• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Logo

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Artikelen
  • Media
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Ik zou dat niet pikken als ik jou was

17 oktober 2025 door Tjerk Bouwmans 3 Reacties

Wat is stoken precies?

‘Ik zou dat niet pikken als ik jou was.’ Je merkt meteen dat iemand zoiets nooit neutraal tegen een ander zal zeggen in een gesprek. Een persoon probeert met zo’n uitspraak namelijk een ander te beïnvloeden. En misschien zelfs uit de tent te lokken… Wat het meest voor de hand ligt, is dat een persoon die verantwoordelijk is voor een dergelijke uitspraak zit te stoken. En dan gaat het natuurlijk niet om het letterlijke stoken van de kachel thuis. Nee, dit gaat dan om het figuurlijke stoken in een interactie. Maar wat is het nou precies om figuurlijk te stoken?

Het is lastig om een eenduidige omschrijving te geven voor het figuurlijke stoken, omdat het kan verwijzen naar diverse taaluitingen in uiteenlopende contexten. Aan de ene kant kan stoken bijvoorbeeld verwijzen naar zinspelingen van een persoon die bedoeld zijn om frictie te creëren in een vriendschappelijke relatie tussen twee personen. In die zin bevindt stoken zich in een negatieve context. Aan de andere kant kan stoken bijvoorbeeld ookverwijzen naar plagende opmerkingen die bedoeld zijn om een goede vriend voor de grap op de kast te jagen. Dit plaatst stoken dan weerin een humoristische, en dus positievere, context. Deze twee tegenovergestelde contexten, die balanceren tussen positiviteit en negativiteit, tonen aan dat het figuurlijke stoken zich niet makkelijk laat veralgemeniseren. Echter, het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) doet een behoorlijke poging met de volgende definitie: ‘gaande maken, aanwakkeren van gevoelens, onenigheid, verzet’. Wie aan het stoken is, doet dit inderdaad vaak om de gevoelens van een ander aan te wakkeren. Daarnaast zijn reacties van onenigheid of verzet uiteraard ook mogelijke gevolgen van stoken. Toch laat deze definitie van het WNT voornamelijk de negatieve kant zien. Om die reden is het van belang om te benadrukken dat het figuurlijke stoken óók in humoristische contexten kan plaatsvinden.

Bovendien blijft het in deze definitie van het WNT onderbelicht hoe de verschillende dynamieken van stoken tussen de deelnemende personenaan de interactie kunnen functioneren. Het is bij het stoken in een interactie namelijk mogelijk dat er niet slechts twee personen bij betrokken zijn, maar zelfs drie. Zie bijvoorbeeld deze interactie tussen drie vrienden, waarin eerder het volgende is voorgevallen tussen de eerste twee vrienden:

  1. Vriend 1: ‘De Tweede Wereldoorlog eindigde in 1918.’
    Vriend 2: ‘Serieus? Jij bent echt nog dommer dan je er uitziet.’

De derde vriend kan er dan vervolgens voor kiezen om te stoken tegen Vriend 1 met de volgende opmerking: 

  1. Vriend 3 tegen Vriend 1: ‘Ik zou dat niet pikken als ik jou was…’

Na deze opmerking van Vriend 3 ontstaat er dus een driehoeksrelatie binnen de interactie. Vriend 3 probeert namelijk te bewerkstelligen dat Vriend 1 (waartegen de opmerking gericht is) de denigrerende opmerking van Vriend 2 inderdaad niet zal pikken. Vriend 3 kan tegelijkertijd zelf buiten schot blijven en toekijken hoe de bewuste opmerking gevoelens van onenigheid bij Vriend 1 zal aanwakkeren. Hierna kan er dan een eventuele reactie van Vriend 1 volgen richting Vriend 2 door toedoen van de opmerking van Vriend 3 (bijv. ‘Waarom noem jij mij inderdaad dom!?”).

Maar moeten we het stoken van Vriend 3 dan ook onder deze voorwaarden beschouwen als een geslaagde poging tot stoken? Als dat zo is, betekent dit dat Vriend 3 met deze opmerking zit te stoken om de relatie tussen Vriend 1 en Vriend 2 negatief te beïnvloeden, zonder dat zij doorhebben dat er gestookt wordt door Vriend 3. Echter, het is natuurlijk ook goed mogelijk dat Vriend 3 er vaker een handje van heeft om te stoken. In zo’n geval zullen Vriend 1 en Vriend 2 snel doorhebben dat Vriend 3 aan het stoken is, waarna zij Vriend 3 meteen kunnen beschuldigen van stoken. Toch lijkt het in zo’n geval niet alsof het stoken van Vriend 3 mislukt is. Integendeel. Alhoewel er in zo’n geval wellicht geen negatieve consequenties (d.w.z. onenigheid of verzet) aan het stoken verbonden zijn, lijkt het nog steeds alsof er gestookt is door Vriend 3. De opmerking van Vriend 3 is door Vriend 1 en Vriend 2 nota bene benoemd als stoken! Zijn er dan eigenlijk wel specifieke voorwaarden, waarbij een poging tot stoken in een interactie beschouwd kan worden als geslaagd? Hier is niet direct een eenduidig antwoord op te geven.

