Door Sterre Leufkens Hartverwarmend en veelvuldig, dat waren de reacties op dit stukje over een taaltrend: het spreken over je partner als 'de vriend(in) ' en 'de vrouw/man'. Jullie doen en zien dit ook voortdurend. En het verschijnsel staat niet op zichzelf, want er is nog een andere geliefde, die regelmatig met de benoemd wordt: de peuter dan wel kleuter. Eerst een paar … [Lees meer...] overDe kleuter en de peuter – nog meer afstandelijkheid in relaties
syntaxis
Tot aan het einde aan toe
Door Marc van Oostendorp Er zijn talen met voorzetsels, er zijn talen met achterzetsels, en het Nederlands heeft ze wonderlijk genoeg allebei: Ik loop het huis in. Ik loop in het huis. Soms, zoals in het geval van in, op en over, hebben voor- en achterzetsel dezelfde vorm. Soms, zoals in het geval van tot/toe, met/mee en van/af zijn die vormen verschillend. Nu kun je met … [Lees meer...] overTot aan het einde aan toe
Dan zij het maar zo
Door Marc van Oostendorp Ik weet niet wat jullie denken, maar ik denk dat deze man gelijk heeft, en ik heb eigenlijk geen idee waarom: Interessant. Tom Dumoulin zei zojuist in een interview: “Tja, dan zij het maar zo.” Lijkt niks mis mee, toch klinkt het me vreemd in de oren. @fonolog wat vind je hiervan? — Tom Dicke (@TomDicke) 20 juli 2018 Het klinkt inderdaad een … [Lees meer...] overDan zij het maar zo
Diens
In de nieuwe Onze Taal schrijft de humorist Kees van Kooten onder zijn nom de plume dr. E.I. Kipping ('sneerlandicus') over een advertentie van een bedrijf dat 'levensverhalen van dierbaren' optekent: Van Kooten maakt grapjes over de derde regel, en inderdaad lijkt de enig juiste interpretatie van die zin dat de dierbare in kwestie over het leven van de schrijver spreekt. … [Lees meer...] overDiens
Methaan schetende koeien
Door Marc van Oostendorp Een belangwekkende kwestie weer, onlangs op Meldpunt Taal. Iemand meldde: In de Groene Amsterdammer van deze week werd 'scheten' als transitief werkwoord gebruikt. De precieze zin weet ik niet meer, maar er stond zoiets als 'methaan schetende koeien'. (Het bedoelde stuk staat hier; het gaat inderdaad precies over "methaan schetende koeien") En iemand … [Lees meer...] overMethaan schetende koeien
Beter is er licht!
Door Astrid van Alem Eind mei was ik in Berlijn bij een interessante workshop over niet-canonieke imperatieven. Eén van de praatjes werd gegeven door Erlinde Meertens en Sven Lauer van de Universiteit van Konstanz, over wat zij “melioratieven” noemen: zinnen met een imperatief-achtige betekenis waarin het woordje “beter” (of “besser”, of “better”) voorkomt. Beter ga je … [Lees meer...] overBeter is er licht!
