Wat is Jiddisch?
Om misverstanden te voorkomen, moeten we een onderscheid maken tussen het Jiddisch en het Hebreeuws. Hoewel er een wijdverspreid geloof is dat ze eigenlijk één taal zijn of dat ze gewoon twee dialecten van één taal zijn, is dit niet juist. Beide talen gebruiken hetzelfde schrift, maar in feite behoren ze niet eens tot dezelfde taalfamilie.
Het Hebreeuws, dat samen met het Arabisch tot de semitische talen behoort, wordt door religieuze Joden als een heilige taal beschouwd. Lange tijd werd het Hebreeuws alleen in een religieuze context gebruikt, maar niet als een gesproken taal. In plaats daarvan spraken de Joden het Jiddisch, het Ladino of de taal van het land waar zij woonden. De wedergeboorte van het Hebreeuws als spreektaal is de verdienste van Eliëzer Ben-Jehoeda, die het Hebreeuws gedeeltelijk hervormde en het gebruik ervan in het dagelijkse leven bevorderde. In Israël wordt de taal vandaag de dag op alle terreinen van het leven gebruikt. Jiddisch wordt daarentegen geclassificeerd als een Germaanse taal hoewel alle onderstaande voorbeelden naar het Jiddisch via het Hebreeuws kwamen. Het ontstond ongeveer in de tiende eeuw in het huidige Duitsland en werd geleidelijk de gemeenschappelijke taal van de Europese Joden. Een groot deel van de Jiddische woordenschat wordt van het Duits afgeleid, maar, om duidelijke redenen, zijn er ook sterke Hebreeuwse invloeden aanwezig. De Jiddische woordenschat werd altijd sterk beïnvloed door de taal van de specifieke landen, in het bijzonder door de Slavische talen. Daarom kan het Jiddisch niet als een uniforme taal worden beschouwd. Na de Sjoa is het aantal sprekers van deze taal helaas drastisch gedaald, maar het wordt nog steeds gesproken in de gemeenschappen van de chassidische Joden, bijvoorbeeld in het Amerikaanse Williamsburg of in Antwerpen.
Hoe kwam het Jiddisch naar Nederland?
Het Jiddisch kwam naar het gebied van het huidige Nederland samen met de Joden, die daar in het begin van de zeventiende eeuw uit het huidige Duitsland vluchtten, aangezien Nederland hun voor die tijd een relatief grote mate van vrijheid bood. In tegenstelling tot de sefardische Joden (Joden met wortels in Spanje of Portugal) behoorden zij niet tot de rijksten in de samenleving en oefenden zij dus vaak eenvoudige beroepen uit, die hen in contact brachten met de lagere lagen van de toenmalige bevolking, die geleidelijk veel woorden uit het Jiddisch overnam. Hieronder volgen een paar voorbeelden:
Mazzel
De oorsprong van het woord ligt in het Hebreeuwse woord מזל (mazal), dat ‘geluk’ betekent.
Tof
Net als in het vorige geval is het oorspronkelijk het Hebreeuwse woord טוב (tov), dat later ook in het Jiddisch is doorgedrongen. De betekenis is ‘goed’.
Jatten
Dit woord wordt afgeleid van het Hebreeuwse woord יד (jad), dus een hand.
Stiekem
Dit begrip kwam uit de Hebreeuwse term שתיקה (sjtika), wat ‘het zwijgen’ betekent.
Smoes
De herkomst van dit begrip gaat terug naar het Hebreeuwse werkwoord לשמוע (lisjmoa), dus ‘horen’.
Gabber
Dit woord wordt afgeleid van de Hebreeuwse term voor een vriend, חבר (chaver).
Bajes
Dit komt voort uit het Hebreeuwse woord voor een huis, בית (bajit).
Mesjogge
Dit kwam uit het Hebreeuwse woord voor gek, משוגע (mesjuge).
Laat een reactie achter