 
Hoe het ook zij, de mogelijkheid tot deze dynamiek van drie personen binnen een interactie maakt het figuurlijke stoken tot een uitzonderlijke taalhandeling met weinig gelijken in de Nederlandse taal. Daarnaast blijkt er bijvoorbeeld in de Engelse taal geen equivalent voor het figuurlijke stoken te bestaan. Desalniettemin is er ondanks deze bijzonderheden vrijwel geen onderzoek gedaan naar stoken als taalhandeling. Om die reden besloot ik met mijn masterscriptie de veelzijdigheid van stoken tot op de bodem uit te zoeken. Omdat ik mij niet wilde beperken tot één specifiek geval van stoken besloot ik met behulp van het Corpus Hedendaags Nederlands op zoek te gaan naar wanneer uitspraken en gedragingen beschouwd worden als gevallen van het figuurlijke stoken én wanneer er dus voor gekozen wordt om iets te benoemen als stoken. 

Uit een dataset van ongeveer 8700 voorbeelden over stoken vond ik 1600 relevante resultaten uit Nederlandstalige nieuwsartikelen (1993-2025) over het figuurlijke stoken. Het figuurlijke stoken bleek over het algemeen een negatieve connotatie te hebben. Op grammaticaal niveau werd stoken bijvoorbeeld veelvuldig gecombineerd met onrust, ruzie, oorlog en geweld. Verder werd stoken geassocieerd met negatieve concepten, zoals liegen, manipulatie en roddelen. Daarnaast kwam naar voren dat het stoken soms zo geheimzinnig is dat het moeilijk te doorgronden valt en onduidelijk blijft wie er precies zit te stoken en wie niet, zoals in dit voorbeeld:

  1. ‘Ik hoor directeurs uit het algemeen middelbaar ook klagen over hun geniepigerds. Gasten die zo doortrapt zijn dat je als school amper kan achterhalen wie zit te stoken.’

Echter, er kwamen ook voorbeelden naar voren, waarin het geheimzinnige van stoken teniet werd gedaan, omdat de spreker direct doorhad dat er gestookt werd, zoals in dit voorbeeld: 

  1. ‘De hardnekkige roddel dat hij niet met de olympisch gekwalificeerde Mark Tuitert zou willen rijden – onmin uit oude tijden – hielp Kramer uit de wereld. Tegen de verslaggever: “Ik weet niet wat jij wilt stoken. Maar nee, dat is niet gezegd door mij.”’

Een paar voorbeelden toonden verder aan dat stoken niet altijd negatief of geheimzinnig hoeft te zijn, maar soms inderdaad ook iets humoristisch kan hebben. Zo waren er voorbeelden met een praeteritio (d.w.z. een stijlfiguur waarin iemand niet zegt op iets in te gaan, maar het toch doet): 

  1. ‘Ik wil niet stoken hoor, zei hij, maar die Grieken zeiden dat jullie teringwijven zijn.’

Hoewel zo’n uitspraak herkenbaar lijkt, maakt dit het figuurlijke stoken als taalhandeling des te unieker. Een dergelijke uitspraak toont namelijk aan dat er klaarblijkelijk ontkend kan worden dat er gestookt wordt, maar het tegelijkertijd toch aanvoelt alsof er gestookt wordt. Het feit dat het woord stoken hierbij zelfs nota bene openlijk en onverhuld in de mond kan worden genomen, maakt dit specifieke geval van stoken zeer bijzonder. Daarnaast staat dit openlijke geval van stoken uiteraard lijnrecht tegenover het eerdere geheimzinnige geval. Dit illustreert perfect hoe het figuurlijke stoken inderdaad kan verwijzen naar totaal verschillende taaluitingen in sterk contrasterende contexten. 