Zijn band is plat
Door Marc van Oostendorp Dingen kunnen niets bezitten. Een mens kan wel een boek hebben, maar een boekenkast kan dat niet. Je ziet dat verschil tussen mensen (en dieren) enerzijds en dingen anderzijds ook terug in de grammatica: je kunt wel zeggen: De professor en zijn boeken maar niet: De boekenkast en zijn boeken Het gaat nog verder: je vindt het verschil ook … [Lees meer...] overZijn band is plat
De sturende kracht van zinsstructuren
Door Luck van Leeuwen en Julia Naaborg Het traditionele rede- en taalkundig ontleden verkeert al decennia nagenoeg in een impasse: nieuwe inzichten binnen het wetenschapsgebied dat onderzoek doet naar zinsstructuren, syntantix, vinden nauwelijks hun weg naar het middelbaar onderwijs. Basisboek syntaxis van Henk Wolf, dat vorige week is verschenen, wil die leemte … [Lees meer...] overDe sturende kracht van zinsstructuren
U allen bent het die mij lief zijn
Door Marc van Oostendorp Iemand wilde aan allen schrijven die hem lief waren, maar op zeker moment haperde zijn pen: U allen bent het die mij lief ... Ja, wat moest daar komen te staan? Moest dat niet zijn worden, het ging immers om meerdere mensen? En je zegt ook 'Jullie zijn het die mij lief zijn'. Dat mag zo wezen maar in bovenstaande zin klinkt zijn gek. Toch is … [Lees meer...] overU allen bent het die mij lief zijn
Onpersoonlijke bevelen
Door Marc van Oostendorp De Algemene Nederlandse Spraakkunst, de grootste Nederlandstalige grammatica die we hebben, heeft in de afgelopen decennia in menig huisgezin grote verwarring gezaaid door de mededeling die ze doet over vormen zoals 'Niet doen!', waarin een onbepaalde wijs (doen) wordt gebruikt in plaats van een gebiedende wijs (Doe niet!). De ANS zegt daarover … [Lees meer...] overOnpersoonlijke bevelen
Sy skop vir die bal
Door Marc van Oostendorp In sommige talen maak je verschil tussen een lijdend voorwerp dat leeft en een dat dood is. Het Nederlands kent dat – afgezien misschien van het verschijnsel dat ik gisteren beschreef – eigenlijk niet, maar het Afrikaans maakt dat verschil wel, althans in de meer alledaagse, minder aan regels gebonden vormen. De Afrikaanse taalkundige Theresa Biberauer … [Lees meer...] overSy skop vir die bal
De man beet in zijn vriend
Door Marc van Oostendorp Over levende wezens praten we anders dan over levenloze objecten. Zelfs als we niet zouden willen, dan dwingt de grammatica ons ertoe het toch te doen. Dat blijkt uit paren zinnen als de volgende: De hond beet de man. De hond beet in het brood. Die kerel sloeg zijn vriend. Die kerel sloeg op het kopje. Bij onbezielde voorwerpen is … [Lees meer...] overDe man beet in zijn vriend
Laten zien
Door Nico van Lieshout Ik was bezig mijn voorbereidingen te treffen voor de aanstaande les aan vijf atheneum. De klassenset van De Spaanse Brabander van Bredero (1585 – 1618) lag op een hoge stapel op de hoek van mijn tafel, maar voor we daarmee verder zouden gaan (we waren tot het einde van het derde bedrijf gekomen), wilde ik twee liefdesgedichten van Pieter Corneliszoon … [Lees meer...] overLaten zien
Ik zeg dat omdat ik kan dat
Door Marc van Oostendorp Van taalfouten en versprekingen kun je veel leren – bijvoorbeeld over hoe taal in ons hoofd werkt. Dat weten we al heel lang, en zeker voor de tijd van heel precies geplande experimenten waarbij mensen teksten op computers voorbij zagen flitsen of van hersenscans terwijl mensen naar het woord potgrond zoeken, waren foutjes en versprekingen een goede … [Lees meer...] overIk zeg dat omdat ik kan dat
Wat is er tegen een onwelle spreker?
Een vraag die kwam opborrelen uit het Nederlandse volk: waarom kom je niet zeggen de niet goed snikke man? Het bijpassende antwoord vond ik op Facebook. Bijvoeglijk naamwoorden kun je normaliter op twee manieren gebruiken: voor een zelfstandig naamwoord ('attributief'), of in het naamwoordelijk deel van een gezegde ('predicatief'): Attributief: De slimme vrouw, het vrolijke … [Lees meer...] overWat is er tegen een onwelle spreker?
