De jaarlijkse essaywedstrijd voor scholieren van de Nijmeegse Letterenfaculteit ging dit jaar over de kleuren van de taal. Neerlandistiek plaatst de beste drie essays. Vandaag: Robin Hendriksz van het Erasmiaans Gymnasium, Rotterdam.
Laten we teruggaan naar de tijd van de jagers en de verzamelaars. Je hebt de hele dag over de toendra lopen sjokken, er was geen enkele mammoet te bekennen, het was vies, koud, guur weer en er zat ook nog eens een superirritant steentje in je prehistorische sandaal. De dag zit erop, je keert terug naar je grot en ploft neer voor het avondeten. ¨Hoe was je dag, schat?¨, vraagt je vrouw geïnteresseerd. Nou, ga dan maar eens met je mooiste muurschildering duidelijk maken dat je eigenlijk gewoon een ontzettende kutdag hebt gehad. Toen kwam de uitvinding van de taal als geroepen. Je kon je kwastjes en pigmenten gewoon in de kast laten staan en zei al zuchtend: ¨Pff.. Vermoeiend..¨ Toen zeiden we nog waar het nou echt op stond. Maar ergens ging het mis. We zijn gestopt met zeggen wat we nou echt bedoelen. In plaats daarvan zijn we de taal vooral gaan gebruiken om maar vooral niet te kwetsen, om te verbloemen, te verhullen, te verzachten… Die prehistorische eerlijkheid lijkt verloren te zijn gegaan in een soort soep aan eufemismes, nietszeggende woorden en vage formuleringen. Waar de taal eerst een soort klein kind was, dat alles wat in het hoofd opkwam gelijk de wereld in slingerde, is ze inmiddels veranderd in een lief omaatje: een ontzettend aardig mens, dat zeker. Maar ook eerlijk? Verre van. Een schilderij dat voor 75% uit bruine kwaststreken bestaat: prachtig. Je rapport met alleen maar vijven en een paar zesjes: ontzettend goed. Hoe kan het toch dat dat kleine meisje veranderd is een oud omaatje?
Al van jongs af aan gaat het mis. Heb je ooit een boze ouder het volgende tegen een klein kind horen zeggen: ¨Neeeeee… Wat heb je nou gedaan?! Shit zeg..¨ De kans is erg klein. Het YouTube filmpje ´Solomon en sudocrème’ vat perfect de reactie van haast iedere boze ouder samen: de hele woonkamer (inclusief nieuwe flatscreen televisie) zit volledig onder de sudocrème. Ieder normaal mens zou beginnen met een of ander scheldwoord, een paniekerige en verbaasde ´Neeee…´ en vluchtig een optelsom maken van hoeveel tijd en geld dit geintje je zal gaan kosten. De reactie van de vader in het filmpje bevat echter geen van deze dingen. Zijn reactie wordt het best samengevat in de door hem zelf uitgesproken zin: ¨Papa is even helemaal niet zo blij nu..¨ Papa is even ´niet zo blij nu´? Papa is even heel, heel erg boos en zou het liefst even van de aardbodem willen verdwijnen, dat wil papa eigenlijk zeggen. Om onze boosheid duidelijk over te brengen met behulp van de taal: dat wordt ons van jongs af aan al afgeleerd.
