Krisztina’s kennis over Nederland was nog niet heel groot toen ze aan de studie Nederlands in Hongarije begon. “Ik wist ongeveer waar Nederland lag, omdat mijn vader meermaals naar Amsterdam ging, maar behalve zijn verhalen wist ik eigenlijk niet zo veel over het land. Ik was nooit in Nederland geweest. Ik had nog nooit Nederlands gehoord voorafgaand aan mijn studie. Nadat ik het te weten kwam dat ik toegelaten werd, had ik ook niet opgezocht hoe Nederlands klonk. Ik liet het volledig over aan mijn eerste indruk aan de universiteit.” Die indruk was doorslaggevend, ze vindt nog steeds vooral de taal mooi klinken, de intonatie fascineert haar het meest.
Tijdens het eerste jaar van de studie moest Krisztina nog wel een keuze maken. “Ik ben in 2012 begonnen met de studie Nederlands als hoofdvak en Duits als bijvak. Na één jaar koos ik ervoor om me volledig op Nederlands te focussen, omdat ik veel overeenkomsten zag tussen het Nederlands en het Duits. De studie Nederlands beviel me zo goed dat ik besloot om die studie af te maken en vervolgens ook de master Neerlandistiek aan de ELTE te gaan doen. Tijdens mijn master heb ik een half jaar lang aan de Rijksuniversiteit Groningen gestudeerd. Naast mijn opleiding Nederlands rondde ik in 2017 een conservatorische opleiding als cellist af. Ik heb dus eigenlijk twee beroepen, maar Nederlands is het belangrijkste onderdeel voor mij.”
Waarom Nederlands?
Studenten hadden destijds andere beweegredenen om voor een studie Nederlands te kiezen. “Toen was de motivatie wat anders dan nu denk ik. Ik kan me voorstellen dat er tegenwoordig meer economische argumenten zijn, maar voor mijn generatie was dat nog niet per se het geval. Voor mij was het meer een vervolg van mijn belangstelling voor talen en het feit dat ik meer uitdaging nodig had. Dat zorgde ervoor dat ik voor Nederlands koos. Ik moest wel een keuze maken tussen muziek en Nederlands. De directeur van het conservatorium raadde me aan om eerst met een universitaire opleiding te beginnen. De keuze voor de studie Nederlands was wel toevallig, het had net zo goed Deens of Italiaans kunnen zijn. Het was intuïtief. Ik kan me wel goed herinneren dat ik voorafgaand aan een taalexamen Duits in een talencentrum een affiche in de gang zag hangen. Er stond een oproep voor een taalcursus Nederlands te volgen. Dat was mijn enige herinnering aan de Nederlandse taal uit mijn middelbareschooltijd. Achteraf blijkt dat Nederlands heel goed bij mij als persoon past.”
Tegenwoordig is er meer belangstelling buiten het Nederlandse taalgebied voor de studie Nederlands dan in Nederland of Vlaanderen. “Voor veel Nederlanders is het ondenkbaar dat je zelfs in Hongarije Nederlands kan studeren en ook nog eens bij drie verschillende universiteiten. Twee opleidingen worden in Boedapest aangeboden en één opleiding in Debrecen. Ik had voor de universiteit ELTE in Boedapest gekozen. Ik moest snel een beslissing nemen, want mijn plannen met het conservatorium werden uitgesteld en de deadline voor de aanmelding voor universitaire opleiding was binnen twee of drie dagen. Waarschijnlijk werd het de ELTE vanwege het prestige, omdat die de grootste universiteit van Hongarije is. Ik kan me ook nog herinneren dat ik het snel heb opgezocht en dat bij ELTE Neerlandistiek de informatie over de studie wel duidelijk was.
Het aantal eerstejaars studenten in mijn jaargang bestond uit een groep van ongeveer dertig studenten. Elk jaar is dat zo dat een deel van de groep Nederlands als hoofdvak volgt en een ander, kleiner deel van de studenten Nederlands als bijvak studeert. In 2012 was het een grote groep – vooral als je bedenkt dat er in het eerste jaar de klemtoon vooral op taalverwerving ligt, dus dat is niet zo handig met dertig mensen in de klas een taal leren. Het overgrote deel van de studenten begint met deze studie zonder enige kennis of ervaring van het Nederlands. Het was een leuk traject om mee te maken, want je spreekt geen Nederlands en na drie jaar schrijf je een scriptie in het Nederlands. En dat is leuk om te zien bij de studenten die ik nu ook lesgeef. En dat is een bijzondere ontwikkeling.”
Een vliegende start
Krisztina kende een vliegende start tijdens de studie Nederlands. “Het was meteen raak. Bij onze afdeling van de universiteit van ELTE is er altijd een moedertaalspreker. Iemand die Nederlands als moedertaal spreekt, een lector. Dat jaar was er een lector uit de omgeving Utrecht. Ik vond haar uitspraak van het Nederlands heel erg mooi en zij vertelde heel enthousiast. En het was ook meteen in het Nederlands. Vanaf de eerste dag van de studie. We werden meteen in de taal ondergedompeld. Je mocht wel vragen in het Engels stellen, maar telkens met de inleidende zin ‘ik heb een vraag’. Ook de antwoorden werden zoveel mogelijk in het Nederlands gegeven. En het ging meteen goed.”
Toch waren er tijdens de studieperiode ook onzekerheden. “Tijdens de bachelor periode had ik niet de moed om me aan te melden voor het Erasmus-programma. Vanaf het tweede jaar bestaat die mogelijkheid, maar ik focuste me toen vooral op mijn twee studies, ik heb me in die periode ingeschreven voor het conservatorium. En het zou toen wel een hele grote, vooral talige uitdaging geweest zijn om naar een Nederlandse universiteit te gaan, want dan moet je vakken in het Nederlands volgen. En op dat moment dacht ik dat het beter zou zijn om later tijdens mijn masteropleiding met Erasmus naar Nederland te gaan. Zo heb ik het uiteindelijk ook gedaan en heb in het tweede jaar van mijn master in Groningen gestudeerd. De master Neerlandistiek aan de ELTE bood ook de mogelijkheid om te specialiseren. Tijdens de bachelor hadden we bijvoorbeeld al een paar vertaalvakken gehad, zoals literair vertalen. Maar in de master ging dat verder, zoals vakken als tolken en verschillende verdiepingsvakken in taal- en letterkunde die ik ook leuk vond om te doen.”
“Aan het begin van de studie sprak ik nog geen Nederlands. Na drie jaar schreef ik een scriptie in het Nederlands.”
Naast de studie Nederlands waren er nog verschillende mogelijkheden om je te ontwikkelen. “Omdat er zoveel wordt gedaan om studenten Nederlands te motiveren en hun taalvaardigheid te verbeteren, word je heel erg aangemoedigd om aan verschillende versterkingstrajecten deel te nemen. Ik heb dankzij de Nederlandse Taalunie, veel mogelijkheden gehad, want je wordt op verschillende niveaus van je studie aangemoedigd en zo gemotiveerd om beter je best te gaan doen. Op die manier heb ik tijdens mijn hele opleiding elke zomer cursussen gevolgd. Eerst in de regio zelf (Comenius Zomercursus), daarna in het taalgebied (Zeist en Gent). Ook heb ik aan vijf edities van de vertaalworkshop en de doctoral school meegemaakt die door de Vakgroep Nederlands van de Universiteit Wenen werd georganiseerd. Ik heb er dus volop gebruik van gemaakt. Dat was heel leuk en het heeft een enorme impact op mij gehad. Laatst heb ik bijvoorbeeld aan de docentennascholing in Utrecht meegedaan die door de Taalunie en de Universiteit Utrecht werd georganiseerd. Ik heb toen zo’n goede indruk over de UU gekregen dat ik later, toen ik in 2021 mijn onderzoeksbeurs ging indienen bij de Taalunie, geen twijfel had dat ik naar Utrecht wil.”
Promotieonderzoek
Krisztina is in 2020 begonnen met haar promotieonderzoek aan de ELTE, onder begeleiding van dr. Orsolya Réthelyi (ELTE) en dr. Laurens Ham (Universiteit Utrecht). Dr. Orsolya Réthely en prof. dr. Elke Brems van de KU Leuven hebben haar in het CELSA-project begeleid waar ze samen met dr. Jack McMartin aan dat project hebben gewerkt. Haar promotieonderzoek is een voortzetting van dat internationale onderzoeksproject. Sinds september 2021 werkt ze als gastonderzoeker aan de Universiteit Utrecht waar ze met haar gastbegeleider, dr. Laurens Ham aan haar onderzoek intensief mee samenwerkt. . “Ik onderzoek Hongaarse literatuur in het Nederlands en andersom. Vanaf de omwenteling van 1989 in Hongarije, drie decennia lang. Ik onderzoek de verschillende actoren die de vertalingen tot stand laten komen, bijvoorbeeld uitgevers, vertalers, organisaties, literaire fondsen en scouts/agenten. Al die actoren die daarbij meehelpen. Het is een vorm van vertaalsociologie waar ik me mee bezighoud, maar ook culturele transfer. Om dit in kaart te kunnen brengen ben ik met die Taalunie onderzoeksbeurs naar Nederland gekomen. Het leek me leuk om dit proces zo dichtbij mogelijk te kunnen observeren, dus ik heb me bij het Nederlands Letterenfonds aangemeld voor een stage. Ik werd geselecteerd en mocht een half jaar bij het Letterenfonds stage lopen. Een hele bijzondere ervaring. Ik wist meteen dat ik op de juiste plek zat, toen ik met mijn stagebegeleider, Barbara den Ouden voor het eerst heb gesproken. Ze vertelde namelijk dat ze ook aan de UU heeft gestudeerd.”
Voor Krisztina was het tijdens haar studie Nederlands en haar huidig onderzoek in de Neerlandistiek een voordeel dat ze twee culturen heel goed kent. “Dankzij de studie Nederlands ben ik ook persoonlijk veranderd, op een positieve manier. Ik heb nu een bredere kijk op de wereld. Dat is ook iets wat je met de studie Nederlands krijgt. Op een gegeven moment ging ik vaker het nieuws in het Nederlands te volgen. En als je in het Nederlandse taalgebied woont, ben je meer bewust van die twee culturen en nog de andere ontelbare om je heen. Doordat ik deze andere taal machtig werd, andere media consumeerde, werd mijn kijk automatisch veel breder. Ik kan beide landen volgen en weten wat er speelt.”
Krisztina heeft tijdens de studie Nederlands kennis en vaardigheden opgedaan die nu goed van pas komen in de praktijk. “In ieder geval de manier van nadenken, een Nederlandse manier van nadenken. Daarmee bedoel ik heel goed leren plannen en op basis daarvan werken. Dat is in Centraal-Europese landen wat zweveriger. Daar hoeft niet alles meteen in de agenda gezet te worden. Maar ik zie ook de voordelen van planning en de duidelijkheid wat daaruit automatisch voortvloeit. Dat geldt ook voor onderzoek. Bij het schrijven van aanvragen of wetenschappelijke teksten is het belangrijk om een duidelijke planning te kunnen maken. Daar moet je heel goed bij nadenken en dat is wat ik ook tijdens mijn studie heb geleerd.”
Krisztina Gracza werkt als gastonderzoeker aan de Universiteit Utrecht. Ze studeerde Nederlands aan de Eötvös Loránd Universiteit (ELTE) in Boedapest. Daarna werkte ze er als wetenschappelijk medewerker aan het CELSA-project ‘Challenging the European Monoculture: Towards a Policy on the Diversification of the European Literary Field’. Ze werkt momenteel aan haar promotieonderzoek over Hongaarse literatuur in het Nederlands en Nederlandse literatuur in het Hongaars. Tijdens de studie Nederlands in Hongarije legde ze de basis voor haar interesse en kennis in de Nederlandse taal en cultuur.
Bekijk de bijdrage van Krisztina Gracza en anderen op www.instagram.com/wijzijnneerlandici.
Inigo987 zegt
Een mooi en inspirerend verhaal. Wanneer in de toekomst in Nederland het Nederlands als officiële taal definitief is vervangen door dat vreselijke Amerikaans, dan is het goed te weten dat er in allerlei buitenlanden nog Nederlands wordt gedoceerd en gesproken. Het Nederlands wordt dan een dode maar wel bestudeerde taal, zoals Oudgrieks en het Latijn.
Nog even de onderwijzer uithangen:
– “Een conservatorische studie”: een studie aan het conservatorium. ‘Conservatorisch’ bestaat niet en/of is vanaf nu een neologisme.
– “Actoren”: organisaties (die actief zijn op een bepaald gebied). Van het woord ‘actoren’ krijg ik opvliegers. En om meteen een aanverwante frustratie te uiten: ‘acteren’ doen acteurs op het toneel!
– “Culturele transfer”: culturele overdracht. Gemakkelijk vermijdbaar Amerikaans.