
Welke betekenis en welke gevoelswaarde heeft het woord ‘spannend’? Dat vroeg ik me af toen ik in de Trouw van 28 mei de volgende zin las:
- Een kind dat eten spannend vindt, moet een brug over en dat gaat niet vanzelf.
De zin komt voor in een artikel over de vraag hoe ouders een kieskeurige kleuter tot het eten van wat nieuws, vooral groente, kunnen bewegen. De strekking van het stuk is dat de kieskeurigheid van het kind een aangeboren beschermingsmechanisme tegen giftig voedsel is, dat ouders stapje voor stapje begripvol moeten afbreken.
Zowel die strekking als de zin op zich maakt duidelijk dat het woord ‘spannend’ zoiets als ‘eng’ of ‘onaangenaam’ betekent, in elk geval iets negatiefs. Dat gebruik viel me op.
Naslagwerken
Het WNT geeft de volgende definitie van ‘spannend’:
Iemands zintuigen of functies tot verhoogde werkzaamheid brengend of volledig in beslag nemend; de aandacht of verwachting ten zeerste bezighoudend, en vervolgens ook: zeer onzeker van afloop of uitkomst.
De dikke Van Dale 12e druk schrijft:
de volle aandacht in beslag nemend: een spannend ogenblik; spannende boeken; een spannende wedloop
Neutraal, positief of negatief?
‘Een spannend ogenblik’ kan negatief aangevoeld worden, maar dan in de betekenis die het WNT als tweede geeft: zeer onzeker van afloop of uitkomst. De twee andere voorbeelden lijken te laten zien dat ‘spannend’ ook een positieve gevoelswaarde kan hebben, een ‘spannend boek’ lees je immers voor je plezier, een ‘spannende wedloop’ bekijk je omdat je de gespannen afwachting van de afloop prettig vindt.
Die positieve gevoelswaarde is nog sterker verbonden met het Duitse ‘spannend’, dat vaak als ‘leuk’ of ‘interessant’ in het Nederlands vertaald kan worden. De gespannen aandacht is in de buurtaal opgeschoven naar ‘positief gespannen aandacht’.
In de Trouw-zin lijkt het omgekeerde het geval te zijn. Het kind lijkt daar niet met gespannen aandacht te genieten van de verrassing van onbekend voedsel, zoals het van een ritje door het spookhuis, het voorlezen van een griezelverhaal of een klop op de deur op 5 december zou kunnen doen, nee, het voelt een afkeer van dat onbekende voedsel en weigert het te eten.
Het betekenisaspect ‘de volle aandacht in beslag nemend’ lijkt daarbij ook niet op de voorgrond te staan. De negatieve ervaring lijkt het centrale betekeniselement te zijn.
Meer vindplaatsen
Ik heb eens gegoogeld op de string “spannend vindt” en kom allerlei zinnen tegen waarin ‘spannend’ op die primair afkerige manier wordt gebruikt. In veel gevallen lijkt ‘spannend vinden’ ongeveer ‘ertegen opzien’ te betekenen. Een paar voorbeelden:
- Ik was zelf altijd bijzonder goed in relativeren en afleiding zoeken. Alleen écht leren voelen? Dat vond ik te spannend om me aan te wagen.
- Grote kans dat jouw kind veel dingen spannend vindt: spannend om weer naar school te gaan na de zomervakantie, het proberen van een nieuwe sport, iets vragen aan een vreemde, naar dat (kinder)feestje waar je niet zoveel andere kinderen kent, iets vragen aan de juf, zelf een ijsje bestellen…
- Kijk over de hoofden van de kinderen heen als je aankijken te spannend vindt.
- Als je het spannend vindt, hoef je het niet te doen.
- Varen leer je door het te doen – ook als je het spannend vindt.
- Wat als mijn kind het spannend vindt om op schoolkamp te gaan?
- Uiteindelijk ga je ook oefenen met datgene wat je spannend vindt. Want hoe meer je oefent, hoe minder spannend het wordt!
Die laatste zin zou ik tot vandaag nogal bevreemdend hebben gevonden, want mijn (canonieke) gebruik van ‘spannend’ botst met het doel van het oefenen: waarom zou je immers moeite doen om de lol te laten verdwijnen?
Hulpverlenersjargon
Het viel me op dat veel van de zinnen die Google levert, komen van websites over zielzorg in allerlei vormen, terwijl de zinnen zelf vaak gaan over muizenissen bij kinderen en soms bij volwassenen.
Ik vraag me daarom af of ‘spannend vinden’ in de negatieve betekenis ‘ertegen opzien’ geen hulpverlenersjargon is. En nu ik even wat beter lees, zie ik dat de zin in de Trouw ook niet per se de woordkeus van de journaliste hoeven te vormen. De uitspraak wordt via een vrije indirecte rede toegeschreven aan een kindereetcoach.
Het is daarom best mogelijk dat het inderdaad hulpverlenersjargon is, maar dat het idioom letterlijk in de krant wordt overgenomen lijkt er ook op te wijzen dat de journaliste het niet zo vreemd vond dat ze het heeft geherformuleerd. Mogelijk is het dan ook op weg naar inburgering.
In mijn ervaring is het absoluut hulpverlenersjargon. Toen ik een onderzoek eng vond zei de verpleegkundige “dat is best wel spannend hè?” en daar kon ik helemaal niet tegen, ik vond het niet “best wel spannend”, ik vond het DOODENG!
Ik hoorde het woord “spannend” in deze betekenis voor het eerst van een kleuterjuf, nu bijna 25 jaar geleden. Ik vond het raar maar snapte dat het als eufemisme moest dienen voor een ander woord – “eng” – dat kennelijk te beladen of te suggestief werd geacht. Dat zal de juf inderdaad niet zelf hebben bedacht, er zal wel een cursus verzachtend taalgebruik aan te pas zijn gekomen. Ook daarna heb ik op die basisschool nooit anders gehoord: een spreekbeurt houden of onderwater zwemmen was altijd “spannend”, nooit “eng”, dus in die omgeving was het in elk geval al volledig ingeburgerd.