• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Addenda EWN

Etymologie: kwijten

15 december 2016 door Redactie Neerlandistiek Reageer

Door Michiel de Vaan kwijten ww. ‘afhandelen’ Vmnl. quiten ‘vrijlaten, vrijwaren, afkopen’, hem quiten ‘zich vrijpleiten, zich kwijten van’ (1237). Meestal zwak maar ook eenmaal sterk (dat mise af quete ‘dat men ze af zou kwijten’, 1248–1271). Ook diverse afleidingen, zoals avequiten, quitenesse en quitinge. Vanaf de zestiende eeuw worden verleden tijd en voltooid deelwoord … [Lees meer...] overEtymologie: kwijten

Etymologie: kiezel

8 december 2016 door Redactie Neerlandistiek 3 Reacties

Door Michiel de Vaan kiezel zn. ‘grind; kiezelsteentje’ Vroegmiddelnederlands kesel, mv. kesele ‘kiezelsteen’, keselkin ‘kiezelsteentje’, keselstene ‘kiezelstenen’ (1287; WVla.), keyselen ‘kiezels’ (1420, Vlaanderen). Met -ing-: kieselinghe steyne ‘kiezelstenen’ (ca. 1470, ZO-Nl.), kieselinghe (1475, ZO-Nl.), keselincktonnen ‘tonnen voor het bergen van kiezelstenen’ … [Lees meer...] overEtymologie: kiezel

Etymologie: haar

1 december 2016 door Redactie Neerlandistiek 1 Reactie

Door Michiel de Vaan haar bn. ‘scherp’, dial. ‘droog, schraal’; zn. ‘snede van een zeis’ haren ww. ‘scherp maken’ Mnl. haren ‘scherpen’ (1343-1346), Nnl. aanharen (1811), haren ‘scherpen, uitkloppen van de snede van de zeis’ (1869). In overdrachtelijke zin Mnl. haeren ‘guur weer zijn’ (ca. 1410), Nnl. haeren ‘verdorrend of verzengend waaien’ (1588), verhaeren ‘door kou of … [Lees meer...] overEtymologie: haar

Etymologie: zwendel

17 november 2016 door Redactie Neerlandistiek Reageer

Door Michiel de Vaan zwendel zn. ‘bedrog, oplichterij’ zwindelen ww. ‘duizelig zijn’ Vroegmiddelnederlands swindelen (1240), zwyndelen (1480) ‘duizelig zijn’, swindelinge (1240), swendelinge (1351) ‘duizeligheid’, versundeld ‘duizelig’ (ca. 1340), Nieuwnl. zwindelen ‘duizelen’ (1582), ook ‘twijfelen, kibbelen; ronddraaien; kriskrassen, dwarrelen’, Nnl. swindelgeest (1580), … [Lees meer...] overEtymologie: zwendel

Etymologie: velen

10 november 2016 door Redactie Neerlandistiek Reageer

Door Michiel de Vaan velen ww. ‘verdragen, uitstaan’ Mnl. velen ‘verdragen’ (ca. 1440). Nnl. velen, veelen ‘verdragen, uitstaan, verkroppen’ (vanaf 1613). Het komt bijna altijd in de infinitief velen voor, tegenwoordig bovendien bij voorkeur met een ontkenning (ik kan het niet velen dat/als). Opvallend is het ontbreken van het woord in literatuur uit de 16e eeuw, wat … [Lees meer...] overEtymologie: velen

Etymologie: pissebed

3 november 2016 door Redactie Neerlandistiek 4 Reacties

Door Michiel de Vaan pissebed zn. ‘bedwateraar; insect; paardenbloem’ Vroennieuwnl. pissebedde (1555), pissebet (1617) ‘bedwateraar’; pissebedde (1567), pisbedde, pisbloeme ‘paardenbloem; insect’ (1599). Enkele typische Vnnl. uitdrukkingen zijn: ‘zien als een pisbed’, dat is ‘beschaamd kijken’: Laet elc water in zijnen wijn doen, laet elc pissebedde up zijnen nuese zien … [Lees meer...] overEtymologie: pissebed

