• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Logo

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Artikelen
  • Media
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Om Radna Fabias kun je niet meer heen

15 mei 2024 door Niki Smits 1 Reactie

Letterkundige en surinamist Michiel van Kempen over Caraïbische letteren in het voortgezet en universitair onderwijs

Foto: Katja Diroen

Bij de start van de collegereeks Caraïbische  letteren wees Van Kempen zijn studenten, waarvan ik er dit semester één ben, op de vele elementen in het hedendaagse Amsterdamse straatbeeld die ons herinneren aan het koloniale verleden. Op de Martelaarsgracht, zo noemde hij als voorbeeld, is nog een gevelplaat te zien die de verkoop van ‘volledige Indische uitrustingen’ aankondigt. Ik loop erlangs op weg naar het P.C. Hoofthuis, waar ik Van Kempen spreek over Caraïbische literatuur in het onderwijs. 

 Ik denk dat je in het algemeen twee manieren hebt om een land, cultuur of geschiedenis te kennen. Dat zijn natuurlijk beschouwingen, geschiedenissen, essays, dat soort dingen,’ begint Van Kempen over de rol van fictie in bewustwording van het koloniale verleden. ‘Maar ik denk dat als je heel diep wil doordringen, wil weten hoe mensen praten en denken, je het beste naar poëzie en romans kunt kijken.

Van Kempen noemt als voorbeeld Edgar Cairo. Zijn roman Kollektieve schuld (1976), over winti en familiekwesties, staat deze week op het programma van de collegereeks Caraïbische letteren. ‘Daar zie je echt helemaal hoe in dit geval de Creoolse wereld in elkaar zit en hoe de mensen denken over hun geloof, geschiedenis en taal. Tot in de kleinste details, hè. Ik denk niet dat iemand dat zo goed heeft gedaan als Cairo.’ Voor Nederlandse lezers die niet bekend zijn met Suriname, vereist het lezen van bijvoorbeeld Kollektieve schuld wel wat moeite, erkent Van Kempen. ‘Maar ik denk wel dat áls je daar een beetje moeite voor doet, dat je dan ook doorkrijgt dat die wereld heel anders in elkaar zit dan wij denken.’ In die zin kan literatuur dienen als middel voor verbinding, zegt van Kempen, mits iemand daarvoor openstaat. ‘Wij lezen ook boeken van bijvoorbeeld Japanners, en dat vinden wij grote literatuur. Maar als je in Japan komt, dan merk je hoe vreemd die cultuur eigenlijk is. En toch kunnen wij dat lezen. En dat geldt natuurlijk voor een hele hoop culturen. Dus ja, je kunt volgens mij veel dichter bij een cultuur komen die voor een deel in het Nederlands bestaat, zoals die van Suriname.’

Dat literatuur ook als middel kan dienen in het voortgezet onderwijs, zag Van Kempen zelf toen hij als docent Nederlands werkte aan een lyceum in Amsterdam Noord. ‘Dat was echt wel een gekleurde school. En nou ja, dan bied je toch Nederlandse literatuur aan, omdat het programma dat nou eenmaal vraagt. Maar op een gegeven moment heb ik een serie colleges ontworpen over andere literatuur.’ Van Kempen gaf lessen over onder meer Arabische, Surinaamse en Antilliaanse literatuur, en dat werkte goed. ‘Dan zie je gewoon dat die leerlingen in één keer denken van: hé, maar wacht eens even, nu hebben we het wel over onszelf.’ Van Kempen is ook betrokken bij de ontwikkeling van algemeen toegankelijk lesmateriaal over Caraïbische literatuur voor het voortgezet onderwijs. Zo coördineert hij de Caraïbische kant van de website literatuurgeschiedenis.org en bewerkte hij (samen met Henna Goudzand) Wij slaven van Suriname van Anton de Kom en De stille plantage van Albert Helman tot uitgaven van de reeks Tekst in Context, die gericht is op middelbare scholieren. Het is voor docenten volgens Van Kempen lastig om al het lesmateriaal zelf te ontwikkelen. ‘Maar als er al materiaal is, dan kun je daarop inspelen. En dat doen ze dus wel. Bijvoorbeeld met Wij slaven van Suriname: dat kun je nu natuurlijk niet meer wegdenken, je kunt niet meer van de middelbare school gaan zonder dat je daarvan gehoord hebt. En is het niet bij geschiedenis of maatschappijleer, dan is het toch wel bij Nederlands.’

