Nog steeds herinner ik me het precieze moment waarop ik erachter kwam waar vlees van werd gemaakt. Een jaar of zes moet ik zijn geweest, toen ik samen met mijn moeder een etentje had bij mijn oom. Op mijn vraag wat we gingen eten, was het antwoord: lamsvlees! Verwarring volgde – waarom heette het lamsvlees? Het werd toch niet van lammetjes gemaakt…? ‘Jawel,’ antwoordde mijn oom opgewekt, ‘en de vorige keer heb je er ook lekker van gegeten.’
Radeloos was ik. Ik zie nog de keukenkastjes voor me waar ik tegenaan keek terwijl langzaamaan het besef indaalde dat ik lammetjes had gegeten; ik herinner me het paarse pak OMO-waspoeder in de hal, waar mijn moeder me even apart had genomen om me te troosten en te kalmeren. Die avond leerde ik wat een vegetariër was, en besloot ik dat ik dat moest worden. Het duurde even, maar inmiddels noem ik me toch al ruim vijftien jaar vegetariër.
Als ik een taalanarchist was geweest, had ik me natuurlijk vegetarisch genoemd, maar braaf als ik ben begaf ik mij (en begeef mij doorgaans nog steeds) graag op de gebaande paden binnen de taal. ‘Vegetarisch’ betekent in principe dat iets geen vlees bevat, dus als mens van vlees en bloed zou je die term niet op jezelf kunnen toepassen. Inmiddels ‘mag’ je jezelf wel vegetarisch noemen van zowel de Taalunie als Onze Taal. Maar ja, de mens is een gewoontedier, zoals mijn docent maatschappijwetenschappen altijd placht te zeggen, dus ik blijf gewoon vegetariër.
Vega-terminologie
Eigenlijk zou ik graag álle dierlijke producten uit mijn dieet willen schrappen, maar dat lukt me nog niet volledig. De geest is gewillig, maar het vlees is zwak. Tot die tijd noem ik mezelf wel eens gekscherend ‘flexanist’ (net als ‘flexitariër’) – ik meende die term zelf te hebben bedacht, maar ik blijk niet de enige die dit wiel uitvond: er is zelfs een heuse wiktionary-pagina van. Er komen allerlei zelfbedachte termen op voor verschillende subsecties van het vegetarisme. Vega-collega Sterre Leufkens ploos al eens uit hoe het zit met alle -tariërwoorden. Er blijkt ruimte genoeg om jezelf exact te definiëren als je (deels) vegetarisch eet: de termen variëren van vliegtuigotariër tot restautariër.
Maar stel dat ik volledig overstap op plantaardig voedsel, hoe moet ik mezelf dan noemen? Toen ik vijftien jaar geleden vegetariër werd, heette alles dat plantaardig was ‘veganistisch’. Mensen die uitsluitend veganistisch voedsel aten, waren veganisten. Maar de laatste tijd lijkt de tweede helft van het woord weg te vallen, en wint de Engelse versie aan populariteit: alles is tegenwoordig vegan. Plantaardig voedsel is vegan, en ook de persoon die alleen maar vegan voedsel eet, is (een) vegan.
Duidelijkheid
Waar komt dat vandaan? Waarom wijken we uit naar het Engels, terwijl er een prima Nederlandse optie bestaat? Ik denk zelf dat het te maken heeft met duidelijkheid. Vegetarisme en veganisme worden al vaak door elkaar gehaald en/of op één hoop gegooid – iets met geen vlees, geen eieren, juist wel havermelk en avocado’s. ‘Vegetarisch’ en ‘veganistisch’ zijn twee woorden die erg veel op elkaar lijken: ze beginnen allebei met ‘veg-’, eindigen op ‘-isch’. Je moet aandachtig lezen om het verschil te zien. ‘Vegetarisch’ en ‘vegan’ zijn dan makkelijker van elkaar te onderscheiden. Ook reclametechnisch is het woord ‘vegan’ handiger dan ‘veganistisch’: het heeft minder letters, dus kun je het groter en opvallender op je product afdrukken.
Maar ‘vegetarisch’ wordt vaak afgekort tot ‘vega’, met name in samentrekkingen als ‘vegaburger’. Met maar één letter verschil lijkt ‘vega’ verdacht veel op ‘vegan’. Toch lijkt me niet dat dit verwarring wekt: beide woorden zijn kort en overzichtelijk. In mijn ervaring zorgt de slot-n er bovendien voor dat de woorden compleet anders ‘voorgelezen’ worden door het stemmetje in mijn hoofd. ‘Vega’ rijmt op ‘collega’; ‘vegan’ wordt op z’n Engels uitgesproken.
Vegan of veganist?
