• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Logo

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Artikelen
  • Media
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Roofstaat compact: korter maar niet krachtiger

15 maart 2022 door Martijn van Bruggen 1 Reactie

Ewald Vanvugt, Roofstaat compact. De zeven grofste misdaden van Nederland overzee (Nijgh & Van Ditmar / Top Notch; Amsterdam, 2017)

In 2015 bracht schrijver, tentoonstellingsmaker en fotograaf Ewald Vanvugt het lijvige boek Roofstaat. Wat iedere Nederlander moet weten uit. Geheel in lijn met de ontwikkelingen van pakweg de laatste eeuw was het een herschrijving van de Nederlandse geschiedenis, waarbij het oog nu eens niet gericht was op de triomfen van de nationale geschiedenis, maar op de schaduwkanten; de nasleep, zoals Aleida Assmann het noemt. In het geval van Roofstaat ging het om de misdaden die Nederlanders pleegden in naam van de staat (of de voorloper daarvan) sinds de middeleeuwen.

Twee jaar later is na het grote succes van het eerste boek, een bescheidener versie uitgebracht, genaamd Roofstaat compact. De zeven grofste misdaden van Nederland overzee. Zoals de ondertitel al aangeeft zijn bijvoorbeeld de kruistochten die wel in het tot Roofstaat compleet omgedoopte basisboek zaten, weggelaten en ligt de focus op Nederlandse wandaden overzee sinds de vroegmoderne tijd (1600-2000), al noemt de auteur dit de moderne tijd. Kortgezegd, de koloniale wandaden in Nederlands-Indië, Noord-Amerika (‘Nieuw-Nederland’), Midden-Amerika en Afrika. Dit heeft, schrijft de auteur, tot gevolg dat Roofstaat compact de diepte in kan gaan, waar Roofstaat compleet de geschiedenis uitvoerig in de breedte weergaf. Dit laatste boek was tevens chronologisch van aard, terwijl Roofstaat compact thematisch is gerangschikt ‘naar zeven vaste praktijken waarmee Nederlanders door de eeuwen heen uit de andere werelddelen winsten en welvaart binnenhaalden’ (pp. 9). Deze zeven praktijken zijn: oorlogszucht, uitbuiting, mensenhandel, vrouwenmisbruik, opiumhandel, oorlogsbuit en tegenstemmen. Dit laatste thema is natuurlijk een vreemde eend in de bijt. Het is een slordigheid dat het hoofdstuk niet ‘Propaganda’ of ‘Censuur’ is genoemd. Het is immers niet de tegenstem van bijvoorbeeld een auteur als Multatuli, die de misdaad vormt.

Verovering en handel

Vanvugt begint zijn relaas met te schetsen hoe Nederland gekomen is tot overzeese verovering en handel. In rooms-katholiek Europa was dit reeds aan het einde van de middeleeuwen gebruikelijk uit zogenaamde barmhartigheid voor de onontwikkelde en onchristelijke overzeese mensen. Zij werden, met goedkeuring van de paus, onderwezen in het christendom en in ruil daarvoor verdienden de Europeanen het volgens de godsgeleerden om overzeese rijkdommen buit te maken en om andersdenkenden tot slaven te maken. Het rooms-katholieke Spanje was er dus vroeg bij en bezat de heerschappij over de wereldzeeën. Laat Nederland nu sinds halverwege de jaren zestig van de zestiende eeuw in onmin leven met Spanje. In 1588 wordt de Spaanse Armada, de onoverwinnelijk geachte vloot, verslagen door Engeland en Nederland. De zeeheerschappij van de katholieke, zuidelijke Spanjaarden en Portugezen is voorbij, het protestantse, noordelijke Engeland en Nederland nemen het initiatief over en ondernemen ook overzeese expedities, bezetten havens en richten besturen op. In maart 1602 wordt de Verenigde Oostindische Compagnie dan opgericht, waarin de Zeven Verenigde Provinciën na veel getwist verenigd zijn. De VOC krijgt een handelsmonopolie ten oosten van Kaap de Goede Hoop tot aan de straat van Magalháes. Drie maanden na het aflopen van het Twaalfjarig Bestand met Spanje, wordt in 1621 de WIC opgericht, met als voornaamste doel ‘het “infesteren” van de vijand: zoveel mogelijk Spaanse en Portugese schepen en bezittingen in Afrika en Amerika plunderen en vernielen’ (pp. 26).

