het woord net zo snel te kunnen uitspreken als zijn kortere teamgenoten, maken sommige Nederlanders er zelfs jul van als ze snel praten: doen jul dat ook?

Umlaut vroeger

Verdiep je je in de geschiedenis van de Germaanse talen, dan kom je niet om umlaut heen. Umlaut heeft namelijk flink huisgehouden in de Noord- en West-Germaanse talen van de vroege middeleeuwen. De effecten daarvan zijn te zien in talloze woorden.

Bed komt bijvoorbeeld van het West-Germaanse *badi. De i veranderde de a op den duur in een e. Om nog even terug te grijpen op het huis: bij de a staat de tong op de begane grond, terwijl hij bij de e al een verdieping hoger staat, en dus dichter bij de i waar hij in de volgende lettergreep moet zijn. In het Oost-Germaans van de vierde eeuw, het Gotisch, zien we geen umlaut. Daar is het woord voor ‘bed’ nog badi.

In het Duits, het Engels en onze oostelijke streektalen heeft umlaut lang geleden zelfs een speciale functie gekregen: het werd een manier om een woord in het meervoud te zetten. Hieronder lees je daar alles over in het hoofdstuk Voeten met umlaut uit mijn boek Die goeie ouwe taal, dat in februari van dit jaar is uitgekomen bij Ambo/Anthos.


Voeten met umlaut

In het Engels is er iets vreemds aan de hand met sommige meervoudsvormen. Ze krijgen niet de uitgang -s maar hun klinker verandert. Foot wordt bijvoorbeeld feet. De Nederlandse tegenhanger van dat meervoud is geheel regelmatig: voeten, maar in het Duits gebeurt er ook iets met de klinker: Fuß verandert in Füße. Wat is hier aan de hand en waarom doet het Nederlands niet mee?

In het Proto-West-Germaans waren er uiteenlopende meervoudsuitgangen. Een daarvan was *-i. Die werd onder meer gebruikt bij de voorloper van voet: bij het enkelvoud *fōt (‘voet’) hoorde het meervoud *fōti (‘voeten’). In sommige van de dochtertalen kreeg die -i een bijzonder effect: hij begon de klinker in de lettergreep ervóór te beïnvloeden. Dat had de volgende oorzaak. De klinker [ie] maak je met je tong voor in je mond. Daarmee verschilt hij veel van de [oo] van *fōti, want die maak je achterin. Om van de [oo] bij de [ie] te komen, moest de tong dus een grote sprong maken. Om die afstand te verkleinen gingen mensen een beetje smokkelen: ze gingen de [oo] alvast wat dichter bij de [ie] uitspreken. In het Oudengels ontstond daardoor een [eu]-klank: die maak je ook voor in de mond, vlak bij de [ie]. Later sleet de uitgang -i af. Zo ontstond het Oudengelse meervoud fœ̄t [feut] tegenover het enkelvoud fōt [foot]. Dit effect van een i op een voorafgaande klinker heet umlaut.

In het Engels zijn klinkers altijd ongelooflijk instabiel geweest. Al snel werd de Oudengelse [eu] een [ee]: fēt. In het Middelengels begonnen lange klinkers gespeld te worden met twee letters, en zo kregen we foot en feet. Nog weer later veranderde de [ee] in een lange [ie], maar de spelling bleef achter. Vandaar dat je nu feet schrijft maar [fiet] zegt. Bij veel Britten lijkt de uitspraak intussen al op [feejt]. De klinker blijft maar veranderen.

Er zijn nog meer umlautmeervouden in het Engels, maar het groepje is door de eeuwen heen wel kleiner geworden. Het patroon van foot ~ feet vind je nog bij goose ~ geese en tooth ~ teeth. Mouse en louse trekken ook nog samen op: die veranderen in mice en lice. Daarnaast heb je man ~ men en woman ~ women. Een verdwenen umlautmeervoud is geat, de oorspronkelijke meervoudsvorm van goat; dat is nu goats.

In het Oudhoogduitse meervoud fuoʒi zorgde de uitgang -i ook voor umlaut, maar in tegenstelling tot het Engels is die uitgang niet weggevallen nadat hij de klinker had veranderd. Hij is alleen afgesleten tot een doffe -e. Daardoor is het nu Fuß tegenover Füße. In het Duits is de umlautklinker bovendien goed te herkennen aan de puntjes. Zo heb je ook Gans ~ Gänse en Maus ~ Mäuse. Dat we die puntjes umlaut noemen, is geen toeval: ze zijn vernoemd naar de klankverandering.

Waarom heeft voeten bij ons geen andere klinker dan in het enkelvoud? Dat komt doordat de -i in het westelijke Oudnederlands al een doffe -e werd vóórdat hij umlaut kon veroorzaken. Het Oudnederlandse fuoti werd al vroeg fuote en daardoor kon er geen umlaut meer optreden. Fuote veranderde via het Middelnederlandse voete in ons voeten.

In het oostelijke Oudnederlands ging het anders. Daar bleef de -i langer bewaard, waardoor er wél umlaut optrad. Daardoor heeft het Limburgs nu voot ~ veut en het Oost-Brabants voewt ~ vuujt. Net als in het Engels sleet de uitgang uiteindelijk geheel weg.

