Als je het over mij en mijn blogs hebt, kun je prima zeggen: ‘Ludmilla en haar leuke blogs.’ (Vooropgesteld dat je mijn blogs leuk vindt, natuurlijk.) Ik ben een vrouw, dus ik voel me aangesproken als je naar mij verwijst met ‘zij’ of ‘haar’.
Maar niet voor iedereen ligt het zo simpel. Tot voor kort was de algemene opvatting dat er twee genders waren: man en vrouw. Tegenwoordig daalt het besef steeds meer in dat gender niet zo binair is als we dachten, maar zich eerder als een spectrum laat omschrijven: ja, er zijn vrouwen en er zijn mannen, maar er zijn ook mensen die niet binnen een van beide categorieën vallen. Voor die mensen volstaat ‘zij’ of ‘hij’ niet. En het probleem is dat het Nederlands daar nu nog in tekortschiet.
Door de talige discussie over welke voornaamwoorden we voor non-binaire mensen moeten gebruiken, ben ik me steeds meer gaan realiseren dat het eigenlijk heel gek is dat de geslachtskenmerken waarmee we zijn geboren in principe bepalen hoe anderen de rest van ons leven dag in, dag uit, naar ons verwijzen. Het is toch ook mogelijk om aan mij te refereren zonder te verraden wat mijn oogkleur of lichaamslengte of lievelingskleur is – allemaal dingen die mij óók maken tot wie ik ben? Waarom moet dan wel steevast duidelijk gemaakt worden dat ik me als vrouw identificeer? Oké, ik voel me weliswaar inderdaad volledig vrouw, maar ben nou ook weer niet zó gehecht aan mijn gender dat ik daar constant in bevestigd moet worden.
Sinds ik in 2016 voor het eerst bewust las over genderneutrale voornaamwoorden in het Nederlands – in dit artikel van de Correspondent − fascineert het onderwerp me mateloos. We zíen taalverandering voor onze ogen gebeuren. En die taalverandering gaat niet zonder slag of stoot; bijna iedereen heeft er wel een mening over en veel mensen verzetten zich er zelfs heftig tegen. Maar het gebeurt toch.
Ik ben er eigenlijk van overtuigd dat we over een jaar of twintig een volledig ingeburgerd genderneutraal voornaamwoord hebben, waarmee we naar non-binaire mensen kunnen verwijzen én dat we kunnen gebruiken wanneer gender er niet toe doet. Want nog altijd hoor ik bijna iedereen ‘hij of zij’ zeggen om naar een willekeurig persoon te verwijzen ongeacht gender, en ook daarmee zien we een categorie mensen over het hoofd. In het Engels wordt in dat soort situaties al eeuwenlang ‘singular they’ gebruikt. Ik verwacht (en hoop, eigenlijk) dat ‘die’ op den duur het nieuwe genderneutrale voornaamwoord in het Nederlands wordt, maar zeker weten doe ik dat natuurlijk niet.
Een taal kan honderden, ja duizenden jaren lang evolueren en zich uitbreiden en steeds efficiënter worden gemaakt, en dan nóg blijf je tegen dit soort dingen aanlopen. Veranderingen aan onze taal laten ons namelijk zien dat ook de wereld om ons heen verandert. En als doodgewone taalgebruiker mag je dan zomaar deelnemen aan die taalverandering. Dat is toch fantastisch? Wat dat betreft zijn genderneutrale voornaamwoorden een wonder.
Ludmilla Coornstra is redactrice van Jong Neerlandistiek en studente Taal- en Cultuurstudies aan de Universiteit Utrecht.
Floor zegt
Leuk stuk, Ludmilla! Ik hoop met jou dat ‘die’ op den duur het gangbare genderneutrale voornaamwoord in het Nederlands wordt. Ikzelf identicifeer mij weliswaar als non-binair, maar heb enorm veel moeite met het nu veelal gebruikte ‘hen’ als pronoun. Ik ben toch zeker geen meervoud!
Jouwert van Geene zegt
Hi Ludmilla, dank voor deze blog. Ik zou graag met je in contact komen over dit onderwerp. Ik probeer binnen wikipedia de wikigemeenschap zover te krijgen om een keuze te maken voor een gender-neutraal vnw, en zou daar een projectje voor willen opzetten voor studenten om te helpen. Volgens mij zijn er inmiddels voldoende secondaire bronnen beschikbaar op basis waarvan wikipedia een (voorlopige) keuze zou kunnen maken.