VOC-mentaliteit

Dit zijn allerlei feiten die de persoon die zich enigszins verdiept heeft in de Nederlandse historie bekend is. Af en toe breng Vanvugt een nuance aan, herschrijft hij subtiel het culturele geheugen. Zo schrijft hij: ‘Volgens de gangbare vaderlandse geschiedenis was de VOC in hoofdzaak een handelmaatschappij en als bijzaak een oorlogsmacht. Onderzoekers van de uitvoerig bijgehouden boekhoudingen hebben het tegendeel vastgesteld. De VOC was minder een kapitalistisch handelsbedrijf dan een syndicaat van zeeroverij, gericht tegen de Spanjaarden en Portugezen’ (pp. 21). Het laat ten eerste zien hoe gemaakt het beeld is van de VOC-mentaliteit (de doorpakkende handelsmentaliteit), waar onder andere (oud-)politici als Jan Peter Balkenende zich op beroepen. Ten tweede illustreert het de methode die Vanvugt gebruikt heeft om aan zijn informatie te komen. Hoewel hij zelf wel veelvuldig naar bijvoorbeeld Indonesië is afgereisd om te zoeken naar de sporen die Nederland daar heeft achtergelaten (vooral veel graven en monumenten), heeft hij zelf voor dit boek geen nieuwe wetenschappelijke onderzoeken uitgevoerd. Hij beroept zich soms op algemeen bekende primaire literatuur zoals het scheepsjournaal van Bontekoe, maar meestentijds op secundaire literatuur. Echt nieuwe inzichten worden er dan ook niet opgedaan. De som van al deze onderzoeken binnen een boek is echter wel zeer waardevol, zeker voor het publiek dat niet echt historisch onderlegd is en zijn informatievoorziening haalt uit de doorsnee media of de publieke ruimte.

Heldenvereringen

Het beeld van Nederland dat voornamelijk handeldreef overzee en af en toe moest ingrijpen als er oproer was onder de inheemse bevolking (denk aan de eufemistisch omschreven ‘politionele acties’ in Nederlands-Indië tussen 1945-1949) is namelijk hardnekkig. Van begin af aan is de geschiedenis zo gemanipuleerd dat de misdaden van Europese landen op en over zee gerechtvaardigd werden. Vanvugt beschrijft hoe de VOC-directie begin zeventiende eeuw aan Hugo de Groot vroeg om hun kaapnemingen te verdedigen. Dit deed De Groot door in oude boeken te duiken en uitspraken van de klassieken en kerkvaders te citeren die de ‘Opstandige Nederlanders’ rechtvaardigden in zijn De Iure Praedae (1604-1605). Het is de volgens Joep Leerssen typisch negentiende-eeuwse bronneninventarisatie van het cultuurnationalisme avant la lettre. Ook de in de eeuw van het nationalisme opgerichte standbeelden van en monumenten voor ‘zeehelden’ hebben bijgedragen en dragen nog steeds bij aan het beeld dat Nederland iets goeds heeft gedaan overzee. Vanvugt gaat in het hoofdstuk ‘Oorlogsbuit’ uitvoerig in op de lieux de mémoire die alleen al in Amsterdam staan. Zoals het gevelbeeld boven de hoofdingang van het Stadsarchief met ‘de slachter van Banda’ J. P. Coen, H. W. Daendels en J. B. Van Heutsz huizenhoog boven de passanten uittorenend, met hun mooiste strijdtenue aan en het zwaard in de aanslag. Maar bijvoorbeeld ook het steenreliëf in het Tropenmuseum met de westerling in het midden die aan de inboorling aan zijn linkerhand het kruis uitdeelt en aan de inboorling aan zijn rechterhand de bijbel. Het zijn onterechte heldenvereringen, betoogt Vanvugt, maar dat betekent niet dat ze verwijderd moeten worden uit de publieke ruimte. Alles draait om voorlichting, om het schetsen van de juiste context en die ontbreekt momenteel. Frappant is het, hoe deze discussie over verering van ‘onze’ zeevaarders zich na de uitgave van het boek heeft doorgezet, resulterend in de nieuwe Beeldenstorm onder de Black Lives Matter-beweging.

