• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Logo

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Artikelen
  • Media
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

In Het paradijs van slapen kleurt Joost Oomen de dood hoopvol

26 maart 2025 door Jip Olsthoorn Reageer

Wanneer mag er een punt achter een leven worden gezet? En wie houdt daarbij de pen vast? In zijn nieuwste roman Het paradijs van slapen werpt Joost Oomen deze vragen op. Dat doet hij – geloof het of niet – met de vrolijke speelsheid die we van hem gewend zijn.

Gerrit Blauw wil dood. Niet omdat een oneindige vloed aan tranen zijn dagen vertroebelt. Ook niet omdat een onophoudelijke pijn hem aan zijn bed gekluisterd houdt. Eenzaamheid heeft geen vat op hem. Althans, niet meer dan op anderen. Sterker nog: ellende en afschuw hebben zijn leven nooit getekend. Integendeel. Gerrit Blauw wil dood, júist omdat zijn bestaan zo mooi is geweest.

Voor zijn nieuwste boek ging Joost Oomen in gesprek met zijn vader, die euthanasiearts is. Dit resulteerde in Het paradijs van slapen (2024), ‘een ode aan de schoonheid en een pleidooi voor euthanasie bij voltooid leven’. De roman vertelt beurtelings twee verhalen: dat van de patiënt en dat van de arts. Gerrit Blauw wil zijn leven stopzetten en het is de taak van Theo Engel om die wens tot vervulling te brengen. Het conflict van de roman ontvouwt zich. Euthanasie mag uitsluitend plaatsvinden bij uitzichtloos en ondraaglijk lijden, maar Gerrit geeft direct toe dat in zijn geval niets minder waar is: ‘De enige reden dat ik wil sterven is omdat ik mijn leven als afgerond, voltooid beschouw en daarom niet nog veel langer door wil leven, omdat ik daarmee het risico loop dat ik het leven op een zeker moment juist niet meer prettig vind.’

Het kwam als een behoorlijke verrassing toen Oomen – stripfiguurachtige snor, veelal gehuld in kleurrijke streepjesshirts, een eeuwige glimlach klevend rond de lippen – afgelopen september aankondigde een boek over levensbeëindiging te hebben geschreven. De blijmoedige auteur schreeuwt (vaak letterlijk: luister maar eens naar een voordracht van zijn gedicht ‘Vruchtjes eten’) eerder vitaliteit.

Dat hij in staat is een zwaar onderwerp vederlicht te doen lijken, bewees Oomen gelukkig al met zijn eerste roman. De woorden ‘aanslagen op het World Trade Center’ en ‘een vrolijk boek’ vechten om aandacht op de kaft van Het Perenlied (2020). Hierin vormen de aanslagen van 9/11 een ietwat lugubere aanleiding voor een lichtvoetig liefdesverhaal – en het wérkt. Oomen raakt in het boek voorzichtig aan het absurde, maar houdt het alledaagse bij de hand. Dit spanningsveld keert ook terug in reisverhaal Visjes (2022) – een poging tot het vangen van vissen door poëzie aan een haak te rijgen – en in Lievegedicht (2023), waarin hij zijn verzen opdraagt aan sneeuw, citroenbomen en Mark Rutte.

Dergelijke absurditeit laat Oomen in de verhaallijn van Het paradijs van slapen grotendeels achterwege. Vooruit: hij laat een giraffe rondwandelen op Terschelling alsof het de normaalste zaak van de wereld is, maar daar blijft het dan ook bij. Verder laat hij zijn rijke fantasieën veelal andere vormen aannemen: in de beeldspraak, bijvoorbeeld, ontbreekt het niet aan voorstellingsvermogen. Vergelijkingen als ‘hoogst verliefd als een kleine ree of kommetje yoghurt of veldboeket’ herinneren de lezer eraan nog altijd een boek van Joost Oomen in handen te hebben.

In een aantal korte voorbeelden van euthanasieverzoeken, verspreid over het tweede hoofdstuk, krijgt simpliciteit juist ruim baan. Hier heeft de sobere verwoording een ontroerender effect dan welke metafoor dan ook. Een 72-jarige man wenst zijn sterven zo te plannen dat hij er niemand mee tot last is: ‘Liever niet volgende week, want de kleinkinderen hebben toetsweek’. Een vrouw van 57 met gemetastaseerd slokdarmcarcinoom legt uit: ‘Ik hou nog steeds van lekker eten, maar ik wil niet stikken’. Aan slechts één of twee zinnen heeft de auteur genoeg om gevoelens van medeleven bij zijn lezers op te wekken.