RUG taalonderzoekers met game naar NEMO Science Museum. 30 april-13 mei 2018
(Persbericht Rijksuniversiteit Groningen) Taalwetenschapper Bart Hollebrandse (Center for Language and Cognition Groningen, RUG) is met een team van bachelor-, research master- en Honors-studenten twee weken aan het werk in NEMO, het science museum in Amsterdam. NEMO-bezoekers vanaf 3 jaar doen mee als proefpersoon in een taalontwikkelingsstudie. In de eerste 5 dagen hebben al … [Lees meer...] overRUG taalonderzoekers met game naar NEMO Science Museum. 30 april-13 mei 2018
Pas verschenen: Basisboek syntaxis van Henk Wolf
Terwijl taalwetenschappers de afgelopen halve eeuw heel veel over zinsbouw hebben ontdekt, is het ontleedonderwijs op school in die tijd inhoudelijk weinig veranderd. Ontleedlessen draaien nog steeds om het aanleren van allerlei vaktermen, die vervolgens met behulp van onhandige definities en handige ezelsbruggetjes op speciaal geconstrueerde zinnen worden geplakt. … [Lees meer...] overPas verschenen: Basisboek syntaxis van Henk Wolf
Tegen de twintig gasten op het feest
Door Marc van Oostendorp Er schijnen mensen, zelfs intelligente mensen, te zijn die niet precies willen weten hoe de zinnen die ze iedere dag uitspreken precies in elkaar zitten: Ze rijgen de hele dag woorden aan elkaar en ontrafelen de woordenstroom van anderen, maar hoe ze dat allemaal precies doen, dat laat ze koud. Dat zijn de mensen die niet ineens verwonderd stil kunnen … [Lees meer...] overTegen de twintig gasten op het feest
Call for papers: Parallels Between Phonology and Syntax
Amsterdam, Meertens Instituut, July 9, 2018 Call for papers Date: July 9, 2018 Venue: Oudezijds Achterburgwal 185, Amsterdam Aula 2.18 Although syntax and phonology at first sight seem to study very similar objects – modules of human cognition involved with the form of language – the two disciplines seem to have grown apart, employing formal tools that differ … [Lees meer...] overCall for papers: Parallels Between Phonology and Syntax
‘Er wordt gezweet’
Door Marc van Oostendorp Een van de wonderlijkste eigenschappen van het Nederlands: dat wij zinnen in de lijdende vorm kunnen zetten die helemaal geen lijdend voorwerp hebben. In de meeste talen heb je die nodig. Het Engels is een eenvoudig voorbeeld: Jozef bakt die taart wordt in de lijdende vorm Die taart wordt gebakken. Het oorspronkelijke lijdend voorwerp die … [Lees meer...] over‘Er wordt gezweet’
Bezie de kinderen niet te klein
Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (162) Het Nederlandse sonnet bestaat 452 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan? Door Marc van Oostendorp Bezie de kinderen niet te klein: Zij moeten veel verdragen - eenzaamheid, angsten, groeiens pijn en, onverhoeds, de slagen. Bezie de kinderen niet te klein: Hun eerlijkheid blijft … [Lees meer...] overBezie de kinderen niet te klein
Hoeven leren
Door Marc van Oostendorp Laten we ons even verplaatsen in de peuter die geconfronteerd wordt met het werkwoord hoeven. We zitten sowieso in een fase in ons leven dat we iedere dag tal van nieuwe woorden leren, en dan is daar ineens hoeven. Je ene moeder zegt bijvoorbeeld tegen je andere: Je hoeft dat niet te doen. Op de een of andere manier moet je uitvissen hoe dat in … [Lees meer...] overHoeven leren
Colleges zinsstructuur en koppelwerkwoorden
In twee nieuwe video's legt Henk Wolf van de NHL Hogeschool in Leeuwarden de basisbeginselen van de zinsbouw uit. … [Lees meer...] overColleges zinsstructuur en koppelwerkwoorden
Meenge mooie meid heeft door de domme, lange nacht
Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (144) Het Nederlandse sonnet bestaat 452 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan? Door Marc van Oostendorp Verlangen Meenge mooie meid heeft door de domme, lange nacht, naar het naakte bijzijn van de minnaar smartelik getracht, zij heeft in de grote leegte van haar wit bed, de peluw gekust, als wilde ze zijn matte … [Lees meer...] overMeenge mooie meid heeft door de domme, lange nacht
Was het Nederlands in de 17e eeuw echt zo anders? Deel 2: dubbelobjectconstructies
Door Jorik van Engeland Op het DRONGO talenfestival probeerden wij er als project Language Dynamics achter te komen of het Nederlands van vierhonderd jaar geleden echt zo anders is dan het moderne Nederlands. Het antwoord laat zich natuurlijk al raden en wordt in deel 1 van dit blog zelfs al door mijn collega Cora van de Poppe verklapt. Op het talenfestival komt een … [Lees meer...] overWas het Nederlands in de 17e eeuw echt zo anders? Deel 2: dubbelobjectconstructies