Toen ik laatst van het universiteitsgebouw naar het station wandelde, liepen er twee meiden voor mij. Ze waren nogal druk in gesprek en uit automatisme luisterde ik mee. De inhoud van het gesprek deed me niet zo veel, maar er viel mij wel iets op: het constante gebruik van dezelfde soort constructie. Zo ging de ene vanavond een drankje doen en de dag daarop dan een selfcare-dagje doen, en de andere zou misschien ook nog wel een terrasje doen, maar daar was ze nog niet helemaal over uit. Aan het einde van het gesprek kwam als klap op de vuurpijl nog de vraag: koffietje doen?
Constructies als een koffietje doen zorgen al langer voor ergernissen, en niet alleen bij mensen die gevoelig zijn voor cafeïne. Taalkundigen Vivien Waszink en Laura van Eerten behandelen de constructie zelfs in hun boek over taalirritaties. Ondanks de grote ergernis vraag ik mij wel af hoe deze constructie in elkaar zit. Toch maar een blogje doen.
Koffietje van Tichelaar
Het belangrijkste onderdeel van dit patroon is het verkleinwoord, hierin lijkt de meeste betekenis te liggen. Dit blijkt ook als je het vergelijkt met andere voorbeelden van de constructie. Zo kun je een koffietje doen, maar ook het koffietje doen of mijn koffietje doen. Het onbepaald lidwoord kan dus uitgewisseld worden voor, bijvoorbeeld, een bepaald lidwoord (het of de) of bezittelijk voornaamwoord (bijvoorbeeld mijn). Het kan zelfs volledig worden weggelaten, wat meestal op een vraag duidt: koffietje doen? Of nog korter, koffietje? (Mand!)
Dat laatste heeft overigens nog een andere functie, waarover meer wordt verteld in dit blog.
Emotioneel koffietje
Verkleinwoorden kunnen effect hebben op de accentuering van de zin. Een van de kenmerken van verkleinwoorden is dat ze het gezelligheidsaspect van iets of het sociale aspect van een activiteit benadrukken. En zeg nou eerlijk, ‘een koffietje doen’, dat klinkt toch ook gewoon een stuk gezelliger dan ‘koffiedrinken’?
Toch hoeft een verkleinwoord niet altijd gezelligheid uit te drukken. Integendeel, het kan ook juist een negatieve waardering aan iets geven, doordat een spreker iets minder groot of heftig wil laten lijken dan het daadwerkelijk is, bijvoorbeeld met een stijlfiguur als eufemisme of understatement. Een voorbeeld hiervan is een gastspreker die een lezing moet geven voor duizenden mensen en dan zegt ‘ik moet vanavond een praatje doen’. Klinkt niet heel indrukwekkend. De constructie kan ook gebruikt worden om met iets of iemand te spotten. Stel, Jan een keer in slaap is gevallen tijdens zijn date in de bioscoop, dan is het niet gek dat de opmerking ‘geen Jantje doen, hè’ binnen de vriendengroep erg populair zal worden.
Een koffietje doen in de praktijk
Ik hoor u al denken: hoe vaak komen deze verschillende gebruiken dan in het echt voor? Dat vroeg ik mij namelijk ook af, daarom heb ik een onderzoekje gedaan in het OpenSonar corpus, dat is een grote verzameling van geschreven en gesproken teksten. Ik heb daarbij gekeken hoe vaak de constructie het gezelligheidsaspect of een negatieve waardering benadrukt. En wat blijkt? In meer dan 80% van de gevallen benadrukt de een koffietje doen-constructie hoe gezellig een activiteit is! Hopelijk is de irritatie nu wat verminderd, want verkleinwoordjes doen is eigenlijk gewoon hartstikke gezellig.

Zie ook mijn bijdrage op Neerlandistiek van 30 april 2021:
‘Terrasje doen en filmpje pakken’, met 8 reacties, https://neerlandistiek.nl/2021/04/terrasje-doen-en-filmpje-pakken/ .
Noami Meeuwenoord ergert zich aan mode-uitdrukkingen als koffietje doen; ik ook.
Maar ze heeft het wel over twee meiden, terwijl zij waarschijnlijk bedoelt dat het twee meisjes of twee jonge vrouwen waren. Een meid heeft voor mij nog altijd een negatieve bijklank. Dat vind ik ook een taal-ergernis.
Er zijn meer mensen die vinden dat ‘meid(en)’ een negatieve bijklank heeft, maar is dat terecht? ‘Lekker met de meiden’ van Merol is hartstikke positief. Lees ‘Vrouwelijk voornaamwoord’ in de Volkskrant van 27 mei 2025 over de aanduiding ‘meiden’: ‘Het m-woord klinkt ineens overal, vaak lekker vet aangezet, voor mensen die geen meisje meer zijn en ook nog niet echt vrouw. Toch wordt “meiden” niet door iedereen positief ervaren. Is het tijd voor een vrouwvriendelijker alternatief?’