In de passages waarin niet Theo’s doen, maar zijn denken vooropstaat, is het soms even zoeken naar deze diepgang. Zo verbeeldt hij zijn patiënten eens dichterlijk als ‘takjes zo droog dat ze door de wind gebroken worden’ en vervolgt treffend: ‘Alleen worden ze niet door de wind gebroken, daar ben ik voor’. Twee pagina’s verder blijkt hij dan weer weinig spiritueel: ‘Iemand doodmaken is niet niets.’ Ook zinnen als ‘Elke maand meerdere mensen omleggen heeft weinig met beter maken te maken,’ zijn goedbedoeld, maar enigszins flauw. Enkele keren gaat Oomens soepele schrijfstijl daarin zijn doel voorbij.

Ondertussen toont de schrijver zich allerbewust van de complexe balans tussen leven en dood door deze ook op een andere manier op te voeren. In een lange brief aan Theo vertelt Gerrit hoe hij ooit een meisje vergezelde naar de abortuskliniek. Na afloop weidde ze uit over de schoonheden van de wereld die haar ongeboren kind nooit zal kennen: ‘Gek dat ze nu nooit zal weten hoe het is als je broek heel lekker zit. Of hoe de maan eruitziet, of een komkommer’. Aan precies dit soort mooie, alledaagse zaken schrijft Gerrit ondertussen de voltooidheid van zijn leven toe.

Met Het paradijs van slapen laat Joost Oomen zichzelf van een nieuwe kant zien. Geen dichtende vissen, geen citroenbomen en geen fruitmuziek. Deze roman gaat over doodnormale mensen en doodnormale dingen. Zowel letterlijk als figuurlijk. Zoals een goed dichter betaamt, ziet hij dat in beide poëzie verscholen ligt.

Joost Oomen, Het paradijs van slapen

Uitgeverij Querido, 2024

ISBN: 9789021430058 Prijs: € 22,99

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel, Jong Tags: 21e eeuw, Joost Oomen, letterkunde, recensie

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Openingszin van de week

Ik zag haar voor het eerst op een vroege decembermorgen.

De openingszin van deze week komt uit Dagen van glas (2023) van Eva Meijer. Het is een uitwerking van diens eerder verschenen novelle Haar vertrouwde gedaante (2021). Het boek vormt een collage van drie gezinsleden, moeder, vader en dochter, die zich alle drie niet echt thuis voelen. Hoewel de moeder de special van een filosofisch […]

➔ Lees meer
  • Facebook
  • YouTube

Thema's

#taalkunde
Ik zou dat niet pikken als ik jou was
De vervaagde grenzen van de neerlandistiek
“Taal kan iets doen met je moraal”
Wie schrijft, schrijft gelijk: mannelijke en vrouwelijke auteurs
Een koffietje doen
#letterkunde
Ik zag haar voor het eerst op een vroege decembermorgen.
Het besturen van een trekker is een daad van soevereiniteit.
Als schrijvers zichzelf voorlezen
Op de dag dat Minnie Panis voor de derde keer uit haar eigen leven verdween, stond de zon laag en de maan hoog aan de hemel.
Het was oud en nieuw, een uur na middernacht toen ik, een volwassen vent met een vaste baan en in een zelfgemaakt varkenspak aan de rand van een industriegebied in een sloot viel.
#recensie
De letteren op de planken
In Het paradijs van slapen kleurt Joost Oomen de dood hoopvol
Yara’s Wedding: een voorstelling die je bijblijft.
Verlies, liefde en leegte: De mitsukoshi troostbaby company
Zee nu: Een dystopische roman over zeespiegelstijging
#taalbeheersing
De discussie over de vlees-/vega-/plantaardige burger/schijf/disk
De vervaagde grenzen van de neerlandistiek
Wie schrijft, schrijft gelijk: mannelijke en vrouwelijke auteurs
Taalverandering in Duckstad: van 1952 tot 2025
Maar goed, een blog over maar goed
#toekomstinterview
‘Wij willen mensen het donker laten beleven’
‘Voor kinderen is een kerk een magische plek’
‘Bekijk tijdens je studie al wat er allemaal mogelijk is, wacht niet tot iets moet.’
‘Ik geloof er toch echt in, dat je iets moet kiezen waar je blij van wordt.’
‘Geniet van wat het vak je brengt. De neerlandistiek kan je naar zoveel plaatsen brengen, zowel letterlijk als figuurlijk.’
#wijzijnneerlandici
Kwaliteit boven kwantiteit?
Literatuur, natuur, insecticiden en het internet
Jong Neerlandistiek in gesprek: studenten over de grens
#wijzijnneerlandici: Jacques Klöters
“Aan het begin van de studie sprak ik nog geen Nederlands. Na drie jaar schreef ik een scriptie in het Nederlands.”
#voordeklas
24 paar ogen, een glimlach en een gereedschapskist
De vlucht naar Engelse literatuur, waardevol of schadelijk?
Later word ik dokter! Of juf! Of allebei!
Literatuur voor alle leeftijden
De ezelsbruggetjes in ons grammaticaonderwijs; kunnen we zonder?

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d