Ik nam de proef op de som en maakte twee Twitter-polls aan om de mening van Het Volk te peilen: één met de vraag of plantaardig voedsel vegan of veganistisch heet, en één met de vraag of je iemand die plantaardig voedsel eet (een) vegan of veganist noemt. In het Engels is ‘vegan’ zowel een zelfstandig naamwoord als een bijvoeglijk naamwoord als een bijwoord, dus zowel voedsel als een persoon kan vegan zijn. Maar van die veelzijdigheid lijken wij Nederlanders minder grote fans. Opvallend is namelijk dat men de voorkeur lijkt te geven aan ‘vegan’ als bijwoord en bijvoeglijk naamwoord (het eten is vegan, een vegan maaltijd), maar ‘veganist’ als zelfstandig naamwoord (je bent veganist), alhoewel meerdere mensen ook aangaven beide termen door elkaar te gebruiken.
Plantaardig vs. vegan
Mijn woordkeus in mijn vraag (“Hoe noem jij plantaardig voedsel?”) stuitte op een paar kritische opmerkingen: plantaardig is volgens sommigen niet hetzelfde als vegan. Vegan verwijst volgens hen naar een lifestyle (of leefstijl, zo u wilt) waarbij je geen producten consumeert óf gebruikt waar dieren aan te pas zijn gekomen. Een ‘echte’ vegan(ist) eet dus geen vlees, zuivel en eieren, maar draagt bijvoorbeeld ook geen leren schoenen.
Maar dan gaat het over hoe het woord volgens sommigen gebruikt zou moeten worden, niet over hoe het woord daadwerkelijk gebruikt wordt; als vegan alleen kan verwijzen naar een leefstijl, zou je voedsel ook niet vegan kunnen noemen. Maar uit de vele ‘VEGAN’-keurmerken op plantaardige producten blijkt dat dat wél kan. Bovendien gaat het bij deze discussie wellicht vooral over vegan zijn; dat is iets anders dan vegan eten. Hoewel wij Nederlanders ‘vegan’ als bijwoord en bijvoeglijk naamwoord én als zelfstandig naamwoord wellicht iets teveel van het goede vinden, lijkt ‘vegan’ toch zowel op een gehele leefstijl te kunnen slaan alsook op alleen een plantaardig eetpatroon.
Vegaverwarring
In mijn vijftien jaar als vegetariër gaat het vegetariër-zijn me steeds makkelijker af. Ten eerste went het simpelweg om geen vlees te eten, maar ook de vegaburgers en andere vleesvervangers worden steeds beter. De terminologie lijkt daarentegen alleen maar ingewikkelder te zijn geworden. Ik moet nog maar eens rustig nadenken over hoe ik me straks moet gaan noemen als ik de ruggengraat vind om melkchocola en gebakken eitjes uit mijn dieet te schrappen. Maar voorlopig ga ik voor de veilige optie en noem mezelf nog even vegetariër.
Sterre zegt
Ha vega-collega! Leuk stuk!
Ik ervaar ook nog een connotatieverschil tussen veganist en vegan – bij een veganist stel ik me eerder een blekige, anarchomarxistische kraker voor, maar een vegan(-etend) persoon associeer ik met een yogamoeder die elke ochtend een boerenkoolsmoothie drinkt als ontbijt. Herkennen anderen dit?
Margaretha zegt
Ja, dat herken ik wel. Dat is inderdaad ook de beeldvorming in bredere kring, denk ik.
Ludmilla Coornstra zegt
Dankjewel! 🙂
Ja, vegan heeft naar mijn mening ook een wat hippere bijklank. De veganist eet plantaardig puur uit principe; de vegan doet het ook omdat het een trend is, stel ik me zo voor.
Theo Koolen zegt
Vegan als bijvoeglijk naamwoord?
Vegan, veganner, veganst?
Het eten is vegan?
Voor mij is het eerder een bijwoord.
Ludmilla Coornstra zegt
Scherp! Ik pas ‘m aan 🙂
Jacomine Nortier zegt
Ik kreeg er laatst van langs op Twitter omdat ik iemand die geen vlees maar wel kaas eet een vegetariër noemde. In veel kaas zit stremsel dat van gedode kalfjes wordt gemaakt. Gelatine wordt gemaakt van botten van dode varkens. Voor mij is een vegetariër iemand die ‘alleen maar’ geen vlees eet, maar wel kaas of gelatinepudding; een veganist eet noch gebruikt dierlijke produkten, draagt bijvoorbeeld ook geen leer. Kreeg ik er onterecht van langs (dat wil ik natuurlijk gaag geloven)?
Ludmilla Coornstra zegt
Ik vind zelf dat het vooral van de definitie van de persoon in kwestie afhangt, en dat de precieze definitie flexibel is. Ik eet zelf ook geen vis, want dat is voor mij hetzelfde als vlees. Maar ik eet wel eens een roze koek en ik let niet echt op stremsel, maar dan wel weer op gelatine. Best inconsistent, dat geef ik toe, maar ik vind dat ik toch alle recht heb om mezelf vegetariër te noemen, haha. Mijn broer en zus noemen zich ook vegetariërs maar die eten wél vis; dat vind ik dan weer een beetje een twijfelgevalletje, maar ik geef ze het voordeel van de twijfel omdat het ‘m wat mij betreft meer in de overtuiging zit dan in de precieze uitvoering ervan.
