“Wil je je groentekroket met of zonder broodje?” was een gouden zet van mijn collega. Met deze vraag wist ze ook de omnivoren op kantoor op slinkse wijze te verleiden tot het bestellen van een groentekroket in plaats van een vleeskroket, toen ze de bestellingen opnam voor de maandelijkse krokettenlunch. Doorgaans wordt vlees als de standaard gezien, en moet je het zelf aangeven als je een vegetarisch alternatief wil; mijn collega draaide dit frame om, en bood de groentekroket als standaard aan. Zo liet ze de omnivoren zelf beslissen of ze apart wilden vragen om een vlezige variant. Hierop voortbordurend hadden we het erover dat we het ook ‘gewone kroketten’ en ‘vleeskroketten’ zouden kunnen noemen, om het beeld van vlees als standaard nog verder in twijfel te trekken; en inmiddels hebben we het al grappend en grollend ook over ‘gewone melk’ (Oatly Haverdrank Barista Edition) in de koffie.
Daar moest ik aan denken toen ik deze kop op rtlnieuws.nl las, over de belastingregel die havermelk onder de noemer ‘frisdrank’ schaart: “Kritiek op belastingregel waarbij havermelk duurder wordt, maar gewone melk niet”. Hoezo ‘gewone melk’? Al jaren drink ik mijn koffie met soja- of havermelk, en de populariteit van de ‘havercappu’ wijst erop dat ik daarin lang niet de enige ben. De laatste keer dat ik een pak koemelk in huis had was een paar maanden geleden – op verzoek van mijn zus, die kwam logeren en ’s ochtends altijd een glas melk bij het ontbijt drinkt – terwijl ik wel standaard een pak havermelk in de koelkast heb staan. Als je ‘gewoon’ definieert als ‘gebruikelijk’ of ‘alledaags’, is koemelk voor mij en voor vele anderen allerminst ‘gewone melk’.
Dat we koemelk nog steeds als de standaard zien, is ergens natuurlijk logisch: soja- en havermelk (en andere plantaardige melkalternatieven) zijn ontstaan als veganistische vervangers van dierlijke melk. Maar ook geitenmelk en schapenmelk bestaan, en ook dat zijn ‘gewone’ melken in de oorspronkelijke zin van het woord (“de hoofdzakelijk uit water, eiwit, vet en melksuiker bestaande witte vloeistof die door de borsten van vrouwen en de zogklieren van vrouwelijke zoogdieren wordt afgescheiden, en die tot het eerste voedsel van hun kinderen resp. jongen dient”, aldus Van Dale). En daarbij wordt wél altijd gespecificeerd wat voor soort melk het is.
Er bestaan inmiddels zoveel soorten melk(alternatieven) dat het woord ‘melk’ een breder begrip is gaan omvatten dan dierlijke melk alleen. En ook die nieuwere definitie staat onder het lemma ‘melk’ in Van Dale: “Min of meer op melk lijkende vloeistof, m.n. het sap in planten en vruchten, vooral in de kokosnoot. Ook wel als tweede lid in samenstellingen als de volgende, waarin het eerste lid een plant of vrucht noemt: cactusmelk, klappermelk, kokosmelk”. Waarom vinden we koemelk dan nog steeds zo standaard dat we het ‘gewone melk’ noemen? Laten we het frame omdraaien en het beestje bij de naam noemen. Dus, drink jij je koffie met gewone melk of met koemelk?
Frits zegt
Áls we er in deze tijd al van uit zouden moeten gaan dat koemelk niet meer gewoon is (des neen), dan mag geen enkele andere melk zich in dat predikaat verheugen.