De vraag “Wie is Evi Aarens?” interesseerde me tot voor kort net zoveel als “Wie is Eric Borrias?” Het zou helemaal niet interessant moeten zijn wie een schrijver is als je een verhaal of gedicht leest. Totdat ik erachter kwam dat Eric echt bestond en eigenlijk wel gave dingen doet. Hij is van beroep verhalenverteller. Vanaf dat moment steeg kort mijn interesse in de vraag wie Evi Aarens is. Een leven verzinnen is namelijk iets wat alleen schrijvers kunnen. Het is uiteindelijk de honger van de lezer om erachter te komen wie er achter een pseudoniem verscholen zit. Daarna is het spel tussen lezer en schrijver vaak afgelopen. Ik wil dus de vraag ‘’Wie is Evi Aarens?’’ niet beantwoorden, zoals de essaywedstrijd uitschrijft. Ik wil vooral betogen waarom we helemaal niet zouden moeten willen weten wie zij is.
De auteur achterhalen
Nederlanders willen bijvoorbeeld al jaren weten wie het volkslied eigenlijk geschreven heeft. Dat is het moment waarop Herman Pleij weer op een talkshowtafel kan klimmen. We vinden het volkslied zo interessant dat alleen de naam ‘Filips van Marnix van Sint-Aldegonde’ niet genoeg was en ‘Petrus Datheen’ door het Meertens Instituut daaraan is toegevoegd. Het instituut gebruikt computationele technieken om achter de schrijver te komen. Historiek.net noemt dit ‘zogenaamde’ computationele technieken. Het lijkt er – door het gebruik van ‘zogenaamde’ – zelfs op dat we niet eens willen weten wie de auteur is, omdat het ook zonder te weten wie de auteur is, spannend genoeg is.
Zelf gebruikte ik ooit een pseudoniem om het tijdschrift van mijn studievereniging te bestormen. Ik had toentertijd de redactie niet zo hoog zitten, dus besloot ik een extreem vunzig verhaal in te dienen onder de naam ‘W.A. ter Fiets’. Het werd gepubliceerd en belandde op de eerste pagina na het voorwoord. Ik hield dit een half jaar vol, totdat de voorzitter van de studievereniging, tijdens een college wetenschapsfilosofie, vooral bezig was met de vraag: “gaat W.A. ter Fiets weer iets indienen?” Het ging me te ver toen een ander, het literaire wonder van de opleiding, mysterieus ging doen. Hoewel ik aanvankelijk nog plannen had om een Elfstedentocht te rijden, besloot ik afscheid te nemen van W.A. ter Fiets. Dit deed ik door een ode te brengen aan een cabaretiergenaamd Andy Kaufman. Deze cabaretier staat bekend om zijn alter ego Tony Klifton, aan wie hij een geheel eigen bestaan gaf.
Recht op privacy
Tot nu toe geef ik enkele voorbeelden van een pseudoniem. Daarnaast is er in de literatuur het fenomeen van het ‘heteroniem’. Dit is wanneer een schrijver een heel leven bouwt rondom een pseudoniem. De meeste pseudoniemen zijn van mannen die thrillers schrijven. Ik vergeet bijvoorbeeld altijd of Karin Slaughter echt Karin is, of gewoon Dirk of Eric. Arnon Grunberg creëerde Marek van der Jagt. Hij wilde een alter ego – niet om het beter te doen binnen de literaire wereld – om grenzen te kunnen overschrijden. Heeft een alter ego dan nog recht op privacy? Aan de ene kant vindt het collectief dat een schrijver recht heeft op een vorm van privacy. Aan de andere kant is de drang naar informatie over het privéleven van artiesten steeds belangrijker geworden; ik denk hierbij aan de opkomende juicekanalen. Als iemand een pseudoniem gebruikt, wil iedereen weten wie het is en gebruikt Meertens Instituut zijn technieken om zoiets banaals te onderzoeken. Laat ik verder uitweiden over de jacht op de identiteit van een andere populaire schrijver. Hendrik Groen werd namelijk door het DWDD-publiek omarmd als het raadsel des levens. De schrijver speelde rustig mee en liet zelfs de acteur, die Hendrik Groen speelde in de serie van omroep MAX, de NS Publieksprijs ophalen. Hier was geen sprake van een pseudoniem, geen heteroniem, maar een ludoniem. Het gaat hier om een naam die echt een gezicht krijgt, terwijl we allemaal weten dat het Kees Verhulst is. Toen de ware identiteit onthuld werd, verscheen het zelfs op de NOS. Is het de druk van de samenleving? Is het de weg naar publiciteit? Of hebben we altijd het recht om te weten wie er achter een pseudoniem verscholen zit? Vanaf wanneer gaan we Stefano Keizers eigenlijk Govert Meit noemen?
