Een meemaakreportage over Nederlands studeren in Triëst
In de Italiaanse stad Triëst studeren Italiaanse studenten Nederlands op de Tolken en Vertalen Universiteit. Onze taal wordt op de universiteit gezien als een kleine taal. Hierdoor krijg je er weinig uren les in. Toch kunnen studenten na één jaar al Nederlands praten. Student Romy (20): ”De truc waarom Italianen zo snel zo goed Nederlanden leren, is hoofddocent mevrouw Ross. Het is niet de vraag wat doet ze om de taal erin te stampen, maar wat doet ze niet?”
De Tolken en Vertalen studenten v.l.n.r. Raffaele, Maddalena, Elisa, Erica, Elena, Sara en Alessandro.
De warme lucht dringt door de straten, terwijl de zon steeds hoger voorbij de grote gebouwen klimt. Bussen en auto’s vliegen langs imposante grijze gebouwen in de buurt van het centrum van de havenstad. Binnen in de universiteit voelt het koel aan met smalle gangen, terwijl het Italiaanse gekwetter je oren streelt. Trap op, smalle gang door en links gaat de deur open. “Hallo, hoe is het?” klinkt het in vloeiend Nederlands. Nederlands in het zonnige Italië. Een vreemde gewaarwording.
Schoolsysteem
Op de universiteit volg je net als in Nederland drie jaar een bachelor, waarna je kan kiezen om daarna nog een tweejarige master te volgen. Voor hun bachelor kiezen de Italiaanse studenten drie vreemde talen. Nederlands kunnen ze kiezen als derde taal. Qua studiepunten is de eerste taal het belangrijkst. Voor deze taal maken de studenten een toelatingsexamen. Net als voor hun master, maar dan kiezen ze één taal. “Het is hard werken. Voor de studenten en de docenten”, vertelt hoofddocent Dolores Ross met priemende ogen.
“Het is hard werken. Voor de studenten en de docenten.”
Omdat Nederlands een derde taal is, krijgen studenten per jaar gemiddeld twaalf uur officieel les. Tweedejaarsstudent Romy: “We moeten ook zelfstudie doen. Dat moet gewoon.” Door de weinige lesuren organiseren de docenten extra curriculaire activiteiten en colleges. “Al die activiteiten zijn de beste manier om een taal te leren. Het Nederlands departement vind ik het beste departement van de universiteit, want je ziet dat onze docenten er alles aan doen om studenten de taal te leren,” zegt derdejaarsstudent Elisa (21). Romy vervolgt: “Het Nederlands is een derde taal, maar we krijgen eigenlijk meer college-uren voor deze taal dan voor de grote talen Engels, Duits, Frans en Spaans.” Het instemmende geknik van de zeven andere studenten bevestigt dit. “Eigenlijk doen we veel meer dan we zouden moeten doen, maar het is het zo waard,” glundert Romy.
Examens
“In oktober beginnen de lessen en in mei zijn de studenten klaar, want dan zijn de examens”, vertelt docent Gabriella Nocentini. Elk jaar voor het laatste examen moeten de studenten een portfolio maken met alles wat zij tijdens dat jaar maakten of volgden. Romy: “Je moet samenvattingen schrijven van bijvoorbeeld de podcast die je gedurende het jaar luisterde en de Nederlandse films die je keek, maar ook van alle lezingen en colleges. Hiervan hebben we een hoop, vooral door de extra curriculaire activiteiten.” “En alles moet in het Nederlands”, zucht eerstejaars masterstudent Raffaele (22).
“Alles moet in het Nederlands.”
“In het eerste jaar van de bachelor krijg je veel grammatica en je krijgt hier ook twee examens over”, legt Romy uit. “In het tweede jaar krijg je één grammatica examen en één cultuur examen en in je derde jaar maak je een cultuurexamen en een vertaling examen.” “Je bouwt je hele grammaticabasis in je eerste jaar”, vervolgt eerstejaarsstudent Sara (20), waarna Raffaele aanvult: “Wij leren ook de Nederlandse kaart met de provincies en regio’s en krijgen les in straattaal.” Romy grinnikt: “Wij leren echt alles van de taal.”
Hoe leer je Nederlands?