Suikervrije appelmoes
Niet alleen bij het boos worden gaat het mis. Op een later moment in het proces van ruzie maken, een meningsverschil hebben of een verhitte discussie voeren gaat het ook verkeerd: namelijk op het moment dat er excuses aangeboden moet worden. We zijn ontzettend goed geworden in onze excuses aanbieden, zonder onze excuses aan te bieden. Paulien Cornelisse duidt deze manier van zogenaamd excuses maken aan met de term ´alsexcuus´: Het is je excuses aanbieden in de vorm ´Het spijt me als iemand zich gekwetst voelt´. Zo had Solomon tegen zijn vader kunnen zeggen: ¨Het spijt me dat je nu zo baalt van hoe de woonkamer erbij staat.¨ Nou ja, Solomon zelf vond die sudocreme maar wat gaaf staan bij het interieur, dus in hoeverre het hem echt dwarszit dat de woonkamer nu deze roomwitte kleur heeft gekregen…
Het nepexcuus komen we nog veel en veel vaker voor. In ons eigen dagelijks leven: Je collega staat in de deuropening, kan duidelijk zien dat je heel druk bezig bent, klopt op de deurpost en zegt: ´O, sorry.. Stoor ik?´ Of in de supermarkt: Je staat net voor een schap, bent even goed aan het bekijken welke pot appelmoes je nou precies moet hebben, wanneer een andere klant pontificaal voor je neus gaat staan om vervolgens die grote pot suikervrije appelmoes van de bovenste plank te pakken. En dat diegene dan tegen je zegt: ¨O sorry hoor, sta ik in de weg?¨ Allemaal ongemeende excuses. Het zijn allemaal manieren om maar vooral niet te toe te geven aan een vervelende situatie.
Het kleine kind in onszelf
Ook in de politiek komen we het nepexcuus vaak tegen: Een prachtig voorbeeld hiervan is de door Boris Johnson afgelegde verklaring in het Britse Lagerhuis, waarin hij zijn ´excuses´ aanbiedt voor de feestjes in de ambtswoning die plaatsvonden tijdens de pandemie. Columnist Sheila Sitalsing haalt vijf vormen van zogenaamd je excuses maken uit de afgelegde verklaring: Zo kun je sorry zeggen zonder expliciet te maken waarvoor: door niet duidelijk te zeggen waar je nou je excuses voor aanbiedt, geef je je fout niet echt toe. Je kunt de zaken buiten jezelf leggen: dit is misschien wel de makkelijkste manier om de schuld niet op je te nemen. De beschuldiging niet herhalen: dit is een verkapte vorm van het eerste punt, namelijk het niet duidelijk maken waarvoor je je excuses aanbiedt. Je kunt doen alsof je aan introspectie doet: doen alsof je eens ontzettend gaat zitten nadenken over wat je nou hebt gedaan, wat de gevolgen van je handelingen zijn en hoe je het de volgende keer beter aan zou kunnen pakken. Maar in werkelijkheid kan het je helemaal niks schelen wat de gevolgen van je handelingen waren. De laatste manier: bliksem afleiden. Het onderwerp vermijden, ergens anders over gaan praten.
Taal is er in de eerste plaats helemaal niet meer om duidelijk met elkaar te communiceren. Taal is er om het vooral maar gezellig te hebben en/of houden: we willen vooral niet duidelijk maken hoe boos we zijn, want o wee als dat de sfeer verpest. We willen vooral geen excuses aanbieden, want niemand houdt ervan om terug te moeten komen op een vervelende situatie. We lijken gestopt te zijn met eerlijk zijn tegen elkaar. Waarom? Zijn we echt zo bang om elkaar te kwetsen of om de sfeer te verpesten? Is het realistisch om te denken dat het altijd maar gezellig moet zijn? Verre van. Laten we met z´n allen het kleine kind in onszelf weer naar boven halen. Laten we weer eens gaan zeggen wat we nou echt bedoelen. En als je dat moeilijk vindt, dan teken je maar op de muur wat je nou echt bedoelt.
Bronvermelding
Cornelisse, P. (2022, 21 januari). ‘Ik hoop dat het bij die mensen geen grote impact heeft op de rest van hun leven’ – subtekst: ik kan er verder niets aan doen. de Volkskrant. Geraadpleegd op 1 april 2022, van https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/ik-hoop-dat-het-bij-die-mensen-geen-grote-impact-heeft-op-de-rest-van-hun-leven-subtekst-ik-kan-er-verder-niets-aan-doen~bf335e18/
Sitalsing, S. (2022, 31 januari). Hoe een vallende leider zich probeert terug te kletsen naar het centrum van de macht. de Volkskrant. Geraadpleegd op 1 april 2022, van https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/hoe-een-vallende-leider-zich-probeert-terug-te-kletsen-naar-het-centrum-van-de-macht~b31fc311/
Laat een reactie achter