Ook in het curriculum van de bachelor Nederlandse taal en cultuur aan de Universiteit van Amsterdam ziet Van Kempen een veranderende beweging. Zo wordt er in de profielen van nieuw te benoemen hoogleraren expliciet gevraagd naar kennis van postkoloniale culturen. ‘Dat was vroeger helemaal niet. Ze kunnen er nu niet meer omheen, om de simpele reden natuurlijk dat een aantal figuren zo hoog gescoord hebben dat je ze niet meer kunt negeren. Je kunt niet iemand uit het curriculum bannen die én de P.C. Hooft-prijs én de Prijs der Nederlandse Letteren heeft gekregen.’ Hier doelt Van Kempen op Astrid Roemer, wier werk inderdaad behandeld wordt in een tweedejaars cursus Nederlandse letterkunde. Bij datzelfde vak lazen we poëzie van Radna Fabias. ‘Zij staat helemaal in het centrum van de literaire infrastructuur in Nederland,’ aldus Van Kempen over Fabias, ‘dus daar kan je niet meer omheen.’

Michiel van Kempen is bijzonder hoogleraar Nederlands-Caraïbische Letteren aan de Universiteit van Amsterdam en schrijver, dichter, letterkundige en surinamist. In april 2024 ontving hij de Everwinus Wassenbergh Penning voor zijn inzet voor de Nederlands-Caraïbische literatuur en cultuur.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel, Jong, Uitgelicht Tags: Caraïbische letteren, letterkunde

Lees Interacties

Reacties

  1. Martijn Benders zegt

    18 mei 2024 om 14:48

    Doe niet zo raar, die meid schreef drie boekjes waarvan de helft niet goed viel bij de kritiek. Echt, verwijder svp zo snel het even kan die glimmende zelfingenomen lerarenbrigade van de literatuur.

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Openingszin van de week

Ik zag haar voor het eerst op een vroege decembermorgen.

De openingszin van deze week komt uit Dagen van glas (2023) van Eva Meijer. Het is een uitwerking van diens eerder verschenen novelle Haar vertrouwde gedaante (2021). Het boek vormt een collage van drie gezinsleden, moeder, vader en dochter, die zich alle drie niet echt thuis voelen. Hoewel de moeder de special van een filosofisch […]

➔ Lees meer
  • Facebook
  • YouTube

Thema's

#taalkunde
Ik zou dat niet pikken als ik jou was
De vervaagde grenzen van de neerlandistiek
“Taal kan iets doen met je moraal”
Wie schrijft, schrijft gelijk: mannelijke en vrouwelijke auteurs
Een koffietje doen
#letterkunde
Ik zag haar voor het eerst op een vroege decembermorgen.
Het besturen van een trekker is een daad van soevereiniteit.
Als schrijvers zichzelf voorlezen
Op de dag dat Minnie Panis voor de derde keer uit haar eigen leven verdween, stond de zon laag en de maan hoog aan de hemel.
Het was oud en nieuw, een uur na middernacht toen ik, een volwassen vent met een vaste baan en in een zelfgemaakt varkenspak aan de rand van een industriegebied in een sloot viel.
#recensie
De letteren op de planken
In Het paradijs van slapen kleurt Joost Oomen de dood hoopvol
Yara’s Wedding: een voorstelling die je bijblijft.
Verlies, liefde en leegte: De mitsukoshi troostbaby company
Zee nu: Een dystopische roman over zeespiegelstijging
#taalbeheersing
De discussie over de vlees-/vega-/plantaardige burger/schijf/disk
De vervaagde grenzen van de neerlandistiek
Wie schrijft, schrijft gelijk: mannelijke en vrouwelijke auteurs
Taalverandering in Duckstad: van 1952 tot 2025
Maar goed, een blog over maar goed
#toekomstinterview
‘Wij willen mensen het donker laten beleven’
‘Voor kinderen is een kerk een magische plek’
‘Bekijk tijdens je studie al wat er allemaal mogelijk is, wacht niet tot iets moet.’
‘Ik geloof er toch echt in, dat je iets moet kiezen waar je blij van wordt.’
‘Geniet van wat het vak je brengt. De neerlandistiek kan je naar zoveel plaatsen brengen, zowel letterlijk als figuurlijk.’
#wijzijnneerlandici
Kwaliteit boven kwantiteit?
Literatuur, natuur, insecticiden en het internet
Jong Neerlandistiek in gesprek: studenten over de grens
#wijzijnneerlandici: Jacques Klöters
“Aan het begin van de studie sprak ik nog geen Nederlands. Na drie jaar schreef ik een scriptie in het Nederlands.”
#voordeklas
24 paar ogen, een glimlach en een gereedschapskist
De vlucht naar Engelse literatuur, waardevol of schadelijk?
Later word ik dokter! Of juf! Of allebei!
Literatuur voor alle leeftijden
De ezelsbruggetjes in ons grammaticaonderwijs; kunnen we zonder?

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d