Etymologie: kruisbes

27 oktober 2016 door Redactie Neerlandistiek 2 Reacties

Door Michiel de Vaan kruisbes zn. ‘ribes uva-crispa’ Vroegmiddelnederlands croselbusg ‘doornstruik, ramnus’ (1240, Limburg), croesel haghe ‘haag van doornstruiken’ (1281, Limburg), Mnl. crosle (1300-1400), crocel (ca. 1440) ‘doornstruik’, stekebeyeren (1350-1400), krakebesiën ‘kruisbessen’ (1407-08); Vnnl. cnoessele ‘kruisbes’, cnoesselboom (1552), knoeselen ‘kruisbessen’ … [Lees meer...] overEtymologie: kruisbes

Etymologie: vervelen

20 oktober 2016 door Redactie Neerlandistiek Reageer

Door Michiel de Vaan vervelen ww. ‘teveel zijn’ Middelnederlands vervelen ‘vermenigvuldigen; lastig, onaangenaam zijn’ (verveilde ‘stoorde, was onaangenaam’ ca. 1350, vervelen ‘vermenigvuldigen’ ca. 1465), Vroegnieuwnl. vervelen ‘meer worden; doen vermeerderen’ (tot ca. 1700), ‘genoeg krijgen van; vermoeien, teveel zijn; tot last zijn, hinderen; door eentonigheid … [Lees meer...] overEtymologie: vervelen

Etymologie: unster

13 oktober 2016 door Redactie Neerlandistiek Reageer

Door Michiel de Vaan unster zn. ‘weegtoestel, handweegschaal’ Vroegmiddelnederlands einser (Brugge, 1281/82) ‘unster’ (hier als synoniem voor ponder), enser makra ‘unstermaker’ (1281; vgl. ook pondelmakere); Nnl. uuser (1566), unster (1588), uyster (1581), onser (1639), enster (1573); uussel (1562), huysel (1582), onsel (1616), eussel (1573), enssel (1640), einsel (1640), … [Lees meer...] overEtymologie: unster

Etymologie: tweern, twijn

6 oktober 2016 door Redactie Neerlandistiek Reageer

Door Michiel de Vaan tweern zn. ‘gedubbeld garen’ twijn zn. ‘gedubbeld garen’ Middelnederlands twern (1477), twaern (1491–1500), Nnl. twern (1566), tweern (1588). Werkwoord: Mnl. twaernen ‘garen dubbelen’ (1423), tweerenen (ca. 1400), Nnl. tweernen (1526), twernen. Vroegmiddelnl. twijn m. (1286, Dordrecht: van roeden tuine ‘van rode twijn’, een half pont wijt tuijns … [Lees meer...] overEtymologie: tweern, twijn

Etymologie: toorn

29 september 2016 door Redactie Neerlandistiek Reageer

Door Michiel de Vaan toorn zn. ‘woede’ Vroegmiddelnederlands torn (1200), toren (1240) ‘woede, heftige opwinding; verdriet, ellende’, Vroegnieuwnl. toren ‘hevige woede; verdriet’ (ca. 1516), na 1600 meestal in de spelling toorn. De betekenis ‘verdriet’ verdwijnt na de 17e eeuw maar komt nog in enkele dialecten voor: Zeeuws torn ‘tegenslag, klap’, Antwerps toorn, toren … [Lees meer...] overEtymologie: toorn

Etymologie: hader

22 september 2016 door Redactie Neerlandistiek Reageer

Door Michiel de Vaan hader zn. ‘twist’ Vroegnieuwnl. hader ‘twist’ m. (1546), haer (1588). Het woord verdwijnt in de zeventiende eeuw weer snel uit de taal, mogelijk vanwege homonymie met de verschillende andere woorden haar. Afleidingen: haderich ‘twistziek’ (1573), haderen, haeren (1588), hadderen (ca. 1620) ‘twisten’, haderman, haerman (1573) ‘onruststoker’.  Verwante … [Lees meer...] overEtymologie: hader

Etymologie: stern

15 september 2016 door Redactie Neerlandistiek Reageer

Door Michiel de Vaan stern zn. ‘zeezwaluw, sternida’ Nnl. starmeeutje (1714), starre (1860), sterre-meeuw (1622 [non inveni]). Dial. starreling, stikstar (Noord-Holland), steern (Groningen). De term stern wordt pas sinds 1900 in de schrijftaal als Nederlandse benaming gebruikt. Hij is ontleend aan wetenschappelijk Latijn sterna, dat door Linnaeus in 1758 (Systema Naturae, … [Lees meer...] overEtymologie: stern

