Persis Bekkering (1987) publiceerde vier jaar geleden haar eerste roman Een heldenleven. Dit boek werd genomineerd voor de ANV Debutantenprijs en heeft een violist als hoofdpersoon. Opnieuw kwam Bekkering in mei 2021 met een roman waarin muziek een belangrijke rol speelt, hoewel klassieke muziek deze keer plaats maakte voor ruige techno. Exces gaat over nachtenlange raves en is geschreven in een weergaloze stijl.
Doef doef doevend van stad naar stad
Het is 1988 en in Amsterdam hebben housemuziek en de xtc die hier onlosmakelijk mee verbonden is hun intrede gedaan. De jonge danseres Nim raakt in de ban van de ‘simpele drums in vierkwartsmaat’. De drie keer zo oude arts met wie ze een relatie heeft, is minder enthousiast. ‘Moderniteit heeft de schoonheid vermoord’, vindt hij. Maar echt lang heeft Nim geen last van zijn zienswijze, want hij betrapt haar als ze vreemdgaat. De aanblik van zijn vriendin met een ander wordt hem fataal: ‘Honderd kilo artsenlijf ploft op de vloer. De twee schuldige geliefden voelen de dreun onder het kleed door als de klop van Gods toorn.’ Nim en haar nieuwe liefde omarmen het raveleven en vertrekken na verloop van tijd naar de Duitse hoofdstad waar de clubcultuur hoogtij viert. In die jaren versmelten ze steeds opnieuw met het dansende nachtcollectief om zichzelf en de toekomst voor even te vergeten. Maar uiteindelijk herhaalt het noodlot zich: overspel van Nim heeft weer een dodelijke afloop voor een bedrogene.
In 2001 verhuist Nim naar de volgende wereldstad, New York, waar ‘de wolkenkrabbers aan de overkant schitteren als robotische fallussen.’ Een treffende formulering in een boek over mensen die mechanisch dansen op techno en hitsig worden van de drugs. Ook in New York staan de nachten in het teken van het ritmische ‘doef doef doef doef’, als een poging om te ontsnappen aan de ‘sombere stilstand’ die de dagen zijn. ‘Sombere stilstand’ is overigens niet alleen van toepassing op het begin van dit millennium, maar raakt ook aan het gevoel dat ons sinds maart 2020 geregeld overvalt. En dat is ook waar het boek eindigt: in een wereld die ons akelig bekend voorkomt, met online mindfulnessinstructeurs en officiële verklaringen om je over grenzen te mogen verplaatsen.
Hedonisme
Om Exces op waarde te kunnen schatten, hoef je geen technofanaat te zijn. Bekkering weet in een door drugs doordrenkt verhaal universele verlangens bloot te leggen. Het enige wat Nim wil, is in de nacht verdwijnen om ‘niet meer dat bange ikje op wie alles aankomt, die voor zichzelf verantwoordelijk is’ te zijn. Iedereen wil zichzelf toch weleens vergeten? Ook het wereldwijde gevoel dat tijdens de lockdownperiode ontstond na het wegvallen van sociaal contact, staat raak beschreven: ‘dat we in elk geval beter samen kunnen zijn, hoe meer verbindingen, hoe beter, laten we toch in godsnaam voor elkaar zorgen.’ Tekenend is dat in dit laatste deel als enige niet wordt verteld in welke stad het zich afspeelt. Dat impliceert dat het niet uitmaakt waar je je bevindt als de hele wereld op slot zit. Universeel isolement.
De schrijver voert een hoofdpersonage op met een hedonistische levensstijl: ‘Ze wil niet dat alles betekenis heeft, ze wil dat er dingen zijn die zinloos zijn, die gebeuren zonder dat zij daar beter van wordt. Daarin ligt het overschot, het ware exces.’ Daartegenover staat dat de taal in het boek juist allerlei betekenissen heeft. Een slim contrast. Zo ontbreken aanhalingstekens bij gesprekken. In een verhaal waar grenzen constant verdwijnen – tussen het ik en de ander, tussen lichaam en geest – is dat een interessante keuze. Op deze manier vervagen ook de grenzen tussen gesprekken, gedachten en beschrijvingen en worden we deelgenoot van een grenzeloze ervaring. De taal weerspiegelt daarnaast herhaling, iets wat een belangrijke rol speelt in het boek. Nachten, dagen, beats van de muziek en het sterven van minnaars: alles komt steeds weer terug. En dat staat als volgt opgeschreven: ‘De bas zegt wauw wauw wauw wauw wauw’ en ‘ze wil dit moment, opnieuw, en opnieuw, en opnieuw’.
Deze harmonie tussen vorm en inhoud maakt de roman tot een klein meesterwerk. Op woordniveau gebeurt zoveel dat één keer lezen niet genoeg is om alle betekenissen te ontrafelen. Toch leert ook de eerste leeservaring al dat Exces een wetenswaardig boek is. Neem de naam ‘Nim’, een verwijzing naar Mariken van Nimwegen. Net als dit middeleeuwse personage leidt Nim een zondig leven en heeft ze een slechte invloed op de mensen om haar heen. Alleen deze vondst verdient al applaus. Je moet er maar opkomen: een ravende Mariken.
Laat een reactie achter