Het Nedersaksisch doet ook mee – althans deels. In het Twents en het Achterhoeks bleef de -i lang genoeg bewaard voor umlaut. Daardoor vind je daar nu paren als voot ~ veute. Verder naar het noordwesten is het meervoud umlautloos gebleven: in het Veluws en Drents heb je bijvoorbeeld voet ~ voetn en in het Gronings vout ~ voutn.

Door de invloed van het Standaardnederlands is het wel zo dat de umlaut in de streektalen aan het aftakelen is. Veel van de Oost-Brabanders die het dialect nog machtig zijn, hebben vuujt bijvoorbeeld ingewisseld voor voewte, onder invloed van het Standaardnederlandse umlautloze voeten.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel, Uitgelicht Tags: fonologie, taalkunde, taalvariatie, taalverandering

Lees Interacties

Reacties

  1. Robbert-Jan Henkes zegt

    28 oktober 2025 om 08:26

    Leuk. Ja, “Je zegt het bovendien gewoonlijk zonder klemtoon”, het woord “jullie”, en ook nog is ont-zett-ont vaak. Extra aanwijzing: het verwante, ietwat ironische “hullie” wordt dan weer nooit als “hulie” uitgesproken.

    Iets anders, vergelijkbaars, maar misschien heb je dat al eerder behandeld, “nieuw” als “nuuw” heb ik altijd ook vreemd gevonden, maar misschien is het ook een economiserende uitspraak.

    Beantwoorden
    • yvanspijk zegt

      28 oktober 2025 om 11:23

      ‘Nuw’ is een lastig geval. In de dialecten kwam ‘nuw’ oorspronkelijk alleen in een dunne strook voor, tussen ‘nieuw’-achtige vormen en ‘nij/niej’-achtige, in een deel van Noord- en Zuid-Holland en Noord-Brabant. Ik kom uit het Midden-Brabantse gebied waar ‘nuw’ en ‘nij’ elkaar raakten, maar in het Nederlands hoor ik mensen daar enorm veel ‘nuw’ zeggen. Het zou in Holland en Brabant dus uit het dialect gekomen kunnen zijn (net zoals Brabantse vormen als ‘da’, ‘wa’ en ‘nie’) en zich vanuit hebben verspreid.

      Aan de andere kant komt de tweeklank ieuw maar in één frequent woord voor in het Nederlands: ‘nieuw’. ‘Kieuw’ is weinig frequent, en ‘lieuw’ (regionaal: scholekster) en ‘schieuw’ (regionaal: vogelverschrikker), die Van Dale geeft bij *ieuw, heb ik nog nooit heb gehoord. Uw komt juist heel veel voor. In zulke situaties zie je weleens dat woorden overspringen naar de “dichtstbijzijnde” frequentere klank, in dit geval van ieuw naar uw. Vergelijk ook ‘sfeer’, dat vaak als ‘sweer’ wordt uitgesproken, ik vermoed doordat /sf/ ook extreem zeldzaam is, en /sw,zw/ vrij gebruikelijk. Maar deze optie is twijfelachtig.

      Als laatste optie is er nog ronding: de w van ieuw is een klank die je met lipronding maakt. Die ie is dat niet, maar de uu wel. In dat geval heb je te maken met assimilatie: de w steekt de ie aan. Dat is in ieder geval hoe ‘nuw’ in de dialecten is ontstaan, want het komt van het Oudnederlandse ‘niuwi’.

      Mogelijk is het een combinatie van bovenstaande opties.

      Beantwoorden
      • boomgeest zegt

        31 oktober 2025 om 13:40

        Ik las hier de woorden nuuw en nuw en dat zette me aan om om de correspondentie tussen de betreffende grafemen en fonemen in een overzicht te zetten, als volgt.

        u = /y/ = als singulier grafeem = de alfabetklank u, het pronomen u
        u = /ʏ/ = als anlaut gevolgd door t = de eerste toon van de toonladder ut
        u = /ʏ/ = druk, drukken, hut, hutten
        u = /y/ = sturen, huren
        uu = /y/ = stuur, huur
        uu = /y/ = als anlaut gevolgd door een andere medeklinker dan w = uur
        u = /y/ = gevolgd door w = stuw, stuwen, duw, duwen
        u = /y/ = als anlaut gevolgd door w = uw
        u = /y/ = als auslaut = nu

        Valt op:
        uur /yːr/ versus uw /yw/

        Het grafeem u kan dus overeenkomen met twee fonemen; /y/ en /ʏ/, en het foneem /y/ correspondeert met twee grafemen; u en uu.
        Dan zijn er nog de spellingsregels die uur en uw vormen.

        Is het dat niet aannemelijk dat er een zekere ambiguïteit over het grafeem u kan ontstaan die leidt tot contaminatie?

        Beantwoorden
  2. Weia Reinboud zegt

    29 oktober 2025 om 09:17

    Ik was bij ons thuis de enige die julie en niet jullie zei. Van jongsafaan en geen idee waar dat vandaan komt!

    Beantwoorden

Laat een reactie achter bij Robbert-Jan HenkesReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Frans Budé • Parkscènes

Hij begroet de bomen, zwaait naar de eenden
in de vijver, de blinkende kiezels op de bodem.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

28 november 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d