Etymologie: zier

8 september 2016 door Redactie Neerlandistiek Reageer

Door Michiel de Vaan zier zn. ‘kleinigheid’ Mnl. sieren ‘mijten’ mv. (1287, West-Vlaanderen), zieren (1401–1450); ziere ‘kleinigheid’, bijv. in Daer ne sal niet ane gebreken alse groot alse ene ziere ‘daar zal niets aan ontbreken, zelfs niet zo klein als een mijt’ (van Velthem, Spiegel Historiaal). Nnl. ziere (1528), siere (1538) ‘mijt, luis’, bijv. om de luysen ende … [Lees meer...] overEtymologie: zier

Etymologie: hauw

1 september 2016 door Redactie Neerlandistiek Reageer

Door Michiel de Vaan hauw zn. ‘type vrucht’ Vroegmiddelnederlands awe ‘zaadhuisje’ (van de nardus) (1287), Nnl. hawkens (1543), haeuwe (1559), hauwe (1573), ook gespeld als houwe (1599), haeuwe (1608), hauw (1668), haauw (1686) ‘zaadhuisje, peul, huls’. Dialectisch nog houw, verkleinwoord mv. hâwkes, in Antwerpen, Noord-Brabant en Belgisch Limburg. Verwante vorm: … [Lees meer...] overEtymologie: hauw

Etymologie: kwansuis

7 juli 2016 door Redactie Neerlandistiek 1 Reactie

Door Michiel de Vaan kwansuis bw. ‘als het ware’ Mnl. quansijs (ca. 1300) ‘als het ware, als om te zeggen’, quijs quans (van Boendale, Der leken spieghel, ca. 1325), quanchuys (Jan de Weert, 1350), quansuus (ca. 1400, Gruuthuuse hs.), quantsijs (ca. 1410), quans (1350); Vnnl. quansuys (1524), quansuus (1561), quantsuys (1566), quansijs (einde 16e e.), quamsuys (1627), … [Lees meer...] overEtymologie: kwansuis

Etymologie: weelde

30 juni 2016 door Redactie Neerlandistiek Reageer

Door Michiel de Vaan weelde zn. ‘overvloed’ Vroegmiddelnederlands welde, weelde v. ‘overvloed; genot, blijdschap’ (1240), Laatmiddelnederlands weelde, Nnl. weelde (1518), welde (1582), wilde (1583) ‘voorspoed, geluk, genot, rijkdom’. Moderne dialecten: Zeeuws wilde, Zuidbrabants wélle, Antwerps welde, Kempisch weld, weeld, wilde, Limburgs wèèld, wèèlj. Afleidingen: Vmnl. … [Lees meer...] overEtymologie: weelde

Etymologie: wieler

23 juni 2016 door Redactie Neerlandistiek Reageer

Door Michiel de Vaan wieler zn. ‘fiets’ Nnl. wieler ‘vélocipède’ (1867), tweewieler (1870), driewieler (1870), snelwieler (1884). Kort voor 1870 bewust gevormd bij het ww. Mnl. Nnl. wielen ‘wentelen, ronddraaien’, naar voorbeeld van draaier bij draaien. wieleren ww. ‘fietsen’ Nnl. wieleren ‘met den wieler rijden’ (1867). wieler- ‘fiets-’ Nnl. wielermanie (1869), wieler-clubs … [Lees meer...] overEtymologie: wieler

Etymologie: zwelgen

26 mei 2016 door Redactie Neerlandistiek Reageer

Door Michiel de Vaan zwelgen ww. ‘zich te buiten gaan’ Oudnederlands farsuuelgit ‘verzwelgt’, farsuelge ‘verzwelge’ (Wachtendonckse Psalmen, 901–1000), Middelnederlands swelgen (swalch, geswolgen) ‘doorslikken, verslinden’ (1240), gesuelgen ‘doorslikken’ (1265–1270), ghesuelch ‘keel’ (1276–1300), verswelghen ‘doorslikken, opslokken’ (1265–1270), Suelghemast toenaam ‘die … [Lees meer...] overEtymologie: zwelgen