Evi Aarens
Op al die vragen heb ik nu geen antwoord, wel is te zien dat de geschiedenis zich herhaalt: daar verscheen namelijk ineens Evi Aarens. Alweer vallen wij ervoor en is er zelfs een essaywedstrijd uitgeschreven om haar identiteit te achterhalen. Sterker nog, ik doe hier zelf aan mee. Evi doet er alles aan om haar identiteit te verbergen. Ik zeg nu ‘haar’, omdat iedereen zo naar haar verwijst. Je kunt je nog afvragen of je aan zo’n pseudoniem een gender mag hangen, als de schrijver zijn/haar/hun voornaamwoorden niet eerder noemt. Dit soort vragen werken bijna transfobie in de hand, want door het verharde debat hieromtrent moet constant de volgende vraag beantwoord worden: is het een jongetje of een meisje? Ik zou het tegengestelde willen zeggen met dit essay om maar niet constant achter iemands identiteit en gender te willen komen.
AI
Dan toch even terug naar Evi Aarens en waarom ik eigenlijk niet geïnteresseerd ben in wie zij is. Ze heeft dit zorgvuldig opgezet. Ik denk alleen al aan een niet-traceerbare profielfoto en haar naam als anagram voor ‘’reviaans’’. Dan denk ik meteen aan hoe AI langzaam de wereld overneemt. Is Evi Aarens niet een voorbode van hoe ChatGPT de literaire wereld gaat overnemen?
Let maar eens goed op het volgende gedicht dat geschreven is door OpenAI. De stijl van Aarens is nog niet te imiteren door ChatGPT, maar het lukt al aardig om een sonnet te schrijven, waarbij het lichaam centraal staat.
Mijn lichaam is een wonder van ontwerp
Met organen die elk hun rol vervullen
Het hart dat klopt als een muziekcorps
En liefde voelt, of soms ook tranen brullen
De lever, krachtcentrale en filter
Die zich ontfermt over ons vergif
Maar ook suikers omzet, een ware schilder
Die het lichaam voedt met elke snufDe maag, een holte vol met smaak
Die eten verteert en nutriënten vormt
Zodat het lichaam het als brandstof raakt
De longen, die zuurstof in ons pompt
Maar ook zuchten en klagen en klacht
Een ademhaling van het leven dat ons wacht. – Chat.openai 08-03-2023
De chatbot probeert wel verschillende metaforen te gebruiken, maar eigenlijk liggen ze in alle gevallen er net iets te dicht bovenop, al kan je op deze manier wel snel 211 gedichten uitbrengen. Ik denk namelijk niet dat de applicatie in staat is om een sonnettenkrans te schrijven, zonder menselijke hulp. Voor dit gedicht heb ik drie kwartier met het programma gechat om tot een sonnet te komen. Al haal ik als docent Nederlands de omkering tussen de eerste acht en laatste zes regels niet, laat staan een metrum of andere kenmerken van een sonnet. Het rijmt en het bestaat uit 14 regels.
Ik weet daarom zeker dat er een persoon achter Evi Aarens zit. Wie het is maakt me dus niet zoveel uit. Ik hoop alleen niet dat je – na het lezen van dit essay – bent gaan googelen wanneer de AI’s uitkwamen en dat hebt vergeleken met de data van haar bundel. Het wordt pas echt problematisch voor de letterkunde als deze theorie wél hout zou snijden, maar het zal nog lang duren voordat een computer zonder menselijke hulp een roman schrijft.
Aarens vindt dat er in principe geen theorieën meer bij hoeven te komen. Zij desoriënteert de lezer met zichzelf. In haar bundel duik je steeds verder de stadia van de hel in. Haar hel. Je komt steeds meer achter wie jezelf bent en steeds minder wie zij is. In het laatste gedicht van haar bundel verwijst ze daar ook naar:
‘Incognito tot ik ben uitgelekt. Ik hoor bedienden die met gaslantarens aan een rivier hun wasjes komen doen ‘’O, zeg me alles over Evi Aarens!”’ – Evi Aarens (sonnet 14 – veertiende cirkel)
Wij, degenen die meedoen aan de essaywedstrijd, zijn degenen die ‘roddelen’ over haar gedaante. We kunnen gewoon aannemen dat zij een individu is. We spreken het samen uit: “Evi, we willen niet weten wie jij bent. We willen je lezen en ons verwonderen. Evi, bedankt.” En Eric, jou vind ik niet minder interessant.
Roy Vlieland is docent Nederlands op het Bonhoeffer College te Castricum.
Ronald V. zegt
Mijn felicitaties. Uw leerlingen mogen verheugd zijn met u als leraar. U bent intelligent, begeesterd en begeesterend. Trouwens, een aardige geldsom, 211 euro’s. U kunt de huishoudpot ermee vullen. Maar er ook drie mooie, ietwat zwaarwichtige boeken voor kopen. Of met vrouw of vriend of vader een voorstelling bezoeken van Eric Borrias en vooraf een hartig hapje eten in een restaurantje naar eigen keuze. Maar dat hoef ik allemaal niet te weten. 🙂 Jawel, op die fiets.
janien b zegt
Tenvolle met u eens, beste Fietseling, you are gorgeous! En Roy Vlieland, u bent de beste, wat zeg ik de allerbeste in ontmaskering! Wowow wat een stuk!!
Jaap van den Born zegt
Een leraar Nederlands die een veertienregelig gedicht een sonnet noemt, terwijl hij duidelijk de hint geeft dat de volta ontbreekt en er dus geen sprake is van een sonnet, zal een vijfregelig gedicht dan wel een limerick noemen.
Natuurlijk steekt de schrijver hier de draak met de zogenaamde liefhebbers en kenners van de Nederlandse taal op deze site.
Op youtube staat een filmpje van hem met de ondertitel: “Dit is de oudejaarsconference van Roy Vlieland, op het Gymnasium Felisenum in Velsen-Zuid. Hij zal in gesprek gaan met zichzelf en laat verschillende persoonlijkheden van zich voorbijkomen. Deel deze video maar met iedereen, want iedereen is van de wereld en de wereld is van iedereen.”
Duidelijker kan het niet: Roy Vlieland is Evi Aarens, die met dit essay de cirkel volmaakt rond maakt.
De prijs is welverdiend.
Ronald V. zegt
Er zijn meer mensen met meerdere persoonlijkheden. U is waarschijnlijk hartverwarmend rechttoe rechtaan. Houden zo. Heb ik ook bewondering voor. En zelfs in hoge mate. Maar zo’n Roy lijkt mij ook weer niet heel erg uniek. Met alle respect uiteraard. Mijn persoontje doet er niets toe, ik weet het, maar toch heb ik het persoonlijk gevoel dat die Evi toch meer een vrouwtjesmens is dan een mannetjemens. Een gerijpt vrouwtje, dunkt me. Dat wel. Als mijn subjectieve overwegingen enig gewicht in de weegschaal kunnen leggen, dan dienen we mevrouw Evi in de vrouwelijke hoek te plaatsen. Natuurlijk, het is in theorie mogelijk dat Roy Evi is en de prijs aan zichzelf toekent. Mogelijk in theorie. Afgaande op de praktijk echter dunkt me dat de stijl van Roy zich toch onderscheidt van die van Evi. En wat te denken van “Het wilde denken” van Lévi-Strauss? Ik vind die Evi, verondersteld studente in de culturele antropologie, net iets wilder maar net iets minder speels dan Roy. Maar hoe goed ken ik Roy? Over Clifford Geertz zwijg ik even. In ieder geval, zeer bedankt voor uw waardevolle bijdrage aan een relevante kwestie, zij het met de status van een windje in een vingerhoed water.