Ik ken ook mensen die vegan(ist) zijn maar wel honing eten, wat volgens anderen dan ook weer niet ‘mag’. Daar verschillen de meningen sowieso over: wanneer is iets veganistisch? Ik hoor vaak als argument dat dieren geen toestemming kunnen geven voor het gebruiken van hun melk/eieren/honing/etc en dat die producten daarom niet veganistisch zijn. Maar dan zou je volgens die definitie zowel kannibaal als veganist kunnen zijn, zolang je maar vlees eet dat iemand vrijwillig ter consumptie heeft afgestaan. Ook een beetje vreemd…
Lang verhaal dit, maar goed, mijn conclusie: wat mij betreft was het een onterechte terechtwijzing 😉
Jacomine Nortier zegt
Ja, het is denk ik niet goed 100% objectief vast te stellen, er is geen harde definitie. Ik krijg regelmatig vis voorgeschoteld door mensen die denken dat vegetariërs geen vlees maar wel vis (dat is geen vlees??) eten. Overigens eet ik het dan wel, want iets dat je wordt voorgezet weggooien, dat is pas echt erg. Dan is het beest ook nog eens voor niets (voor de vuilnisbak) gedood.
Ludmilla Coornstra zegt
Gek hoe mensen vis blijkbaar als iets totaal anders zien dan vlees en vegetarisme alleen associëren met geen vlees eten. En er zijn zelfs mensen die zeggen: oh je eet vegetarisch, maar eet je dan wel kip?
En ja, weggooien vind ik inderdaad nog erger. Alhoewel ik denk ik geen vlees/vis(/kip) meer naar binnen zou krijgen omdat het hele idee me inmiddels zo erg tegenstaat…
Hans W. zegt
Interessant, je artikel en de reacties. Betekenis laat zich moeilijk helemaal vatten, zo blijkt maar weer eens. Bij de besproken termen is die blijkbaar nog vol in ontwikkeling en we zitten er met onze neus bovenop.
Maar ik hoop (ikzelf sta ook aan de besproken voedingskant maar weet ook niet hoe die precies te noemen!) dat de betekenis niet gekaapt gaat worden door groepen met al te ideologische motieven…
Het moet hier wel een taalblog blijven maar toch: er is ook microbieel stremsel, dat dus niet uit kalfsmaag gewonnen wordt. Het maakt de kaas die ermee gemaakt wordt, dan wel niet vegan, veganistisch, plant based of wat dan ook, maar de eters van die kaas voor niet-vegetariërs uit te maken, gaat mij dan weer wat te ver.
Louise Cornelis zegt
Ik (bijna 40 jaar vegetariër) gebruik zelf de Nederlandse woorden maar inderdaad zijn de Engelse hipper. Ik heb wel nog een ander betekenisverschil geleerd tussen plantaardig (nouja, plant-based) en vegan(-istisch): bij plant-based maak je de keuze voor je eigen gezondheid, bij vegan(-istisch) is het omwille van dierenleed en milieu. Ik begreep dat van een plant-based eter, het werd beaamd door enkele veganisten, maar ik weet niet of het algemeen zo gebruikt wordt.
Ludmilla Coornstra zegt
Interessant verschil! Ik denk dat er een heleboel ‘regels’ zijn die elkaar misschien ook wel weer tegenspreken, en dat iedereen weer een eigen draai geeft aan hun vegetarische, veganistische of plantaardige eetpatroon.
Weia Reinboud zegt
Het zit anders… Vroeger waren vegetarische maaltijden of producten tevens veganistisch als er helemaal niets dierlijks in zat. Veganisten kortten dat af tot ‘vega’. ‘Is het helemaal vega?’ vroegen we als ergens bij stond dat het vegetarisch was. Die afkorting is echter door niet-veganisten gebruikt gaan worden als afkorting van ‘vegetarisch’. Slordige afko, maar ja. Noodgedwongen zijn de veganisten overgestapt op het Engelse ‘vegan’. Heel irritant als een duidelijke afkorting onder je ogen onduidelijk wordt, maar in de taal verschuiven dingen nu eenmaal wel eens in onlogische of onduidelijke richting. (Later dit jaar ben ik 40 jaar veganist.)
Ludmilla Coornstra zegt
Goh wat interessant, dat ‘vega’ van ‘veganistisch’ komt is idd een stuk logischer! Dank voor deze toevoeging 🙂
C.W. Schoneveld zegt
Vegan op zijn Engels uitspreken moet natuurlijk verboden worden. Want dat zou betekenen dat onze eigen taal niet genoeg klanken meer heeft om te communiceren. Dus zeg “veganistisch”,of “vegaan” met klemtoon op de tweede lettergreep.
Sander zegt
Volgens mij is “vegan” in de zin “het eten is vegan” geen bijwoord, maar een predicaat icm een koppelwerkwoord, dus ook een bijvoeglijk naamwoord.