Kortom, dit onderzoek heeft een breed scala aan inzichten over het figuurlijke stoken opgeleverd. Los van het feit dat veel van mijn eigen intuïties werden bevestigd, was het waardevol om een aantal nieuwe aspecten van stoken tegen te komen. Aangezien mijn masterscriptie zich beperkt tot voorbeelden van nieuwsartikelen uit het corpus met expliciete vermeldingen van stoken lijkt het mij zeker relevant om het figuurlijke stoken op andere gebieden nader te onderzoeken. In toekomstig onderzoek zouden er in experimenten bijvoorbeeld rollenspellen gecreëerd kunnen worden, waarin één deelnemer kan gaan stoken zonder dat het woord stoken genoemd zal worden. Er kan vervolgens van andere deelnemers gevraagd worden van welke taalhandeling er sprake is. Door middel van dergelijk onderzoek kunnen we stoken een stukje beter leren begrijpen. En wellicht kan dit toekomstige onderzoek uiteindelijk ook bijdragen aan een antwoord op de vraag onder welke voorwaarden een poging tot stoken kan worden beschouwd als daadwerkelijk geslaagd… 

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Jong, Uitgelicht Tags: corpusonderzoek, figuurlijk gebruik, stoken, taalkunde

Lees Interacties

Reacties

  1. Toon zegt

    17 oktober 2025 om 19:52

    Super leuk artikel!

    Beantwoorden
    • Deniz zegt

      20 oktober 2025 om 11:10

      Mee eens! Chapeau

      Beantwoorden
  2. Kobus zegt

    10 november 2025 om 12:46

    Klasse!

    Beantwoorden

Laat een reactie achter bij KobusReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Openingszin van de week

Ik zag haar voor het eerst op een vroege decembermorgen.

De openingszin van deze week komt uit Dagen van glas (2023) van Eva Meijer. Het is een uitwerking van diens eerder verschenen novelle Haar vertrouwde gedaante (2021). Het boek vormt een collage van drie gezinsleden, moeder, vader en dochter, die zich alle drie niet echt thuis voelen. Hoewel de moeder de special van een filosofisch […]

➔ Lees meer
  • Facebook
  • YouTube

Thema's

#taalkunde
Ik zou dat niet pikken als ik jou was
De vervaagde grenzen van de neerlandistiek
“Taal kan iets doen met je moraal”
Wie schrijft, schrijft gelijk: mannelijke en vrouwelijke auteurs
Een koffietje doen
#letterkunde
Ik zag haar voor het eerst op een vroege decembermorgen.
Het besturen van een trekker is een daad van soevereiniteit.
Als schrijvers zichzelf voorlezen
Op de dag dat Minnie Panis voor de derde keer uit haar eigen leven verdween, stond de zon laag en de maan hoog aan de hemel.
Het was oud en nieuw, een uur na middernacht toen ik, een volwassen vent met een vaste baan en in een zelfgemaakt varkenspak aan de rand van een industriegebied in een sloot viel.
#recensie
De letteren op de planken
In Het paradijs van slapen kleurt Joost Oomen de dood hoopvol
Yara’s Wedding: een voorstelling die je bijblijft.
Verlies, liefde en leegte: De mitsukoshi troostbaby company
Zee nu: Een dystopische roman over zeespiegelstijging
#taalbeheersing
De discussie over de vlees-/vega-/plantaardige burger/schijf/disk
De vervaagde grenzen van de neerlandistiek
Wie schrijft, schrijft gelijk: mannelijke en vrouwelijke auteurs
Taalverandering in Duckstad: van 1952 tot 2025
Maar goed, een blog over maar goed
#toekomstinterview
‘Wij willen mensen het donker laten beleven’
‘Voor kinderen is een kerk een magische plek’
‘Bekijk tijdens je studie al wat er allemaal mogelijk is, wacht niet tot iets moet.’
‘Ik geloof er toch echt in, dat je iets moet kiezen waar je blij van wordt.’
‘Geniet van wat het vak je brengt. De neerlandistiek kan je naar zoveel plaatsen brengen, zowel letterlijk als figuurlijk.’
#wijzijnneerlandici
Kwaliteit boven kwantiteit?
Literatuur, natuur, insecticiden en het internet
Jong Neerlandistiek in gesprek: studenten over de grens
#wijzijnneerlandici: Jacques Klöters
“Aan het begin van de studie sprak ik nog geen Nederlands. Na drie jaar schreef ik een scriptie in het Nederlands.”
#voordeklas
24 paar ogen, een glimlach en een gereedschapskist
De vlucht naar Engelse literatuur, waardevol of schadelijk?
Later word ik dokter! Of juf! Of allebei!
Literatuur voor alle leeftijden
De ezelsbruggetjes in ons grammaticaonderwijs; kunnen we zonder?

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d