In het kader van een letterkundig college dat ik vorig jaar volgde, heb ik me bezig gehouden met de roman Malva (2015) van Hagar Peeters. Niet alleen letterkundig maar ook taalkundig gezien is dit een interessante roman, omdat één talig element hier een bijzondere rol speelt: de puntkomma!
Maar wat is eigenlijk de functie van de puntkomma, in het algemeen en in deze roman? Dit wilde ik graag in mijn werkstuk beantwoorden. Uiteindelijk mocht ik hierover dan zelfs een stukje voor Neerlandistiek schrijven, en zo belandde ik uiteindelijk bij Jong Neerlandistiek.
Maar hoe zit het nu met de puntkomma? Ik ben op zoek gegaan naar boeken, artikelen en andere taalkundige bijdragen over de Nederlandse interpunctie. En het bleek moeilijker dan gedacht: ik nam aan dat er net als in het Duits misschien een aantal theoretische en ook empirische onderzoeken te vinden zouden zijn, maar afgezien Nicoline van der Sijs’ onderzoek naar de vraag hoe leestekens door de tijd heen zijn gebruikt, stootte ik vooral op taaladviesboeken en -websites. Dus besloot ik op basis deze taaladviezen en het Duitse puntkommaonderzoek een eerste empirische benadering naar de Nederlandse puntkomma te wagen.
Bij wijze van steekproef analyseerde ik de puntkomma’s in de roman. Ik keek zowel naar de syntactische alsook naar de tekstsemantische relaties tussen het gedeelte voor en het gedeelte na de puntkomma. Uit mijn analyse bleek het volgende: anders dan door de taaladviesboeken werd beweerd, verbindt de puntkomma niet uitsluitend hoofdzinnen met elkaar. Weliswaar zijn de gedeeltes voor en na de puntkomma merendeels zelfstandige constructies, maar in één van drie gevallen kan het gedeelte na de puntkomma ook bv. een naamwoordgroep of voorzetselgroep zijn – en daarmee dus geen zelfstandige constructie. Deze structurele variatie na de puntkomma is ook terug te zien in onderzoeken over de Duitse puntkomma.
Met het oog op de tekstsemantische relaties tussen de gedeeltes voor en na de puntkomma wordt duidelijk dat er in de spellingsadviezen decennialang enkel sprake was van het bestaan van een nauw band tussen de gedeeltes; pas onlangs werd dit nauwe band nader gespecificeerd. Renkema & Daamen (2016) en Van der Horst (2019) beschrijven het gedeelte na de puntkomma als een precisering, tegenstelling, herformulering of voorbeeld van de mededeling uit het eerste gedeelte. In mijn analyse heb ik deze semantische variatie van het gedeelte na de puntkomma wel kunnen terugvinden, maar over het algemeen domineerde de explicerende functie: na de puntkomma werd de voorafgaande mededeling nader toegelicht en gepreciseerd.
Door dus puntkommazinnen eens onder de loep te nemen, heb ik de verbindende functie van de puntkomma een stukje nader kunnen bepalen. Maar dit ging dus enkel over de puntkomma. Wat voor constructies verbindt eigenlijk de dubbele punt? Wat is de syntactische en tekstsemantische functie van het gedachtestreepje? Volgens mij kan verder empirisch onderzoek naar leestekens ons nog veel interessante inzichten opleveren over hoe leestekens in feite gebruikt worden; misschien kan het zelfs de min of meer heersende onzekerheid over het gebruik van bepaalde leestekens minimaliseren.
Kendra Peters is redacteur bij Jong Neerlandistiek en studeert Nederlandistiek aan de Universiteit van Oldenburg.
achemmeHildegarde Meganck zegt
Wat me opvalt is dat het puntkomma bijna niet meer gebruikt wordt. Liever schrijft men in korte zinnen, zeker in e-mails en brieven. Zelf vind ik het puntkomma heel nuttig en aangenaam om te gebruiken maar moet mezelf soms zachtjes dwingen om die te gebruiken.
WebredMiet zegt
Ik ben het er zeker mee eens dat leestekens meer onderzoek verdienen. Maar ik heb een beetje moeite met de vraagstellingen hier: het lijkt alsof leestekens zomaar uit het niets ineens in teksten terechtkomen en daar ‘iets doen’, en wij nu moeten uitzoeken wat. Zo werkt het natuurlijk niet.
Toen ik voor mijn boek ‘Tot in de puntjes …’ research deed naar het ontstaan van de verschillende leestekens (waarbij het stuk ‘Ode aan de punt. Hoe een nietig inktvlekje onmisbaar werd’, in ‘Drs. P en de punt’, uiteraard van de onvolprezen Nicoline van der Sijs onmisbaar was), kwam ik tot de conclusie dat leestekens altijd, zonder uitzondering, inspelen op een menselijke behoefte van het moment, van het tijdsgewricht. Ze zijn ontstaan omdat een bibliothecaris structuur wilde scheppen in Oudgriekse teksten zonder spaties, leestekens of hoofdletters. Middeleeuwse monniken verfijnden het systeem omdat er een schriftcultuur ontstaan was rond bijbelse teksten en omdat het schrift zelf veranderd was (introductie van hoofdletters en spaties). Bij het ontstaan van de boekdrukkunst, met zijn strakke lay-out en bladspiegel, kwam er nog meer behoefte aan verschillende structurerende leestekens, gedachtestreepjes zijn er gekomen door de opkomst van een literair genre waarin menselijke gevoelens en twijfels centraal stonden, enz. Het leestekengebruik verandert dus en dat hangt samen met maatschappelijke, technologische en literaire ontwikkelingen. Je kunt dat niet los zien van elkaar. En je moet in je achterhoofd houden dat de leestekens *niet* in de officiële spelling zitten. De enige uitzonderingen zijn de apostrof en het koppelteken, en zelfs dat is nog niet zo lang het geval. Dat betekent dat we het hier niet over regels hebben, maar over (sterke) conventies, en die zijn wat meer onderhevig aan modetrends.
Nog één opmerking over taaladviesboeken: dat zijn geen beschrijvende werken, maar ze geven advies, in het geval van leestekens over de heersende conventies. Dat betekent automatisch dat mensen die leestekens ook op andere manieren gebruiken. En de perfecte plaats om ‘afwijkend’ gebruik te vinden, is net in de literatuur en bij creatief taalgebruik. Het is dus niet verwonderlijk dat je uitgerekend in een roman een opvallend gebruik van die puntkomma hebt gevonden. Als je dus het ‘gewone’ gebruik van puntkomma’s of gelijk welke leestekens wil bestuderen, dan zou ik de romans net terzijde laten. Anders zou je wel eens tot heel vreemde resultaten kunnen komen 🙂 Als startpunt bezorg ik je ten slotte graag deze link met de literatuurlijst van mijn boek ‘Tot in de puntjes …’: https://taalverhalen.be/literatuurlijst-leestekens/