Maar vormt meestal het begin van een uiting die tegen het eerdergenoemde ingaat, of die twijfel laat blijken. Wanneer iemand ‘maar…’ zegt, kan je er zeker niet vanuit gaan dat diegene het met je eens is. Maar echt, de meeste discussies beginnen met een maar.
Toch kan een uiting met maar ook juist instemming uitdrukken, in plaats van ‘tegenstemming’. Maar echt betekent in de combinatie iets als dat vind ik ook! of daar is geen twijfel over mogelijk. Maar echt kan zowel nadruk geven aan iets wat al eerder door de spreker zelf is gezegd, als aan iets wat al eerder door een andere spreker is gezegd, zoals in deze bijdrage wordt genoemd. Van die laatste vorm is sprake in onderstaand voorbeeld. In de rest van dit blog duid ik deze vorm aan met ‘type 1’.
“Ach god.. ik vind het echt wel heel sneu voor hem… niets zit hem meer mee sinds ie bij Ferrari rijdt…” (@varik77)
— “Maar echt! ” (@JessDoe77)
Voorafgaand aan de uiting maar echt kunnen elementen voorkomen die overeenstemming of emotie uitdrukken, zoals ja of haha.
Naast maar echt zijn er ook andere combinaties met maar die gebruikt worden als reactie. Deze combinaties bestaan uit maar en een element dat een uiting versterkt. Voorbeelden hiervan zijn maar oprecht, maar serieus en maar letterlijk. De uiting die bestaat uit de combinatie maar + element dat een uiting versterkt heeft een vaste vorm en een vaste betekenis: nadrukkelijke instemming.
Een minder gangbaar gebruik van maar echt is aan het begin van een bericht, om nadruk te geven aan de tekst die na maar echt volgt. De betekenis van deze maar echt is iets in de trant van: let op, het bericht dat hierna volgt moet niet gebagatelliseerd worden! Deze vorm noem ik ‘type 2’.
“Maar echt, sommige mensen onderschatten echt hoe zwaar onze job is. Ik ben echt elke avond dood op en tegen vrijdag kan je mij bij elkaar vegen.. #werkenindecreche #eindelijkweekend” (@Femke_23)
In plaats van instemming met een ander door andermans uiting te versterken, is de spreker het in dit voorbeeld heel erg met zichzelf eens. Opvallend is dat bij dit gebruik van maar echt de spreker een soort angst lijkt te hebben niet serieus genomen te worden, en hoopt dat het publiek het met de spreker eens is. Dit gebruik van maar echt lijkt dus meer op een verlangen naar overeenstemming in plaats van een uitdrukking van overeenstemming, zoals bij het eerste voorbeeld het geval was.
De tegenstellende maar
Het woordje maar lijkt eigenlijk heel simpel. Maar geeft een tegenstelling aan, toch? Ja, de klassieke maar, om ‘m zo maar even te noemen, heeft een betekenis als: niet x, wél y. Deze tegenstelling kan vervolgens weer op verschillende manieren voorkomen; met betrekking op de werkelijkheid of de verwachting. Een voorbeeld van het eerste voorkomen is: de appel was niet rood maar groen. Een voorbeeld van een verwachting is: De schoenen waren goedkoop, maar lopen goed. Niet x is in deze zin ‘niet duur’, wat de verwachting schept dat het dan ook wel verschrikkelijke schoenen moeten zijn – kwaliteit kost immers geld. Maar dit is niet zo, want het zijn wél goede schoenen. De verwachting wordt dus geannuleerd door maar, en gevolgd door het tegenovergestelde dat zwaarder weegt.
Twee puzzeltjes
De vraag is hoe een tegenstellend woord gebruikt kan worden om overeenstemming aan te geven. Beide maar echt-typen lijken overeenkomsten te vertonen met een eerdere uiting die erg op maar echt lijkt. Er is dus misschien eerder sprake van hernieuwd gebruik van maar als versterker dan van nieuw. In 1935 wordt er in een rubriek van Onze Taal een waarschuwing gegeven voor de uiting X maar dan ook X:
Niets, maar dan ook niets! Nooit, maar dan ook nooit!
Tegenwoordig bij velen de manier, om de volle aandacht op de betekenis van een woord te leggen. – Een mal “cliché.” Misschien navolging van een hd. uitdrukking? – Een modefrats, die ongelooflijken opgang maakte.
De meest duidelijke overeenkomst tussen deze oudere uiting en maar echt is de tegenstelling als versterker. Maar dan ook versterkt in ‘Niets, maar dan ook niets!’ het woord ‘niets’. In de maar echt-constructie wordt door middel van het tegenstellende voegwoord maar bij type 1 de vorige uiting versterkt en de verwachting dat de inhoud van de uiting ‘allemaal wel meevalt’ gecanceld. Bij het gebruik van maar bij type 2 wordt de inhoud van de uiting waar maar echt voor staat versterkt.
Opmerkelijker is dan de maar in de uiting maar echt die aan het begin van een opzichzelfstaand bericht staat, zoals de tweet van @Femke_23. In het geval van type 2 is er geen eerdere uiting die maar echt kan versterken door de mogelijkheid ‘dat het allemaal wel meevalt’ weg te halen. Het lijkt er dus op dat de versterking ook ín de maar zit; de maar geeft op zichzelf extra sterkte aan wat erna volgt – zonder dat er een uiting aan voorafgaat die van extra sterkte moet worden voorzien. Wellicht dat de spreker al anticipeert op de gedachte dat ‘het allemaal niet zo erg is’?
Zo blijkt maar: ook nadrukkelijke instemming kan beginnen met een maar.
Voor meer informatie over de X maar dan ook echt X-constructie verwijs ik naar Hoeksema, J. (2001). X maar dan ook echt X!: Een geval van emfatische reduplicerende nevenschikking.
Eerder heeft Paul Vissers al een masterscriptie aan deze uiting gewijd. Deze is te vinden via: https://studenttheses.universiteitleiden.nl/access/item%3A2603333/view
Mette Dunning is studente Nederlandse Taal en Cultuur aan de Universiteit Leiden.
Anoniempje zegt
Het is misschien ook iets met, ‘we zijn vriendjes, omdat we het dus met elkaar eens zijn’. Of niet? En bij type 2 wordt “maar echt” dan gebruikt als: ‘we zijn vriendjes, want ik gebruik een spreektalige frase tegen jou’.