Etymologie: tierelier

19 mei 2016 door Redactie Neerlandistiek 2 Reacties

Door Michiel de Vaan tierelier tw. de klank tierelier; zn. gekwinkeleer; speeldoos Klanknabootsend woord voor gezang en muziekklanken: Vnnl. zoe moet ic …. singhen: tiere liere (Anna Bijns, ca. 1540), tierelier ‘gekwinkeleer’ (1622), tierelier tw. (1654); tierelier ‘speeldoos’ (1902, Algemeen Handelsblad). tierelieren ww. ‘het geluid tierelier maken, … [Lees meer...] overEtymologie: tierelier

Etymologie: wulp

12 mei 2016 door Redactie Neerlandistiek Reageer

Door Michiel de Vaan wulp zn. vogelnaam ‘numenius, steltloper, snipachtige met naar beneden gebogen snavel’ Nnl. wulp (1595), regen wulpen (1598). Uitzonderlijk is de spelling woulp (1724). Verwante vormen: Nederduits wilp, wolp, wölp ‘wulp, snip’ (Twents tuut-welp ‘wulp’), Nieuwfries wylp ‘wulp’, heawylp ‘grutto’ (lett. ‘hooi-wulp’), OE hwilpe m./v. ‘soort vogel’, … [Lees meer...] overEtymologie: wulp

Etymologie: zwichten

5 mei 2016 door Redactie Neerlandistiek Reageer

Door Michiel de Vaan zwichten ww. ‘wijken’ Vroegmiddelnederlands *suichtelinghe (geschreven is snichtelinghe, met verschrijving van u als n) ‘touw om het zeil van een molen te minderen’ (1286); Middelnl. swichten ‘tot rust brengen, bedaren, intomen; inbinden, reven’ (1326–1350), daarnaast ook ‘kalm worden, wijken’ (1460–1480), ‘inwikkelen’ (ca. 1400); ongeswicht ‘ongereefd’ … [Lees meer...] overEtymologie: zwichten

Etymologie: warempel

21 april 2016 door Redactie Neder-L 4 Reacties

Door Michiel de Vaanwarempel bw. ‘waarlijk, voorwaar’Nieuwnederlands warempel (oudste attestatie uit een klucht uit 1720: Warempel, ’t is om long en leever uit te braaken). Waarschijnlijk een vervorming van waratje of warendig, waarvoor zie hieronder. De bron van het element -empel is onduidelijk, aangezien er geen suffix van die vorm bestaat. Een suggestie: warempel komt het … [Lees meer...] overEtymologie: warempel

Etymologie: wauwelen

14 april 2016 door Redactie Neder-L Reageer

Door Michiel de Vaanwauwelen ww. ‘kletsen’Vroegnieuwnederlands wauwelen (1612), wauwlen (1614), waulen (1614), waauwelen (1623) ‘kauwen, knabbelen’; wauwelen(1701–1750), waawelen (1782) ‘zwetsen’, wauwelpinte ‘kletskous’ (Gent, 1672); zy verwaauwelen hun geld ‘verdoen’ (1789); waeuweling ‘schommeling, fluctuatie’ (1733). In moderne dialecten Noordhollands wauwelen ook … [Lees meer...] overEtymologie: wauwelen

Etymologie: bleisteren, bluisteren

31 maart 2016 door Redactie Neder-L Reageer

Door Michiel de Vaanbleisteren, bluisteren ww.‘flikkeren’Middelnederlands bleysteren ‘flikkeren’ (1400–1450, Holland), Vroegnnl. bleysteren (1500–1525);Vroegnieuwnl. bluysteren ‘schroeien, blaken’ (1573), verbluysteren ‘verzengen, verschroeien’ (1528, Brabant), bluyster ‘blaar’ (1588); Nnl. verblaeysteren ‘verzengen, verschroeien’, blaeysteringhe ‘verschroeiing’ (1629, de … [Lees meer...] overEtymologie: bleisteren, bluisteren

« Vorige
Volgende »

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Sint Nicolaas

Zie eens, Mietje! wat al lekkers
U, Sint Nicolaas al bragt;
Omdat ge’ als gehoorzaam Meisje,
Uw verpligting hebt volbragt.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

2 januari 2026: Vlekflits

2 januari 2026: Vlekflits

5 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact