Sinds ik Nederlandse taal en cultuur studeer (in Leiden), kan ik nooit meer eens lekker ontspannen naar een televisieprogramma kijken. Neem bijvoorbeeld de avond waarop ik met mijn vriend naar de serie Klassen keek. Ik hoorde een meisje geërgerd tegen haar klasgenootje zeggen: ‘Je doet precíes niks’. Triomfantelijk stootte ik mijn vriend aan en ik overlaadde hem met vragen over het gebruik van precies in combinatie met niks. Hij zat hier misschien niet helemaal op te wachten, maar ik had weer iets nieuws om uit te zoeken! Tot zover de ontspannen televisieavond.
De combinatie van precies met een negatief element als niks, nooit of niemand hoor je tegenwoordig steeds vaker. Deze combinatie heeft een eigen vorm (precies + negatief element) en betekenis. Daarom noem je zo’n combinatie een constructie. Precies wordt in deze constructie op een andere manier gebruikt dan we van dit woord gewend zijn. Maar hoe zit dat dan precies?
Het beschrijvende precies
Om te beginnen heeft het woord precies in de Nederlandse taal verschillende grammaticale functies met bijbehorende betekenissen. Zo kan het gebruikt worden als bijvoeglijk naamwoord, bijvoorbeeld in ‘de precieze telling’ of ‘die man is erg precies’. Het betekent dan ‘juist’ of ‘nauwkeurig’. Daarnaast wordt precies gebruikt als bijwoord, zoals in ‘precies op tijd’ of ‘het past precies’. De betekenis is dan ongeveer hetzelfde als die van het bijvoeglijk naamwoord: ‘exact’, ‘juist’ of ‘inderdaad’. Wat je uit de voorbeeldzinnen kunt opmaken is dat precies in deze context een beschrijving van de werkelijkheid geeft. Het zegt iets over ‘de telling’, ‘die man’, hoe stipt iemand op tijd is of hoe goed iets past.
Precies als versterker
In de precies-constructie heeft precies een nieuw doel gekregen. Het heeft weliswaar nog steeds dezelfde grammaticale functie, een bijwoord, maar het beschrijven van de werkelijkheid is niet meer zo belangrijk. Dit kun je zien in de volgende tweet:
Precies NIEMAND vroeg Neflix om een Matilda musical. (@xokrisje, 10 juni 2021)
Precies versterkt hier het negatieve element niemand (hoewel het capslockgebruik natuurlijk ook helpt). Die versterkende functie ken je misschien wel van woorden als helemaal, absoluut en volstrekt, die overigens net als precies voornamelijk met negatieve elementen worden gecombineerd. Denk bijvoorbeeld aan ‘hij doet niks’ tegenover ‘hij doet helemaal niks’. De tweede zin is veel krachtiger dan de eerste. Toch is er een verschil tussen versterkende woorden zoals helemaal en het precies van de precies-constructie. Dat verschil heeft alles te maken met ironie.
De ironie van precies
Hoewel in de precies-constructie het woord precies niet meer die beschrijvende functie heeft, speelt de betekenis die bij die functie hoort nog wel een rol bij de versterkende functie. Het zorgt namelijk voor een ironisch effect. Dat effect heeft te maken met het contrast tussen de letterlijke betekenis van precies en het negatieve element dat erop volgt. Er is weinig exact of nauwkeurig aan woorden als niks of niemand, het zijn eerder vage en abstracte begrippen. Daarnaast is de gevoelswaarde van precies over het algemeen positief. Precies betekent dat het niet meer of minder had moeten zijn. Het is dus precies zoals het zijn moet. Wanneer je dat in je achterhoofd houdt, kun je niet anders dan het precies in de volgende tweet ironisch interpreteren:
Levert precies niks op dit… (@afro_died, 12 juni 2021)
Als iets niks oplevert, is dat natuurlijk geen wenselijke situatie. Het contrast tussen het negatieve en abstracte niks en het positieve en concrete precies maakt precies ironisch en zorgt ervoor dat het niks versterkt. Dat ironische gebruik van precies is ook terug te vinden in het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), het grootste historische woordenboek ter wereld. Daarin staat dat precies ‘soms ironisch gebezigd’ wordt: in Breda wordt ‘precies niet’ gezegd, wanneer er ‘in het geheel niet’ wordt bedoeld.
Hoe taal altijd verandert
Het ironische en versterkende gebruik van precies is dus nog terug te vinden in een historisch woordenboek, maar een meer algemeen en frequent gebruik van de precies-constructie lijkt iets te zijn van de laatste tijd. Niet alleen op Twitter is deze constructie terug te vinden, ook in mijn omgeving hoor ik steeds vaker mensen ‘precies niks’ of ‘precies nooit’ zeggen. Kortom, precies niemand vraagt erom en toch blijft onze taal zich steeds vernieuwen.
Klaas zegt
Moet je niet ook denken aan de Vlaamse betekenis van “precies” hier:
https://neerlandistiek.nl/2021/03/gids-voor-verborgen-spraakverwarringen-tussen-vlamingen-en-nederlanders/
Emke zegt
Precies goed! Ga zo door, we want more.
Roeland zegt
Het ‘Vlaamse’ precies zoals beschreven in de gids voor taalverwarringen (zie link hierboven), heeft volgens mij niet veel mee te maken met dit onderwerp. Als ik op zijn Zuidnederlands zou zeggen: het heeft daar precies niks mee te maken, dan bedoel ik: het lijkt erop dat het daar niks mee te maken heeft. De zinsnede van hierboven, ‘levert precies niks op’, interpreteer je op zijn ZNederlands overeenkomstig als ‘het lijkt erop dat het niks oplevert’ (geen absolute zekerheid; een voorlopige conclusie), of ‘blijkbaar levert het niks op’. Het Vlaamse equivalent van ‘precies niks!’, is volgens mij: ‘Just niks!’ (uitspraak: zjust). Ander voorbeeld: hij heeft just niks meegeholpen bij de opruim!’ (hij heeft precies niets gedaan bij het opruimen). Just komt hier van ’t Franse ‘juste’, wat o.a. het Nederlandse precies heeft als vertaling.