• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Logo

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Artikelen
  • Media
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Lezen is niet alleen zijn in de wereld

11 juni 2022 door Aafje de Roest Reageer

Het is vloeken in de kerk, maar toen ik aan de studie Nederlands begon, las ik nauwelijks. Niet dat ik niet van lezen hield; als kind verwérd ik haast tot de belhamels uit mijn favoriete Astrid Lindgrenboeken. Tegen de tijd dat ik mijn eindexamen Nederlands deed had ik echter een beeld van literatuur waar ik als lezer niet in leek te passen.

Dat veranderde bij binnenkomst in de neerlandistiek niet direct. Ik vond het maar dikdoenerij, medestudenten die opschepten over welke boeken zij allemaal wel niet gelezen hadden, en wat er nog op het nachtkastje lag. Zelf had ik geen literaire smaak ontwikkeld. Ik wist ook helemaal niet hoe ik dat had moeten doen – ik volgde vrij blind wat anderen ‘goede boeken’ vonden. Meestal bekeek ik wat vagelijk een cover, wierp een blik op de achterflap, en kwam er dan tijdens het lezen achter dat een boek niets voor mij was. Het ‘moeten’ lezen van bepaalde boeken – of dat nu voorgeschreven werd door een docent Nederlands, medestudenten, of om er binneneen bepaald idee van cultureel kapitaal bij te horen, had me mijn leeszin volledig ontnomen. In een interview met het Utrechtse blad Spraakwater wees ik als tweedejaars Nederlands trots rebels op Candace Bushnells chicklits in mijn boekenkast.

Maar hoe meer ik me omwentelde in de moderne Nederlandse letterkunde, hoe meer dat veranderde. Tijdens een deelcursus werd ik geïntroduceerd tot de twee Jannen: Wolkers en Cremer, die me met bravoure en schalksheid tot een nieuw idee van literatuur introduceerden: die bleek ook te kunnen gaan over liefde, seks, het leven. Al werd een boek voor tien Librissen genomineerd, wat vanaf nu ging tellen was of ik er zin in had het te lezen. Dankzij fantastische docenten verbeterde ik mijn analysevaardigheden en kwam ik erachter hoe het onderzoeken van verhalen, het vragen stellen, lijnen herkennen, je lezing ervan kleur en diepte geeft. Tussen al die mogelijke betekenissen hervond ik mijn leesplezier.

Nu begreep ik steeds beter waar ik tijdens het lezen naar op zoek was: het gevoel niet alleen te zijn in mijn beleving van de wereld. Iemand die anders is dan jij die iets ziet zoals jij het ziet, en diegene – die wél is geboren met een pen voor fictie – verwoordt het zo treffend dat je je volledig her- en erkend voelt. Wanneer die ander, de schrijver, dát aanvult met diens eigen, nieuwe inzichten, begint het verrijken van je gedachten. Je leert je verwonderen over overeenkomst en verschil.

De neerlandistiek leerde me, kortom, opnieuw lezen.

Bij mij trad echter nog wel een eigenaardig symptoom op van die eerdere weerzin tegen het navelstaarderige van de literaire wereld: zodra eenieder met een boek aan de haal gaat, hoef ik het niet meer. Het lijkt ook een beetje beroepsdeformatie, maar ik wil de illusie hebben een schrijver en werk voor mezelf te hebben – dat er in de lezing écht iets tussen ons kan ontstaan, dat ik de enige ben en andersom. Toen een vorige vriend Turks fruit als lievelingsboek kaapte, raakte ik het met geen vinger meer aan, La Palmen stond ik af aan de hedendaagse literaire Instagramkoninginnen. Door deze beperking ben ik nu vaker geneigd naar het verleden te reiken – het bracht me onder anderen Rubinstein en Meijsing. Als ik een boek vind dat me aanspreekt en waarop niet teveel anderen aanspraak maken, ben ik ongeremd: dan lees ik in een korte periode alles van die auteur, tot het oeuvre op is en ik verder moet zoeken. Als ik dan weer iemand gevonden heb, probeer ik die vaak eerst nog voor mezelf te bewaren – even die illusie. Zo las ik laatst de dagboeken van Laurie Langenbach. Steengoed… Maar niet verder vertellen, alstublieft.

Aafje de Roest promoveert in Leiden op culturele identiteitsvorming onder Nederlandse jongeren in online Nederlandse jeugdcultuur.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel, Jong Tags: Jubileum, Jubileum30, Laurie Langenbach, lezen

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Dialect van de week

Nar den buuet goan

“Nar den buuet goan” (naar de boot gaan) betekent in het Wichels “bevallen”. In Wichelen, het dorp waar de inzender van deze zin opgroeide, werd aan kinderen verteld dat baby’s werden afgehaald (ook “kuuepen” (kopen) genoemd) bij een van de vrachtschepen op de Schelde. Het Wichels is een overgangsdialect met opvallend veel dubbelvormen en diftongen. […]

➔ Lees meer
  • Facebook
  • YouTube

Thema's

#taalkunde
Maar goed, een blog over maar goed
Noe he’j ’t schoap an’t driet’n
Dao heb ich mien naas te hoêg vur sjtaôn
Er hangt een schoer in de lucht
Call: Ritme en rijm in Nederlandstalige gedichten en liederen 
#letterkunde
Call: Ritme en rijm in Nederlandstalige gedichten en liederen 
In Het paradijs van slapen kleurt Joost Oomen de dood hoopvol
Podcast: Leve(n) lezen met Jeroen Dera
Podcast: Leve(n) lezen met Ingmar Heytze
Kunnen rapteksten ook literatuur zijn?
#recensie
In Het paradijs van slapen kleurt Joost Oomen de dood hoopvol
Yara’s Wedding: een voorstelling die je bijblijft.
Verlies, liefde en leegte: De mitsukoshi troostbaby company
Zee nu: Een dystopische roman over zeespiegelstijging
De zestiende eeuw plus vierhonderd jaar in het ijs: een atypische ecoroman
#taalbeheersing
Maar goed, een blog over maar goed
Hoe werkt een hondenfluitje?
Geert Milders?
‘Poepelwoefie’
Schrijfwedstrijd ‘Neologisme’
#toekomstinterview
‘Ik geloof er toch echt in, dat je iets moet kiezen waar je blij van wordt.’
‘Geniet van wat het vak je brengt. De neerlandistiek kan je naar zoveel plaatsen brengen, zowel letterlijk als figuurlijk.’
‘Mensen sturen berichten over kinderporno alsof ze flippo’s verzamelen’
‘Vertalen is de meest intensieve manier om met taal bezig te zijn’
‘Bedroevend weinig tijd voor het plezier in lezen’
#wijzijnneerlandici
Kwaliteit boven kwantiteit?
Literatuur, natuur, insecticiden en het internet
Jong Neerlandistiek in gesprek: studenten over de grens
#wijzijnneerlandici: Jacques Klöters
“Aan het begin van de studie sprak ik nog geen Nederlands. Na drie jaar schreef ik een scriptie in het Nederlands.”
#voordeklas
24 paar ogen, een glimlach en een gereedschapskist
De vlucht naar Engelse literatuur, waardevol of schadelijk?
Later word ik dokter! Of juf! Of allebei!
Literatuur voor alle leeftijden
De ezelsbruggetjes in ons grammaticaonderwijs; kunnen we zonder?

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d