“Er is een groot verschil tussen je moedertaal leren door middel van copy en paste en een taal leren als volwassene uit een boek met regels en houvast”, legt docent Gabriella uit. “Wanneer de studenten beginnen met Nederlands kunnen ze nog niks,” vervolgt hoofddocent Dolores Ross, “we beginnen met de uitspraak en leuke woordjes. Geleidelijk aan krijgen ze tijdens hun tweede les een beetje grammatica. Maak maar een zin, dat vinden de studenten geweldig!” lacht ze. “Het werkt ook heel aanmoedigend als je na je tweede les al een paar dingen kan zeggen in een vreemde taal. Dat werkt stimulerend,” gaat Gabriella met twinkelende ogen verder. “Aan het eind van hun eerste jaar komen studenten naar mij toe en zeggen: ‘oh, daarom moesten we dit jaar de hele grammatica doornemen. Nu kunnen we vertalen!’” Haar mondhoeken krullen omhoog.
Tolken en vertalen
Aan de masterstudenten biedt de universiteit een tolkenspecialisatie aan. “De studenten leren conferentietolken. Hiervoor moeten ze tolken terwijl tegelijkertijd de spreker spreekt. Je tolkt dus wat je hoort” vertelt Gabriella. “Daarnaast leren de studenten ook consecutief tolken. De spreker spreekt bijvoorbeeld vijf minuten, ondertussen neemt de tolk aantekeningen, neemt het woord en herhaalt, en dan écht herhaalt, in ook ongeveer vijf minuten wat er is gezegd.” “Deze aantekeningen maak je via symbolen,” vult Dolores aan, “Voor woorden heb je geen tijd. Studenten leren een bepaalde techniek met symbolen en stukjes woorden die dienen als geheugensteuntje wanneer de tolk de speech reproduceert.”
“We proberen de studenten ook zoveel mogelijk over de cultuur te leren, want wanneer je vertaalt, krijg je ook te maken met cultuur”, vertelt Gabriella geduldig. “Wanneer je tekst of de spreker iets zegt over de derde dinsdag van september, sinterklaas of het poldermodel, dan moet je de achtergrond kennen.” Een glimlach trekt over haar gezicht. “Wanneer je praat over lunch, denkt een Italiaan daar iets heel anders bij dan een Nederlander, terwijl het hetzelfde woord is.”
“Ik geef conversatielessen”, vertelt stagiaire Emma Bologna die net komt binnenlopen. “Tijdens deze lessen spreken we over de actualiteiten in de Nederlandse politiek, over Mark Rutte en bekende Nederlanders. Eigenlijk over van alles en nog wat.” Haar ogen kijken glinsterend in het rond. “Natuurlijk is er veel zelfstudie. Ik raad studenten aan om NOS Stories te volgen, zodat ze volgen wat er in Nederland gebeurt. En dat ze luisteren naar Nederlandse muziek.”
Droom
De meeste studenten dromen om later een tolk te worden. “Ik zou graag een tolk worden”, glimlacht derdejaarsstudent Maddelena (22). “Maar dit jaar haalde ik het toelatingsexamen voor de master van onze universiteit niet, dus misschien volgend jaar. Fingers crossed.” Hoopvolle, lichtgespannen ogen kijken haar medestudenten aan.
Ook eerstejaarsstudent Alessandro (20) droomt om tolk of vertaler te worden voor een Europese instelling. “Het is een hele grote droom, dat weet ik, maar ik ben ook verliefd op Brussel. Ik wil Nederlands sowieso verder studeren,” vertelt hij soms nog zoekend naar de juiste Nederlandse woorden. Sara vult aan: “Ik weet het nog niet precies, maar ik zou graag vertaler willen worden en dan wil ik het Nederlands zeker gebruiken.”
“Het is een hele grote droom.”
Ook kan je er tijdens je studie achter komen dat tolken of vertalen niets voor jou is. “Afgelopen twee jaar begreep ik dat ik niet verder wil als tolk of vertaler, maar ik wil wel het Nederlands verder studeren en gebruiken bij mijn toekomstige baan. Dat is mijn enige zekerheid,” glimt derdejaarsstudent Erica (22).
Waarom Nederlands?
“Waarom geen taal studeren dat specialer is?”, vraagt Elisa. “Talen zijn culturen en je ontdekt er een andere wereld mee. Waarom altijd Engels?”, vervolgt de 21-jarige opgewekt. “Alle stereotypen om een taal te beschrijven zijn wel waar. Bij Duits denk ik aan sterk, bij Frans aan de liefde en bij het Nederlands aan dynamiek, informeel en gezellig, ja gewoon gezellig”, verzucht ze. “Ik koos de taal per toeval, maar het is een van de beste keuzes van mijn leven!”, vertelt de student opgewekt. Romy lacht: “Ik vind het zo grappig dat Nederlanders het raar vinden dat andere mensen Nederlands studeren. Het is een superleuke taal!”
Yvonne van Schaijk studeert Journalistiek aan de Christelijke Hogeschool Ede.
Laat een reactie achter