In het kader van de Week van het Nederlands organiseerde de Taalunie een schrijfwedstrijd. De opdracht was een column te schrijven over jouw mooiste ervaring met de Nederlandse taal of de Nederlandstalige woordcultuur. Deze inzending van Lien Van de Water – leerling Moderne Talen aan het Heilig Graf in Turnhout – heeft de prijs binnen het taalgebied gewonnen. Voor de jury sprong haar tekst eruit dankzij de sterke opbouw. Gefeliciteerd, Lien!
Mijn oma zegt nooit ‘vaarwel’. Niet dat ze nooit afscheid neemt; ze zal nooit weggaan zonder ons nog liefde in te fluisteren tijdens een warme omhelzing. Zo’n omhelzing waarbij je voelt: houd me nog heel even langer vast, dan valt het loslaten me minder zwaar. Mijn oma zegt zachtjes en vol geborgenheid: ‘tot piep’. Alsof we nooit echt afscheid nemen, maar we onszelf simpelweg even wegzappen. Als een radio die stilletjes blijft spelen, nadat je dacht hem te hebben uitgezet.
Ik beeld me graag in dat mijn grootmoeder haar eigen woordenboekje heeft, een bordeauxrood, ietwat versleten schriftje waarin ze ’s nachts, wanneer de avond het gesprek weer veel te lang rekt, haar favoriete woorden neerpent.
Bijvoeglijke naamwoorden vinden altijd een metgezel om zich aan vast te klampen, zelfstandige naamwoorden spreken voor zichzelf en werkwoorden moeten werken; die hebben geen tijd om zich alleen te voelen. Neologismen daarentegen zijn verwaarloosbaar, die moet je aandacht geven. Aandacht gunnen. Anders houden ze op te bestaan en zal niemand ooit weten dat ze dat vroeger wel deden. Ze hebben iets weg van herinneringen, vind je niet?
Het zijn nieuwe woorden die worden geboren uit een vonk van taalcreativiteit. Of toeval. Ze zullen een proces moeten ondergaan om zichzelf te bewijzen, een soort eedaflegging: ‘Ik zal betekenis dragen, uiten en koesteren.’ Wanneer schrijvers of vindingrijke zielen een nieuw woord ter wereld brengen, markeren ze een stukje onbekend terrein. Ze tikken ons op de schouder en fluisteren: ‘Kijk, hier is iets wat we nog niet hadden’. Neologismen zijn een vorm van rebellie tegen onze vastgeroeste woordenschat. Misschien wordt een woord dat vandaag nog geen mening vond, morgen het hart van ons gesprek.
Mijn oma is zo’n vindingrijke ziel. Mijn favoriete neologisme komt voort uit haar inkt: knuffelkus. Woorden kennen een connotatie. Taal draagt altijd betekenis.
Dit hersenspinsel is een tastbare echo van haar noden en beloftes. Een knuffel is innig; naar mijn mening één van de intiemste en puurste vormen van verbinding. Een kus zet de toon. Samen vormen ze een passend geheel: een knuffelkus verwoordt mijn oma in tien letters en ademt de allerdiepste connectie: haar letters en ons geheugen. Inkt laat een onuitwisbaar spoor achter van onze ontsnapte gedachten en vormt een pad van bedoeling naar uitdrukking. Knuffelkus is neergepend in mijn oma’s bordeauxrode woordenboekje en zit veilig verstopt in mijn hersenkamer. Verdwijnen zal het nooit meer.
Ik maak me een bedenking die nooit eerder in me opkwam voordat ik deze column begon te schrijven. Waar komt ‘tot piep’ eigenlijk vandaan? Is het mogelijks een afleiding van de zegswijze ‘komen piepen’, wat ‘even komen kijken’ betekent? Het zou ook een onomatopee kunnen zijn: piep zou in dit geval dan kunnen verwijzen naar het geluid van het inhaken van een telefoon of naar de radiostilte na een intens gesprek. Heel misschien leidt het naar een hartmonitor, maar dan zou ik me toch zorgen maken wanneer ik ervaar dat na één piep het geluid zich al begeeft. Toch zou ik de optie onomatopee nog niet volledig afschrijven. Wanneer mijn oma me een bericht stuurt, vervangt ze de piep door de emoticon van een muis.
Ik zal het haar gewoonweg eens moeten vragen.
Ik durf te geloven dat we taal niet alleen gebruiken om te spreken, maar ook om te bewaren. Elk woord, spreekwoord, gezegde, elke zin… is een erfstuk of herinnering aan ons bestaan. We willen niet vergeten worden, we willen tonen dat we er ook zijn als je ons even niet hoort.
Misschien zou de Nederlandse taal, als ze zelf een oma was, ook ‘tot piep’ zeggen. Een taal die niet afsluit, maar openlaat: ‘tot piep… tot het volgende woord.’


Laat een reactie achter