Geen aansluiting

Al met al is Roofstaat compact een boek waarin de universitaire wereld weinig tot geen nieuwe inzichten zal opdoen. Het is dan ook merkbaar gericht aan de niet in de materie geschoolde burger. Vanvugt heeft citaten uit vorige eeuwen naar het modern-Nederlands vertaald en vermijdt specialistische termen, zoals blijkt uit frases als: ‘Deze nieuwe berekeningen passen in het patroon van de radicale vernieuwing van de Nederlandse geschiedschrijving door (buitenlandse) geleerden’ (pp. 87). Ook stuurt hij de lezer vaker dan gewenst door ondergetekende naar een oordeel, door subjectieve beschrijvingen als: ‘Tot het einde huilden regeringswoordvoerders in het openbaar krokodillentranen om het lot van de verslaafden, terwijl zij binnenskamers een borrel namen en de winsten telden’ (pp. 153) of wanneer hij spreekt over ‘dit schandelijke optreden’ (pp. 35). De ondertitel met ‘De grofste misdaden (…)’ is uiteraard ook een waardeoordeel van de schrijver en bovendien onjuist, aangezien de zevende ‘misdaad’ dus juist gaat over de tegenstemmen. Het is niet de enige keer dat het besprokene niet aansluit bij het overkoepelende thema: zie bijvoorbeeld de monumenten voor de ‘zeehelden’ onder het kopje ‘Oorlogsbuit’. De thematische indeling doet hierdoor kunstmatig aan en doet bovendien geen recht aan de ingewikkelde samenhang van drijfveren voor het kolonialisme. Een chronologische aanpak had beter gewerkt. Misschien is de wrange conclusie wel dat de overzeese wandaden van Nederland zo uitgebreid zijn, dat ze zich niet in een compact boek laten uitleggen.

Martijn van Bruggen is bachelorstudent Nederlandse taal en cultuur aan de Universiteit Utrecht

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Jong, Uitgelicht Tags: Ewald Vanvugt, recensie, Roofstaat compact

Lees Interacties

Reacties

  1. Wouter van der Land zegt

    16 maart 2022 om 16:54

    Van Nijgh & Van Ditmar, de uitgever van ‘Het Indische fiscale winstsplitsingsvraagstuk in de practijk: bijdrage tot de oplossing van het internationale probleem der voorkoming van dubbele belasting’ (1930).

    Beantwoorden

Laat een reactie achter bij Wouter van der LandReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Openingszin van de week

Ik zag haar voor het eerst op een vroege decembermorgen.

De openingszin van deze week komt uit Dagen van glas (2023) van Eva Meijer. Het is een uitwerking van diens eerder verschenen novelle Haar vertrouwde gedaante (2021). Het boek vormt een collage van drie gezinsleden, moeder, vader en dochter, die zich alle drie niet echt thuis voelen. Hoewel de moeder de special van een filosofisch […]

➔ Lees meer
  • Facebook
  • YouTube

Thema's

#taalkunde
Ik zou dat niet pikken als ik jou was
De vervaagde grenzen van de neerlandistiek
“Taal kan iets doen met je moraal”
Wie schrijft, schrijft gelijk: mannelijke en vrouwelijke auteurs
Een koffietje doen
#letterkunde
Ik zag haar voor het eerst op een vroege decembermorgen.
Het besturen van een trekker is een daad van soevereiniteit.
Als schrijvers zichzelf voorlezen
Op de dag dat Minnie Panis voor de derde keer uit haar eigen leven verdween, stond de zon laag en de maan hoog aan de hemel.
Het was oud en nieuw, een uur na middernacht toen ik, een volwassen vent met een vaste baan en in een zelfgemaakt varkenspak aan de rand van een industriegebied in een sloot viel.
#recensie
De letteren op de planken
In Het paradijs van slapen kleurt Joost Oomen de dood hoopvol
Yara’s Wedding: een voorstelling die je bijblijft.
Verlies, liefde en leegte: De mitsukoshi troostbaby company
Zee nu: Een dystopische roman over zeespiegelstijging
#taalbeheersing
De discussie over de vlees-/vega-/plantaardige burger/schijf/disk
De vervaagde grenzen van de neerlandistiek
Wie schrijft, schrijft gelijk: mannelijke en vrouwelijke auteurs
Taalverandering in Duckstad: van 1952 tot 2025
Maar goed, een blog over maar goed
#toekomstinterview
‘Wij willen mensen het donker laten beleven’
‘Voor kinderen is een kerk een magische plek’
‘Bekijk tijdens je studie al wat er allemaal mogelijk is, wacht niet tot iets moet.’
‘Ik geloof er toch echt in, dat je iets moet kiezen waar je blij van wordt.’
‘Geniet van wat het vak je brengt. De neerlandistiek kan je naar zoveel plaatsen brengen, zowel letterlijk als figuurlijk.’
#wijzijnneerlandici
Kwaliteit boven kwantiteit?
Literatuur, natuur, insecticiden en het internet
Jong Neerlandistiek in gesprek: studenten over de grens
#wijzijnneerlandici: Jacques Klöters
“Aan het begin van de studie sprak ik nog geen Nederlands. Na drie jaar schreef ik een scriptie in het Nederlands.”
#voordeklas
24 paar ogen, een glimlach en een gereedschapskist
De vlucht naar Engelse literatuur, waardevol of schadelijk?
Later word ik dokter! Of juf! Of allebei!
Literatuur voor alle leeftijden
De ezelsbruggetjes in ons grammaticaonderwijs; kunnen we zonder?

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d